50 jaar You Only Live Twice
Sean Connery was er wel klaar mee, met James Bond. Ondanks dat You Only Live Twice een Bond-klassieker eersteklas is, speelt de acteur de rol van 007 op de automatische piloot. Niemand die zich eraan leek te storen. Zijn aanwezigheid, in het grootste James Bond-filmavontuur tot dan toe, is genoeg. 'Sean Connnery IS James Bond', kopte de poster. Voor de buitenwereld dan, Connery zelf betitelde de Bond-films als 'strips voor imbecielen'. De toon is gezet.
Deze maand is het precies 50 jaar geleden dat You Only Live Twice uitkwam. Ga mee naar het jaar 1967. Wat was er destijds in de kranten (voor zover beschikbaar, inclusief taal- en tikfouten voor de authenticiteit) te lezen over de opnames van de film? En hoe werd de vijfde James Bond-film ontvangen?
De eerste berichtgeving over You Only Live Twice verscheen op 6 mei 1966 in De Telegraaf, de krant die 007 al jaren op de voet volgde. Het nieuws was vooral dat Sean Connery weer terugkeerde, een onzekere factor getuige de geruchten in die tijd. Heel anders dan tegenwoordig was de filmtitel aan het eind van de vorige film al bekend, dat leverde geen verrassing meer op. Zelfs wat de volgende boekverfilming zou worden, werd al publiekelijk gemaakt: On Her Majesty’s Secret Service, vaak foutief gespeld als On Her Majesty’s Service...
Connery blijft Bond
ER gaat binnenkort weer een 007-film in produktie: „You only live Twice” en, evenals in de vorige, speelt SEAN CONNERY de hoofdrol.
Reeds enige tijd doen hardnekkige geruchten de ronde, dat THUNDERBALL de laatste film zou blijven van de meest succesvolle filmserie ooit vervaardigd. Maar op het Londense kantoor van 007-producer HARRY SALTZMAN, werden die geruchten ten stelligste ontkend en door de feiten weerlegd. (...)
Het lijkt er hier op dat met een mogelijk vertrek van Connery gelijk de hele filmserie geen cent meer waard is. In dat geval waren de heren producenten met een veelvoud aan onverfilmde boektitels blijven zitten, behalve die van Casino Royale bezaten ze immers alle James Bond-filmrechten. Zo'n vaart zou het allemaal niet lopen.
Connery omringd door zijn tegenspeelsters uit Thunderball (1965) |
De geruchten dat Sean Connery er binnenkort de brui aan zou geven, waren in ieder geval niet onopgemerkt gebleven.
Het artikel in De Telegraaf gaat verder:
(...) YOU ONLY LIVE TWICE moet de spectaculaire effecten van „Goldfinger” en „Thunderball” weer in de schaduw stellen, dat is de onontkoombare succesformule van de 007-films.
DAAROM IS VOOR de nieuwste Bond-film een budget uitgetrokken van bijna 22 miljoen gulden! „You Only Live Twice” is daarmee wéér duurder dan haar voorgangers (Dr. No 3 miljoen; Veel liefs uit Moskou 7½ miljoen; Goldfinger 12 miljoen; Thunderball 17 miljoen). Maar de groteske miljoenendans rondom Agent 007 raakt nauwelijks „goudvingers” Harry Saltzman en zijn compagnon „Chubby” Broccoli: midden in zijn vertoning heeft „Thunderball” nu al ruim 200 miljoen gulden aan filmhuur opgebracht! (...)
De productiekosten van deze Bond-film zouden in de daarop volgende krantenartikelen constant de boventoon voeren. Kosten die overigens nogal fluctueerden in de diverse berichtgevingen. Blijkbaar was het aantal uitgegeven en verdiende nullen moeilijk te bevatten.
(...) Vooral Sean Connery vecht tegen de Bond-image. Hij hield zich tijdens de verfilming van „Thunderball” ontoegankelijk voor de reporters, tot grote wanhoop van de publiciteitsmensen van „Eon Productions”, Saltzman’s maatschappij. Ook Terence Young, succesvol regisseur van drie 007-films, liet zich desondanks nogal eens denigrerend uit over de Bond-figuur.
DIE BERICHTEN, SAMEN met het uitblijven van de traditionele start met champagne van de nieuwe Bond in februari in de Pinewood Studio’s, gaf voedsel aan geruchten, dat het afgelopen zou zijn met deze filmserie. (...)
Verder vermeldt het Telegraaf-artikel nog de opnamelocatie Japan (inclusief de daarbij horende Japanse Bond-girls), dat de maker van Alfie, Lewis Gilbert, de nieuwe regisseur van dienst is en dat On Her Majesty's (Secret) Service als volgende film op de planning staat.
Twee maanden later pakt De Telegraaf groot uit met James Bond. Zowat de complete showpagina (broadsheetformaat) moet eraan geloven; Henk van der Meyden is in Londen geweest.
Henk van der Meyden’s rapport over de nieuwe James Bond
EEN sfeer van geheimzinnigheid omgeeft de nieuwe James Bond-film „You only live twice”, waarvan de opnamen deze week zijn begonnen in de Pinewoodstudio’s buiten Londen.
Producer Harry Saltzman waakt er dit keer voor dat er te veel uitlekt over hetgeen Bond in zijn nieuwe film zal beleven. Vorige malen is immers gebleken, dat andere filmproducers de Bond-stijl en zijn trucs imiteren en al vindt Saltzman dat vleiend, hij wil toch niet dat de verrassingen van zijn nieuwe film vroegtijdig bekend worden. Niettemin kunnen wij u vandaag een blik laten werpen in het nieuwe dossier van 007, die zijn avonturen in zijn nieuwe film in Japan zal beleven. (...)
Het levert drie kloeke artikelen op: één met Lewis Gilbert, één met de nieuwe Bond-girls en één poging om Sean Connery te spreken.
(...) Lewis Gilbert zegt: „Toen men mij vroeg om deze film te maken stond één ding vast: ik had een miljoenenpubliek en ik kon Bond direct gaan veranderen. Ik zal Bond in deze film gaan veranderen, menselijker maken, want hoewel hij een superman is, gedroeg hij zich volgens mij in zijn films „Goldfinger” en „Thunderball” soms te veel als een robot. In „Thunderball” reageert hij zelfs nauwelijks als een meisje, met wie hij toch gewerkt heeft, plotseling dood is.
Sean Connery en Lewis Gilbert
Dat vind ik niet goed. De beste Bond-film voor mij was dan ook „From Russia with love”, waarin Bond échter was. Ik geloof dat hij èn in „Goldfinger” èn in „Thunderball” te ernstig was. Om hem gebeurden de meest onzinnige dingen, maar Bond bleef er serieus bij en dat zal nu niet gebeuren.
In „You only live twice” komt de Bond uit „From Russia with love” weer terug. Er is meer humor en het verhaal is sterker. Bond zal er ook een belangrijke taak in vervullen. Want in „Goldfinger” en in „Thunderball” had Connery wèl de hoofdrol, maar aan het verhaal kwam hij nauwelijks te pas. De rol had voor hem weinig speelmogelijkheden, en dat zal nu veranderen.” (...)
De 'menselijke kant' van James Bond. Dan is You Only Live Twice niet de eerste film die in mij op komt. Die menselijkheid zal later nog vaker aangehaald worden. Wellicht dat de filmmakers serieus geprobeerd hebben Bond humaner te maken, ik zie het in de film alleen nergens terug.
Hetzelfde geldt voor de Bond uit From Russia with Love. Gilbert had goed gezien dat dit een puike film is, maar de vergelijking met You Only Live Twice is opnieuw ver te zoeken; Bond loopt hier meer verloren rond dan ooit tevoren.
Dan het tweede artikel op die pagina, een gesprek met leading ladies Mie Hama en Akiko Wakabayashi in de bar van het Dorchesterhotel. Van der Meyden is zo te lezen danig onder de indruk van het Oosterse duo:
(...) Ze hebben de man, die ze het in de film moeilijk en prettig zullen maken, Sean Connery, nog maar even vluchtig ontmoet en ik heb de eer hun deze avond in te wijden in het uitgaansleven van Londen. En dat is een genoeglijke taak, want Mie Hama en Akiko Wakabayashi zien er zeer goed gekleed uit en hebben een natuurlijke poëtische schoonheid, die men bij westerse sterren zelden tegenkomt.
In Japan zijn zij ook topsterren en Mie Hama, die zeer mooie grote ogen heeft, die iedere man een enkele reis Tokio zouden doen bestellen, noemt men in Japan zelfs de Japanse Brigitte Bardot. Zelf lacht ze daarom. „Ik weet niet of ik wel zo sexy ben”, zegt ze. (...)
Helaas volgt er geen artikel over de inwijding in het Londense uitgaansleven.
Het geflirt met de Japanse BB gaat verder:
(...) Mie Hama heeft in deze film een belangrijke taak. Zij zal de eerste vrouw zijn, wie het gelukt met James Bond te trouwen en ik vraag haar als toekomstige bruid wat zij hiervan vindt.
Ze lacht en zegt met haar zachte stem, die doet denken aan een ruisende zee: „Ik verheug me wel op dit huwelijk en ik ben benieuwd hoe mr. Bond zal reageren op de Japanse huwelijksceremonie, die zo anders is dan in Engeland, maar zorgen maak ik me niet over dit huwelijk. Ik ben ten slotte al zevenmaal getrouwd in films en alleen een echt huwelijk maakt nog indruk op me.” En dan: „Ik ben wel benieuwd hoe men in Japan op mijn huwelijk met Bond zal reageren.”
Henk van der Meyden proost met Akiko Wakabayashi en Mie Hama
Men denkt aan Mie Hama in een kimono, een teer wezentje in een onwezenlijke wereld. Maar zo teer is ze niet. „Ik ben na mijn Highschool als buschauffeuse gaan werken in Tokio”, zegt ze tot mijn verbazing, „dat heb ik een jaar lang gedaan.”
„WAAROM?” vroeg ik. „Ach”, zegt ze, „andere meisjes van mijn leeftijd trouwen dan, maar ik wilde dat niet, ik wilde me zelf eerst geestelijk en lichamelijk sterk maken, ik wilde weten hoe het is om hard te werken. Daarom heb ik ook geen kantoorbaan genomen, wat heel goed mogelijk was, maar heb ik op de bus gewerkt. Dat was hard werken dag en nacht, met zeer veel werkuren, maar ik heb er veel aan te danken, ik weet nu ook wat discipline is en in mijn filmwerk is dat wel nodig. Ik zal ook nooit klagen dat ik moe ben, want toen ik buschauffeuse was werkte ik harder.” (...)
Van der Meyden heeft hier niet te maken met een snoezig modepoppetje, maar met een heuse busbestuurder, die met haar ruisende zeestem zonder stuurbekrachtiging door de straten van Tokio scheurde. Ik had die twee graag armpje zien drukken.
Wakabayashi, die mij persoonlijk meer doet dan Hama, heeft verder niet veel aan het verhaal toe te voegen.
We gaan naar het laatste artikel op de pagina, een poging tot een gesprek met Mr. Bond himself, Sean Connery:
(...) „Hij is er moe van door iedereen maar Bond genoemd te worden”, zei een medewerker van Eonproductions. „hij is ten slotte ook een individu en wil een eigen leven lijden. Ook zijn vrouw Diana Cilento vindt het verschrikkelijk door veel mensen als „mevrouw Bond” te worden aangesproken.
TOCH WILDE ik Sean Connery wel even spreken. De publiciteitschef werd bleek toen ik het vroeg en zei: „Ik zal het de regisseur vragen, dan kan hij het Connery vragen, want Connery doet het nooit en ik moet diplomatiek zijn”. Regisseur Gilbert zei: „Dat kun je beter via Cubby Broccoli vragen, hij is de producer”.
Cubby Broccoli zei: „Vraag het hem zelf...” Uiteindelijk deed de publiciteitschef dit. „Maak het niet moeilijk, maak het heel kort”, zei hij bezorgd en spreek niet over Bond en zo.”
Het is grappig om te lezen hoe iedereen het hete hangijzer Connery probeert de vermijden. De sfeer op de set kan niet al te vrolijk zijn geweest. Net als Mie Hama als buschauffeuse had ervaren, was dit voor Connery vooral hard werken.
Niet over James Bond mogen praten, want dat kan Mr. Bond wel eens in het verkeerde keelgat schieten, dat is natuurlijk bespottelijk. De pitbullmentaliteit van Van der Meyden valt daarom te prijzen. Heeft hij geen zin, dan maakt hij maar zin. Of het gesprek wezenlijk iets oplevert, is de volgende vraag:
DIT WAS ONS GESPREK:
„Ik vond uw spel in „The Hill” prachtig.”
Connery: „Fijn, dank u, het was een fijne film om te maken”
„Ik hoor, dat u gaat regisseren”.
„Ja, ik regisseer een toneelstuk met Sally Winters, dat in november in première gaat in New York”.
Hij kijkt op zijn horloge.
„Hoe vindt u het met Japanse meisjes te spelen?”
„Ze zijn heel mooi, ik heb ze gisteren echter voor het eerst even gezien en heb nauwelijks met ze gesproken...”
„Hoe vindt u deze nieuw Bondfilm?”.
„IK HEB HET script nog niet helemaal gelezen, ik krijg elke dag een stukje, ik wacht maar af. Wilt u me nu excuseren, ik moet lunchen...” Een hand en hij loopt weg. De publiciteitschef glimlacht opgelucht.
Zijn ware gevoelens laat Connery in augustus van dat jaar spreken. Het Vrije Volk publiceert op 8 augustus:
Bond - geen grap meer
ER GAAT geen Bondfilm voorbij of Sean Connery beweert dat hij ermee ophoudt.
Geïnterviewd in Bangkok laat een Reutercorrespondent de he-man van de geheime dienst het nu weer zeggen:
‘Ik heb er genoeg van. We zijn nu bezig met de vijfde Bond, 'You only live twice'. Wat als een goeie mop is begonnen lijkt nu wel op Frankenstein. Bond is iedereen uit de hand gelopen.
Ik ga van de winter naar Broadway om de regie te doen van The Secret of the World, met Shelley Winters. Ik voel me niet als een puberacteur met de brandende ambitie om Hamlet te spelen. Ik ben nu 35, en Bondfilms zijn strips voor imbecielen.’
Hoewel een vertaling zijn dat niet mis te verstane woorden. Het hek lijkt daarmee van de dam, dit is echt Connery's laatste film.
En ja hoor, op 13 oktober in De Telegraaf:
Sean Connery stopt Bondfilms
SEAN CONNERY heeft nu definitief besloten met de James Bondfilms te stoppen. Hij maakt op het ogenblik opnamen van zijn laatste film „You only live twice” in Londen.
Tegelijkertijd met dit besluit werd in het Amerikaanse showbusiness vakblad Variété de opbrengst van de vier Bondfilms bekendgemaakt. Totaal is er nu aan de vier Bondfilms een bedrag van ongeveer vierhonderd miljoen gulden verdiend. De films die deze enorme winst voor producers Harry Salzman en Albert Broccoli bijeen brachten zijn: „From Russia with love”. „dr. No”, „Goldfinger” en „Thunderball”.
Nu stopt Connery natuurlijk niet de Bond-films, die kop paste anders gewoon niet. Ik had er in dat geval 'Connery stopt met Bond-films' van gemaakt. Of had het publiek anders niet begrepen dat het om Sean Connery ging?
Tussendoor, op 29 oktober, verschijnt in het Limburgsch Dagblad een groot interview met oud-Bond-regisseur Terence Young. Ondanks het onbeholpen gebruik van interpunctie, levert dat een aardig artikel van Edith Kruidhof op.
Aanleiding voor het gesprek is de film Het Avontuur (L'Avventuriero) die Young op dat moment in Rome opneemt. Het gesprek gaat volledig voorbij aan die film. Het gaat voornamelijk over James Bond en Audrey Hepburn, met wie Young in januari 1967 aan Wait Until Dark begint.
(...) Kalm en geheel ontspannen zat hij tegenover me, hij maakt een energieke indruk. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat deze rustige man spektakels als From Russia with love, Thunderball en Dr. No heeft gemaakt. Als hij begint te vertellen en mijn vragen overdenkt en vaak met een tegenvraag beantwoordt, merk ik dat een interview voor hem niet alleen publiciteit maar ook een werkelijk zoeken naar contact betekent.
(...) „Deze serie heeft op ons allemaal een stempel gedrukt” zegt hij. „Van een kant geweldig, het betekent een successerie, maar daartegenover rijst de vraag: in hoeverre is het een persoonlijk succes, of is het slechts een voortvloeisel uit de image van Mr. Bond”.
En dan: „De eerste twee films „From Russia with love” en „Dr. No” waren gewoon geinig om te doen toen later bleek dat het publiek het geweldig vond, was dat voor ons iets fantastisch. We hadden goed geschoten, het publiek had behoefte aan dit soort films. Toen ik Thunderball ging draaien zag ik die gein al niet meer en eerlijk gezegd verbaast het me dat er toch nog 17 miljoen dollar in het laatje is gekomen. Ja, schrijf dat maar rustig hoor, want ik meen het”.
Als ik hem zeg dat Thunderball mij ook tegenviel vraagt hij onmiddellijk „waarom?” Maar hij geeft zelf het antwoord al. „Je kent het allemaal al, hé, de trucks de stunts zelfs al zou je nog vijf of tien andere Bond films brengen de een nog ingenieuzer dan de ander. Bonds image — de gladde mooie jongen, die zich overal uit redt en steeds weer door beeldschone vrouwen omringd is — verandert niet. Het is, en dit mag ik natuurlijk niet zeggen, een beetje vervelend geworden.”
Terence Young met Sean Connery en Claudine Auger, Thunderball (1965)
En hoe staat Sean Connery zelf — hij wil er toch mee ophouden — hier tegenover? „Tja, hij is nog gecontracteerd voor een film „You only live twice”, maar daarna wordt het een interessante zaak en ik ben werkelijk benieuwd wat er gaat gebeuren in de toekomst. Sean vraagt dan 3 miljoen dollar en of men dat wil betalen…..?” Voorlopig ontkomt niemand en ook Terence Young niet, aan de Bond image. (...)
Welke eisen stelt hij aan een acteur (trice)?
„Het interesseert me niet of ze jong, oud, lelijk of knap zijn, het komt erbij mij op aan wat zij op het scherm maken. Daarom zou ik zo graag eens een film maken met... (hij wacht even) Greta Garbo... ze is een goede vriendin van me, maar ze filmt niet meer. Ik heb eens een film met Clark Gable gemaakt, een geweldige persoonlijkheid niet, op het scherm was hij vier keer zo groot dan in werkelijkheid... Het „star-zijn” heeft niets te maken met goed acteren, als het samengaat is het een gelukkige samenloop van omstandigheden.
„Mijn grote vriend Sean” (onvermijdelijk komen we weer terecht bij het begin van ons gesprek JAMES BOND) heeft dat „zegt hij heel beslist.” Als je „The Hill” hebt gezien weet je wat ik bedoel. Hij is groots. Ik heb hem toentertijd ook gezegd dat hij de rol in The Hill moest accepteren, niet alleen om te laten zien dat hij ook iets anders kan, maar omdat hij werkelijk een groot acteur is. Een ster met kwaliteiten. Sean zelf is groter dan James Bond. Niemand realiseert zich hoe verschrikkelijk moeilijk het is Bond te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat Sean door zijn talent zijn Bond image overspeelt en kwijt raakt, alleen door zijn talent” zegt hij dan nogmaals nadrukkelijk. „En dat wil wat zeggen als je nagaat dat hij van de laatste tien jaar Ster nr. 1 is.”
Een zeer aangenaam interview met de charmante regisseur van de eerste Bond-films.
Terug naar You Only Live Twice. In november krijgt de wereldpers eindelijk toegang tot de vulkaanset van Ken Adam. Daar zijn dus al die miljoenen naartoe gegaan (en naar limonadeflesjes):
Dit is James Bond’s duurste speelgoed
„ACTION”, is de schreeuw door de luidspreker en langzaam begint het dak weg te rollen van een gigantische hal, waarin tientallen in het rood en geel geklede Japanners in beweging komen. Zij rijden met auto’s met monorail en gaan met de lift naar boven langs een enorme Atlasraket, die gereed staat om te worden gelanceerd. Even later verschijnt er een helikopter, die door de opening in het dak binnenkomt en even blijft hangen en vervolgens zijn plaats kiest op een platform, dat langzaam begint weg te rollen zodra de piloot zijn rotorbladen heeft stilgezet.
Dit alles speelt zich af in de Pinewood-studio’s, waar de nieuwste James Bondfilm „You only live twice” in produktie is en waarvoor men het grootste, duurste en technisch ingewikkeldste decor heeft gebouwd, dat ooit voor een film is vervaardigd.
Het torent maar liefst 40 meter boven de studiogebouwen uit en is op kilometers afstand al te zien. Het decor is het inwendige van een vulkaan, waar James Bond’s grote tegenspeler Ernst Blofeld het hoofdkwartier van zijn misdaadorganisatie „SPECTRE” heeft gevestigd. Vandaar lanceert hij zijn raketten met Russische initialen om een Amerikaanse raket te onderscheppen en met Amerikaanse om een Russische raket te vangen. (...)
Bouw van de vulkaan, geen geluid
U moet niet al te verbaasd zijn, dat er niets van het oorspronkelijke boek „You only live twice” is overgebleven. Daarin wordt verhaald van een kasteel, waar in de tuin giftige planten groeien en waar tal van Japanners zelfmoord plegen. Producer Albert Broccoli en Henri Saltzman vertelden mij, dat de Japanse regering daar grote bezwaren tegen had. Men vindt dat namelijk niet een grote reclame voor Japan in het buitenland, omdat deze zelfmoord gewoonte nog steeds bestaat en in het buitenland slecht wordt begrepen.
„Wel, daarom hebben we het verhaal laten herschrijven”, zegt Henry Saltzman, die met grote laarzen aan in de hal rondloopt achter regisseur Lewis Gilbert.
Het is Gilbert’s eerste Bondfilm. „Fantastisch”, zegt hij naar de hal wijzend. „Dat is het duurste, grootste en mooiste speelgoed, waarmee Bond ooit heeft mogen spelen”. Dit decor heeft maar liefst 3½ miljoen gulden gekost, maar is niet het enige technische grapje in de nieuwste James Bond-film. Een van de mannen van de produktiemaatschappij vertelt, dat de Japanse Toyota-automobielfabriek weer een speciale James Bond-auto heeft vervaardigd, waarin de radiofabriek Sony de meest fantastische elektronische apparatuur heeft geïnstalleerd. (...)
„Verder hebben we ook een demontabel vliegtuigje”, zo zegt hij. „De producers zagen dit op de Britse t.v. en namen onmiddellijk contact op met de uitvinder. Hij vervaardigde het vliegtuigje, dat in vier koffers kan worden verpakt en waarmee Bond Blofeld’s helikopters gaat aanvallen.
Voor dit toestelletje", zegt een van de assistent-regisseurs, „was in Japan nog meer belangstelling dan voor Sean Connery. We hadden de grootste moeite de mensen weg te houden tijdens de opnamen. Ook de Amerikaanse autoriteiten hebben voor dit uiterst wendbare vliegtuigje grote belangstelling, in verband met de Vietnamese oorlog. Hij vertelt dat er ook een Japanse worstelwedstrijd is opgenomen in een 10.000 plaatsen tellend stadion.
„We moesten daar meer dan 50.000 flesjes limonade uitdelen om het ongeduld van het publiek te bedwingen, dat namelijk moest wachten, omdat er een fout in de belichting moest worden verholpen, hetgeen nogal enige tijd nam”. Door al deze dingen wordt „You only live twice” de duurste Bond-film tot dusver. De produktiekosten worden begroot op ƒ 50 miljoen, maar de producenten hopen op een opbrengst van ƒ 350 miljoen en dat is niet zo’n onwerkelijke gedachte, want „Thunderball”, die ƒ 25 miljoen heeft gekost, heeft nu al ƒ 227 miljoen in het laatje gebracht. James Bond trouwt voor de eerste keer. De Japanse bruiloft wordt uitvoerig gefilmd en iedereen wil toch mevrouw Bond zien.
Tom Brouwer in De Telegraaf, 11 november 1966
AGENT 007 WORDT WAT MENSELIJKER
James Bond krijgt duur speelgoed: imitatie-vulkaan van ƒ 3½ miljoen
(Van onze Londense correspondent) Het meest fantastische, meest spectaculaire, meest ingenieuze maar daarnaast ook duurste speelgoed, dat de filmheld James Bond ooit ter beschikking is gesteld, wordt sedert mei van dit jaar in de Pinewood-filmstudio’s bij Londen opgetrokken. Het is een gigantisch decor, dat het innerlijk van een enorme Japanse vulkaan moet voorstellen in de nieuwe Bond-film: „You only live twice”.
In het midden staat een man. Het lijkt of hij een lakonieke Londenaar is, die een dagje is komen kijken en daartoe zijn (keurig gepoetste) schoenen behoedzaam tussen de kabels, zetstukken, onvermijdelijke linnen sterren-stoeltjes en andere filmrequisieten plaatst. Wanneer in de drukdoenerij, die op een onvoorstelbare chaos lijkt, ergens in de hoogte cameraman Freddy Young het sein geeft, dat er wat hem betreft wel weer eens een paar meters celluloid belicht kunnen worden, is de man in het midden van het gebeuren. Geen wonder: in wezen is hij de man, die met dit dure speelgoed mag spelen, omdat zijn naam Lewis Gilbert is en hij als regisseur de verantwoordelijkheid voor het vijfde James Bond-filmavontuur heeft gekregen.
Dat betekent onder meer dat de lakonieke Gilbert, die de megafoon om de immense ruimte op de filmset te beschreeuwen slechts met tegenzin ter hand schijnt te nemen, in deze dagen zijn potlooddunne sigaartjes loopt te roken in een decor, dat net zoveel heeft gekost als de hele film „Dr. No”, waar het gouden 007-avontuur van producers Saltzman en Broccoli enkele jaren geleden mee begon: drie-en-een-half-miljoen gulden.
„Het is natuurlijk enorm, met zo’n decor aan de gang te mogen”, zegt hij nog eens, terwijl het dak van de in de kraterruimte gebouwde raketbasis automatisch openschuift en de enige tijd geleden binnengevlogen helicopter zijn wentelwiek weer in beweging brengt om uit de „krater” te vliegen. Peinzend kijkt Lewis Gilbert even een monorail-karretje na met Japanners in felkleurige overalls.
Ken Adams
„Eigenlijk staat daar dan ook de ster van de film” wijst hij, naar een zwartharige man gebarend, die de activiteit rondom met argusogen gadeslaat: ontwerper Ken Adams, ruim 45 jaar geleden in Berlijn geboren, sedert 1934 in Engeland en in de oorlog de enige Duitser in de Royal Air Force. Al sedert jaren stelt hij zijn als afgestudeerd architect opgedane kennis in dienst van de film. Hij leverde een groot aantal opmerkelijke prestaties als art director — o.m. in films als „Captain Hornblower”, „Around the world in 80 days” en „Dr. Strangelove”. De laatste tijd is Ken Adams ontwerper van de steeds fantastischer wordende decors voor de Bond-films.
Ken Adam verbaasde iedereen met zijn vulkaanset
Het geheim van de man, die het imponerende decor van Fort Knox ontwierp voor „Goldfinger”, die de spectaculaire set-up bedacht voor James Bond boven-en-onder-water-avonturen in „Thunderball” en die nu het grootste en meest complete filminterieur heeft ontworpen, dat ooit in Europa is gebouwd, is in een paar woorden onthuld:
„Het is allemaal fantasie, maar ik ga er altijd van uit, dat het mogelijk zou moeten zijn. Zo ook in deze Japanse krater: het zou in werkelijkheid mogelijk kunnen zijn — over de uitwerking van plannen in die richting en over de kosten praat ik nu niet — dat een dergelijke raket-basis in de krater van een vulkaan wordt gebouwd.” (...)
Meer humor voor 007
James Bond zal wel weer door Sean Connery worden gespeeld, maar hij zal toch wat anders zijn dan wij hem uit zijn vorige films kennen.
„Ik wil 007 wat menselijker, wat minder keihard maken”, zegt Lewis Gilbert (wiens volgende film de verfilming van de musical „Oliver” zal zijn). „Hem een beetje meer humor meegeven”.
Dat is dan groot nieuws over de ster van een filmserie, die in de laatste jaren een van de meest succesvolle van de hele wereld is gebleken te zijn. Een hoedanigheid, welke Connery in „You only live twice” overigens zal moeten delen met ’n decor dat met zijn 42 meter hoogte ver uitsteekt boven de omringende studiogebouwen in Pinewood; waarin meer stalen buizen zijn verwerkt dan nodig waren om ’t Hilton Hotel in Londen te bouwen; waar behalve 700 ton bouwstaal meer dan 200 ton pleisterwerk aan te pas kwam en dat overdekt is met zoveel canvas, dat er 4000 tenten van gemaakt hadden kunnen worden.
Nieuwsblad van het Noorden, 19 november 1966
Heeft niets met You Only Live Twice te maken, maar vanaf december 1966 tot en met januari 1967 brengt De Telegraaf een uitgebreide serie van 18 delen: Ian Fleming, de schepper van James Bond. Dit is, zo lijkt het, integraal het boek The Life of Ian Fleming van John Pearson, vertaald door A. de Wal.
Het boek werd hier in 1968 uitgegeven door A.W. Bruna onder de titel De man die James Bond uitvond (Zwarte Beertjes 1235), in een andere vertaling door Henk de Rijk.
De bijna dagelijkse serie liep van zaterdag 17 december 1966 tot en met 11 januari 1967. Het eerste deel omvat twee volledige krantenpagina’s.
Vanaf deel 7 gaat het qua telling mis. Deel 7 wordt namelijk, net als het deel daarvoor, 'deel 6' genoemd en die verkeerde telling houdt de krant tot het einde toe vol. Daar eindigt het feuilleton op 11 januari dan ook bij deel 17.
Tot zover de schepper van James Bond. In februari 1967 konden bezoekers aan de RAI de nieuwe sportwagen van 007 aanschouwen. Alhoewel, deze auto behoorde niet toe aan James Bond, maar aan zijn tegenspeelster Aki:
Ander kort nieuws:
En dan gaat in Engeland op 12 juni 1967 de film in première. Een aantal Nederlandse kranten doet daar verslag van:
In Nederland moesten we nog een aantal maanden wachten, hier ging You Only Live Twice op 14 september in première.
In die tussentijd nieuws van het boekenfront:
Het resultaat Colonel Sun (James Bond contra kolonel Soen in het Nederlands) werd in 1968 voor het eerst uitgegeven onder het pseudoniem 'Robert Markham'. Later verscheen heb boek ook gewoon onder Amis' eigen naam. Een prima verhaal dat de stijl van Fleming aardig handhaaft.
Na twee novalisaties van Christopher Wood van de films The Spy Who Loved Me (1977) en Moonraker (1979), was het John Gardner die de literaire James Bond in 1981 pas weer nieuwe leven inblies met Licence Renewed (Vergunning verlengd), het begin van een langse serie Bond-boeken. Kinsley Amis (1922 — 1995) heeft zich nooit meer aan een Bond-boek gewaagd.
Pas met de verfilming van Spectre (2015) hoorden we weer van Amis. Voor het eerst werd voor een film materiaal gebruikt afkomstig uit een ander Bond-boek dan van Fleming. De dialoog in de martelscène uit de 24e Bond-film is bijna één op één gekopieerd uit Colonel Sun.
En zo belanden we weer bij de film-Bond. Terug naar De Telegraaf van 24 juni 1967. Op diezelfde pagina ook het volgende bericht:
De zon was in de zomer van 1967 blijkbaar goed vertegenwoordigd. Zo goed, dat theater Tuschinski daar last van ondervond, meldt onder meer De Tijd/De Maasbode op 27 juli:
Gelukkig is de redding nabij:
In augustus, op het moment dat You Only Live Twice al twee maanden in Engeland draait, mag de internationale pers op uitnodiging ook komen kijken. Jan van Leeuwen van De Telegraaf was erbij:
De Nederlandse première is nabij. Nog even geduld. Wie een bezoek aan Tuschinski brengt, wordt alvast getrakteerd op de trailer van de nieuwe Bond-film. Een oplettende journalist van de krant De Tijd schrijft op 2 september over het volgende detail (en ik herinner mij in eigen familiekring ook mensen die hier moeite mee hadden):
Het boek werd hier in 1968 uitgegeven door A.W. Bruna onder de titel De man die James Bond uitvond (Zwarte Beertjes 1235), in een andere vertaling door Henk de Rijk.
De bijna dagelijkse serie liep van zaterdag 17 december 1966 tot en met 11 januari 1967. Het eerste deel omvat twee volledige krantenpagina’s.
Vanaf deel 7 gaat het qua telling mis. Deel 7 wordt namelijk, net als het deel daarvoor, 'deel 6' genoemd en die verkeerde telling houdt de krant tot het einde toe vol. Daar eindigt het feuilleton op 11 januari dan ook bij deel 17.
Tot zover de schepper van James Bond. In februari 1967 konden bezoekers aan de RAI de nieuwe sportwagen van 007 aanschouwen. Alhoewel, deze auto behoorde niet toe aan James Bond, maar aan zijn tegenspeelster Aki:
TOYOTA is op de RAI aanwezig met de 2000 GT, de wagen, die in de jongste James Bond film „You only live twice” door 007 wordt bereden.
De Tijd, 15 februari 1967
Ander kort nieuws:
Nancy Sinatra, die volgend maand 27 jaar wordt, heeft dit weekeinde in Londen haar versie gemaakt van de titelsong in de nieuwste James Bond-film You only live twice. De film gaat 12 juni in Londen in première; koningin Elizabeth zal erbij aanwezig zijn.
Het Vrije Volk, 9 mei 1967
Verhaal van Ian Fleming verfilmd
„Chitty, Chitty, Bang, Bang”, ’n kolderieke musical gebaseerd op verhalen van Ian Fleming, wordt deze zomer in Engeland verfilmd. De belangrijkste rollen worden vervuld door Dick van Dyke, die de rol van uitvinder en ontdekker Caracatacus Pott voor zijn rekening neemt, en Sally Ann Howes, die met deze muzikale fantasie haar filmdebuut maakt.
De film — geproduceerd door Albert R. Broccoli — staat onder regie van Ken Hughes, een veelzijdig en talentvolle jonge Engelse filmer. Het scenario schreef Roals Dahl, de man die ook het scenario van de James Bond Film „You only live twice” maakte.
Limburgsch Dagblad, 13 mei 1967
In en bij Tokio werden opnamen gemaakt voor de James Bondfilm „You only live twice”, waarin Sean Connery de hoofdrol speelt. In een scène wordt een auto achtervolgd door een helikopter met een zeer sterke magneet: eenmaal ingehaald, zal de auto worden opgetild en even later boven zee worden losgelaten.
Algemeen Handelsblad, 18 mei 1967
En dan gaat in Engeland op 12 juni 1967 de film in première. Een aantal Nederlandse kranten doet daar verslag van:
Nieuwste James Bond in overtreffende trap
Koninklijk ontvangen
Van onze correspondent
LONDEN, dinsdag.
JAMES BOND heeft gisteravond het stempel „koninklijk” ontvangen. De wereldpremière van zijn vijfde film — als men Peter Sellers’ „Casino Royale” niet meetelt — vond namelijk plaats in tegenwoordigheid van koningin Elizabeth. De vorstin, die met kennelijk plezier „You only live twice” aanzag, liet zich later Bond-vertolker Sean Connery en diens vrouw Diana Cilento voorstellen.
Het plezier van de Koningin werd gedeeld door talloze sterren en Britse edellieden, die zonder blikken of blozen ƒ250 hadden betaald voor een stoel in het Odeon-theater op Leicester Square, voor de gelegenheid uitgedost met een sneeuwwit baldakijn. Onder de sterren bevonden zich o.a. Danny Kaye en Jerry Lewis.
Al deze pracht en praal (voor een liefdadig doel) paste geheel in het kader van Bond’s nieuwe film, waarin zoals gewoonlijk alles weer in overtreffende trap wordt aangepakt.
Filmmakers Saltzman en Brocolli zouden naar menselijke maatstaven zo langzamerhand uitgeput moeten zijn wat de „gadgets” betreft, maar het tegendeel blijkt waar te zijn.
Om te beginnen is er „little Nellie”, Bonds pijlsnelle eenmanshelikopter. Er is voorts een nieuwe Japanse sportwagen uitgerust met de laatste telecommunicatie-snufjes en er is een perfide miniatuurraket, te lanceren door en vanuit een sigaret.
De grootste stunt van de film is echter de enorme krater, waarin Bonds eeuwige vijand. Spectre-leider Ernst Blofeld, zijn hoofdkwartier heeft. (...)
Ondanks deze „snufjes” zijn ook de menselijke kanten van Bond niet vergeten. Twee zeer aantrekkelijke Japanse actrices, Mie Hama en Akiko Wakabayashi, staan hem in alles — maar dan ook in alles — terzijde, terwijl de blonde Duitse actrice Karin Dor het niet zozeer op Bonds hart als wel op zijn leven heeft gemunt.
Hoewel het tempo soms wat trager is dan men van een Bondfilm gewend is — misschien te wijten aan het feit dat regisseur Terence Young na de vierde film er de brui aan heeft gegeven en werd vervangen door Lewis Gilbert — is deze film een der beste sinds „From Russia with love”, met minder nadruk op de techniek en iets meer op de man Bond. Dat de beroemde schrijver Roald Dahl het script heeft geschreven zal daaraan niet vreemd zijn.
De Telegraaf, 13 juni 1967
Nieuwste James Bond in première gegaan
(Van onze speciale verslaggever)
Koningin Elizabeth heeft maandagavond in het Londense Odeon theater in Leicester Square de wereldpremière bijgewoond van de nieuwe James Bond-film ‘You only live twice’. In de foyer werden hoofdrolspeler Sean Connery en zijn vrouw, de actrice Diana Cilento, aan haar voorgesteld.
Duizenden juichende bewonderaars hadden geen moeite Sean Connery, de superheld, te herkennen toen hij voor het theater arriveerde, hoewel Sean een brede Mexicaanse snor en lang haar droeg.
Talrijke filmberoemdheden woonden de weldadigheidsvoorstelling (prijzen tot ƒ250,—) bij. Joviale Dick van Dyke was een der eersten die over de rode loper het theater binnenging. Hij repeteert op het ogenblik in Londen voor de filmmusical ‘Chitty, chitty, bang, bang’, eveneens gebaseerd op een verhaal van Ian Fleming.
Tussen een ware modeshow van ‘Swinging London’ — met extravagante creaties als een navrodobe van lila en groen, galapyjama’s en stripjurken — richtten de camera’s zich op Patricia Neal, Sally Ann Howes, Laurence Harvey, Bernard Lee, Donald Pleasance, Lionel Jeffries en zanger Tony Bennett.
Decor
Spectaculair hoogtepunt in de nieuwe James Bond-film van producer Harry Saltzman en ‘Chubby’ Broccoli is zonder twijfel het vulkaan-decor dat voor ruim 3,5 miljoen gulden in de Engelse Pinewoodstudio's werd gebouwd.Overigens is goed te merken dat voor ‘You only live twice’ het Bondteam werd vernieuwd. Verbluffend is het aandeel van Ronald Dane, auteur van kinderverhalen en short stories, die voor het script werd aangetrokken. Dane — ‘Ik deed het eerst voor het geld, maar nu ben ik enthousiast.’ Enthousiast over de combinatie van een gewelddadige handeling, met een tintelende dialoog, die voortdurend een slag om de arm houdt.’ Intussen annonceren Saltzman en Broccoli als slottitel van ‘You only live twice’, de zesde James Bondfilm, namelijk ‘On Her Majesty’s service’.
Het Vrije Volk, 14 juni 1967
In Nederland moesten we nog een aantal maanden wachten, hier ging You Only Live Twice op 14 september in première.
In die tussentijd nieuws van het boekenfront:
Kingsley Amis zet werk van Fleming voort
LONDEN, zaterdag.
JAMES BOND leeft. Dit nieuws zal iedere bewonderaar van geheim agent 007 verheugen al zal hij nog een jaartje moeten wachten voor hij de kennismaking kan hernieuwen.
Kingsley Amis
Het is de bekende Britse schrijver Kingsley Amis, die Bond tot het leven heeft teruggeroepen, nadat het leek, dat de wonderman van de Britse geheime dienst, met zijn schrijver Ian Fleming van de wereld was verdwenen. Amis heeft na een jaar van hard werken het zoveelste deel van de Bond-serie nu voltooid en het wachten is nu op het ogenblik, dat de uitgeverij Glidrose, eigenares van het copyright van Fleming’s boeken, de thriller op de markt brengt.
Of dit eerste boek van Amis het begin is van een hele reeks, middellijk een tweede boek kunnen schrijven, aldus Amis, „en ik zal zeker niet in staat zijn, zoals Fleming, er ieder jaar een te produceren.”
Amis, die het boek - nog zonder titel - onder een pseudoniem heeft geschreven, is al jarenlang een bewonderaar en kenner van Bond. Vijf jaar geleden, toen nog maar weinig mensen waardering hadden voor agent 007 publiceerde hij een artikel van 5000 woorden, waarin hij Flemings creatie verdedigde. Dit artikel is vorige maand als pocketboek verschenen „Het James Bond dossier” geheten.
Glidrose, die na de dood van Fleming met het idee rondliep de serie voort te zetten, wendde zich dan ook tot Amis om hem te vragen of hij iemand wist, die dit kon doen. „Niemand”, antwoordde Amis. „Behalve ik zelf.” (...)
Het was zwaar werk. „Veel zwaarder dan het schrijven van een gewoon boek,” aldus Amis, die evenals Fleming op en top Engelsman is. (...)
Tegelijkertijd geeft Amis toe dat een Bond nóóit te serieus genomen moet worden. „Je doet met een dergelijk boek eigenlijk alleen maar een beroep op het verlangen van vele mensen te zijn zoals Bond is. Iedereen zou zoals hij niet te veel willen piekeren wat goed of slecht is. Het zou heerlijk zijn als men alles wat kon vereenvoudigen. Terwijl Bond soms dingen doet, die niet door de beugel kunnen, weet men dat hij au fond goed is en meestal gelijk heeft, terwijl zijn tegenstanders helemaal slecht zijn.”
Henri van der Zee in De Telegraaf, 24 juni 1967
Het resultaat Colonel Sun (James Bond contra kolonel Soen in het Nederlands) werd in 1968 voor het eerst uitgegeven onder het pseudoniem 'Robert Markham'. Later verscheen heb boek ook gewoon onder Amis' eigen naam. Een prima verhaal dat de stijl van Fleming aardig handhaaft.
Na twee novalisaties van Christopher Wood van de films The Spy Who Loved Me (1977) en Moonraker (1979), was het John Gardner die de literaire James Bond in 1981 pas weer nieuwe leven inblies met Licence Renewed (Vergunning verlengd), het begin van een langse serie Bond-boeken. Kinsley Amis (1922 — 1995) heeft zich nooit meer aan een Bond-boek gewaagd.
Pas met de verfilming van Spectre (2015) hoorden we weer van Amis. Voor het eerst werd voor een film materiaal gebruikt afkomstig uit een ander Bond-boek dan van Fleming. De dialoog in de martelscène uit de 24e Bond-film is bijna één op één gekopieerd uit Colonel Sun.
De martelscène in Spectre (2015) |
En zo belanden we weer bij de film-Bond. Terug naar De Telegraaf van 24 juni 1967. Op diezelfde pagina ook het volgende bericht:
Wie wordt nieuwe Bond?
LONDEN, zaterdag
van onze correspondent
Er wordt een James Bond gezocht. Terwijl de vijfde film naar Flemings boek „You only live twice” in Londen een record-aantal bezoekers trekt, heeft Sean-Bond-Connery definitief het besluit genomen niet langer de rol van geheimagent 007 te spelen.
Tarzan
De makers van de film, Saltzman en Broccoli, die nog zeven Bond-boeken in voorraad hebben, zijn over dit besluit niet wanhopig: „We zullen binnenkort zeker een acteur vinden, die in de huid van Bond past”, verklaarden zij opgewekt in hun Londense bureau, dat overigens heel goed in een Bond-film zou passen.
Zij ontkenden, dat Connery ermee wil ophouden, omdat hij niet genoeg verdient. Ze ontkenden eveneens bang te zijn dat het publiek een andere Bond niet zal accepteren.
„Kijk maar eens naar Tarzan”, aldus Saltzman. „In 32 films hebben ze elf verschillende acteurs als Tarzan gehad en het publiek nam het. Waarom zou Bond dan niet kunnen voortleven?”
Engels
In welke vorm? Ze weten het nog niet precies. „Hij moet in ieder geval Engels zijn, midden-dertig en tamelijk onbekend. Uiteraard moet hij een goede acteur zijn met een atletisch figuur. Hij moet zich vooral gemakkelijk weten te bewegen”, aldus de Bond-makers, en zij voegden eraan toe: „Hij mag niet op Sean Connery lijken.”
De zon was in de zomer van 1967 blijkbaar goed vertegenwoordigd. Zo goed, dat theater Tuschinski daar last van ondervond, meldt onder meer De Tijd/De Maasbode op 27 juli:
Dat een warme zomer niet in alle kringen onverdeeld wordt toegejuicht, bleek woensdag weer eens in de Jaarvergadering van ’t Tuschinski-concern, de N.V. Matubel, waar werd meegedeeld dat het zonnige jaargetijde bepaald geen goed heeft gedaan aan het bioscoopbezoek. Als het mooie weer onverminderd blijft aanhouden zal een belangrijke neerwaartse druk op de resultaten waarschijnlijk niet uitblijven. De daling kwam juist op het moment dat er zekere aanwijzingen waren voor een zich stabiliserend bioscoopbezoek. (...)
Gelukkig is de redding nabij:
(...) Een van de belangrijkste „paradepaarden” die het concern in september in roulatie gaat brengen, is de nieuwe James Bond-film „You only live twice”, die volgens het bestuur in het buitenland een overweldigende belangstelling heeft gekregen. (...)
In augustus, op het moment dat You Only Live Twice al twee maanden in Engeland draait, mag de internationale pers op uitnodiging ook komen kijken. Jan van Leeuwen van De Telegraaf was erbij:
(...) Populaire dagbladen met miljoenenoplage roemden het nieuwe Bondprodukt als de beste uit de serie.
(...) „Goldfinger” was James Bond te land, „Thunderball” 007 onder water en „Je Leeft Maar Twee Keer” geeft James de Ruimte! (...)
Overigens wordt in „Je Leeft Maar Twee Keer” ook serieus aandacht geschonken aan traditionele Japanse methoden om tegenstanders naar de andere wereld te helpen. Van een van de simpelste en tegelijk meest geraffineerde manieren kan straks de Nederlandse bioscoopbezoeker getuige zijn:
Verloederd SSS (= Spectre Super Schurk) in nacht schim op dak eerbare Japanse woning. Zakken lange draad door gat dak tot boven mond hooggeacht Brits agent, slapend met beeldschone Japanse hulp-agente. Druppel dodelijk gif langs draad naar uiteinde beneden. Beeldschone Japanse hulpagente beweegt in slaap en druppel vergif raakt haar lip. Beeldschoon Japanse hulp-agente pijp uit. Verloederd SSS pech. Hooggeacht Brits agent veel geluk.
(...) Pikante bijzonderheid: „Je Leeft Maar Twee Keer” is de eerste James Bond-film, waarin de toeschouwer oog in oog komt te zitten met de Personificatie van het Kwaad, Spectre’s Nummer Eén mr. Blofeld! Betekent dit dat de strijd van 007 tegen het duivelse misdaad-syndicaat tenslotte is beslecht?
Aan het einde van de film annonceren producenten Saltzman en Broccoli hun zesde Bond-avontuur „On Her Majesty’s Service”. Op de wereldpremière heeft Sean Connery verklaard met „Je Leeft Maar Twee Keer” een streep te zetten onder zijn fabuleuze en lucratieve 007-carrière. Een geluid dat al eerder is vernomen!
In elk geval concentreren de producers ditmaal nog hun enorme publiciteitscampagne op die éne kassavullende kreet: Sean Connery IS James Bond in „You Only Live Twice”.
De Nederlandse première is nabij. Nog even geduld. Wie een bezoek aan Tuschinski brengt, wordt alvast getrakteerd op de trailer van de nieuwe Bond-film. Een oplettende journalist van de krant De Tijd schrijft op 2 september over het volgende detail (en ik herinner mij in eigen familiekring ook mensen die hier moeite mee hadden):
JOHN EN SIEN
EEN PAAR WEKEN al draait in de theaters van het Tuchinski-concern de „trailer” (voorfilm) van de nieuwste James Bond, „You only live twice”. Een schitterende trailer, met de definitieve onthulling, dat de uitspraak van naam Sean (Connery) toch dichter ligt bij John dan bij Sien. Half tot eind september is de première en het schijnt een „must” te zijn om Sean (John) te gaan Sien.
En dan, op 14 september, mag ook Nederland genieten van het Bond-spektakel. You Only Live Twice, merendeel aangeduid als Je leeft maar twee keer, draait de eerste week in een groot aantal bioscopen (onder meer: Tuschinski Amsterdam, Cinema Groningen, Royal Heerlen, Passage Den Haag, Rembrandt Arnhem, Rembrandt Utrecht, Trianon Leiden, Carolus Nijmegen, Luxor Den Bosch, Chicago Eindhoven, Mabi Maastricht, Cinema Palace Haarlem en Cinema Alkmaar).
De meningen over de film lopen sterk uiteen, maar de bioscooprecette voor 1967 lijkt, met dank aan 007, in ieder geval veilig.
Een greep uit de recensies:
Machteloze miljoenendans
Tweede leven van James Bond als figurant
DE heren Albert R. Broccoli en Harry Saltzman zijn de grote bazen van de James Bond N.V. Zij beheren een merkartikel dat zich, naar de maatstaven van het filmbedrijf, ongekend succesvol heeft getoond. Hel filmsucces van de Bond-figuur heeft, zoals bekend, het succes van de bestsellers van Ian Fleming, de geestelijke vader van de meesterspion, nog ver in de schaduw gesteld. Na DR. NO en FROM RUSSIA WITH LOVE was Bond plotseling het filmidool van de jaren zestig. Een ongeëvenaarde populariteit op wereldschaal, tot uiting komend o.m. in een vloedgolf van Bondsnuisterijen van manchetknopen tot asbakken. Het beste bewijs trouwens en tegenwoordig een onontkoombaar bijverschijnsel van iedere commerciële populariteit. Een van de ellendigste gevolgen van de Bond-rage was wel de niet te sluiten stroom van namaakspionnen met twee nullen op hun halsband. Voor het overgrote deel potsierlijke slechte imitaties, afkomstig uit de studio’s van de concurrentie, die buitengewoon begerig bleek iets mee te pikken van Bonds fenomenale succes.
Meer van het zelfde
HET verkopen van een merkartikel is natuurlijk geen kleinigheid. De heren Broccoli en Saltzman hebben uiteraard alles in het werk gesteld om de populariteit zo lang mogelijk in stand te houden. Een eierdans met de tijd. Te veel films in te korte tijd stompt af, te weinig kan de markt voortijdig doen inzakken. De commercie eist verder dat het product onveranderd blijft. Aan de succesformule, dure technische snufjes en weelderige vrouwen, mag natuurlijk niet getornd worden. Anderzijds moet er toch weer wat nieuws bedacht worden en liefst iets wat in spectaculariteit het vorige nummertje overtreft.
Harry Saltzman en Albert R. Broccoli
Tengevolge hiervan is iedere nieuwe Bond-film een nogal moeizaam avontuur. En de allernieuwste You only live twice — Je leeft maar twee keer, bewijst dit meer dan de vorige. Deze film is kennelijk gemaakt onder het motto „meer van hetzelfde”, spectaculairder, duurder, „unieker”. Het beoordelen van een dergelijke film is in zoverre moeilijk, dat er vrijwel geen vergelijkingsobject is. Wie kan zich buiten de Bond-producers permitteren met zoveel geld te smijten en overal het duurste vandaan te kopen? Met een eenvoudige spionnenfilm heeft dit alles dus niet zoveel meer te maken. Een Bond-film moet meer zijn en ga daar maar eens aan staan. Het is duidelijk dat het publiek uitgekeken is op achteruitschietende pistooltjes, groene zeep spuitende auto’s en meer van dat geijkte werk. En er staan dan in principe twee wegen open om aan de Bondfilms verder te bouwen. De eerste: verder uitwerken van de hoofdpersoon, een niet door scrupules geplaagde superspion. Geen fijn karaktertje, maar toch een vent die klaarblijkelijk door koelbloedigheid en onverschrokkenheid het publiek weet aan te spreken. Deze weg is gevaarlijk. Want wie geeft de garantie dat het publiek nog wil komen als de held gaat afwijken van de vaste patronen? Daarom werd de tweede weg gekozen: meer techniek en minder Bond.
Monstrueus unicum
IN Je leeft maar twee keer heeft het personage van de hoofdpersoon niet zo heel veel meer te betekenen. Hij is geworden tot een figurant in het duurste decor dat er maar uit de grond te stampen is. Men bouwde een kunstmatige holle vulkaan, met afsluitbaar dak. Zo groot dat helicopters zonder moeite in en uit kunnen vliegen.
Het is een monstrueus unicum. Compleet met monorail, beweegbaar helicopterplatform, installaties met raketten en alle poppenkast en knoppenpaneeltjes, die daarbij horen. Alleen dit ene decor kostte een slordige 10 miljoen gulden! (Pim & Wim willen daarvoor graag honderd speelfilms maken).
Tegen zoiets kan Sean Connery het natuurlijk niet opnemen, hij loopt er in dit gigantische kitschpaleis wat verloren bij. Nu is het natuurlijk wel iets bijzonders als iemand tien miljoen wil uitgeven voor een stuk decor, maar dan is de vraag: Wat gebeurt er mee? Worden er bijzondere dingen mee bereikt? Dat is helaas niet het geval. Het meest spectaculaire effect is het nog als al die tien miljoen met feestelijke knallen in de lucht geblazen worden. Duur vuurwerk.
Gesmoord
HET meest kenmerkende van deze monsterproductie is de machteloosheid. Ondanks alle miljoenen investering, ontleent men de effecten aan het geijkte repertoire van de piratenfilm. De superschurk heeft een eng oog. Als de mannen van Bond aan touwladders in de vulkaan afdalen, is dat sprekend de verovering van een zeilschip. Als er mensen uit de weg geruimd moeten worden in de vulkaan, dan weet men daar niets moderners voor te bedenken dan een vijver met van die onaangename mensenetende visjes. Maar die truc kende Tarzan dertig jaar geleden al.
Zoals gezegd, van Bond is nog slechts een schim over. In vorige films kon er nog wel eens een grapje af, maar hier schijnt tijd geld te zijn en kan men zich niet door beuzelarijen laten ophouden. De wezenloosheid van de hele geschiedenis maakt ook, dat de onsympathieke trekken van het Bond-repertoire, het sadisme, de geweldverheerlijking en het rassisme minder sprekend zijn. Wel is er de voor dit soort films gebruikelijke anti-Chinese intrige.
Je leeft maar twee keer is de eerste Bond-film van regisseur Lewis Gilbert. Hij wist onomstotelijk aan te tonen, dat geld alleen nog geen spanning kan verzekeren.
Daar is meer voor nodig en misschien ook minder, want welke vrijheid een regisseur gebleven is in een dergelijke monsteronderneming is nauwelijks een vraag. Niemand minder dan Roald Dahl schreef het scenario. John Barry schreef de door Nancy Sinatra gezongen titelsong, een van de beste onderdelen van de film. Het verhaaltje van een dergelijke film is geheel onbelangrijk, want iedereen weet toch wel hoe het moet aflopen.
Belangrijk is wel de held en die is in de koele omhelzing van miljoenen dollars gesmoord. Overigens geen groot verlies, de filmgeschiedenis heeft bepaald sympathiekere helden voortgebracht. Wat rest is een spectakelstuk, waar de liefhebbers zich niet direct bij zullen vervelen.
TUSCHINSKI 14 jr.
A. de L.
De Waarheid 15 september 1967
Een stevig artikel met veel waarheden. Deze James Bond, niet de film maar de figuur, is ver te zoeken in dit explosieve avontuur. Van de menselijke Bond, zoals ons eerder werd beloofd, is niet veel overgebleven. Dat de titelsong een van de hoogtepunten van de film is, slaat de spijker op zijn kop.
Wat overeind blijft is het spektakel dat de liefhebber wordt voorgeschoteld. Vervelen zit er niet bij.
James Bond op stap in puur mythologische onderwereld cinema
James Bond gaat weer naar de Onderwereld. Onderwereld met een hoofdletter, want de gewone onderwereld van inbrekers en heroïnesmokkelaars is niet wat Bond zoekt. Wanneer we op stap gaan met de halfgod 007 moeten we er op rekenen in de puur mythologische Onderwereld, een hel van Vuur en Kwaad, terecht te komen. En net als in het godenrijk dienen wij te verwachten dat mr. Bond het Kwaad in Vuur ten onder laat gaan, na een tocht over een steeds gevaarlijker pad naar het binnenste van het Labyrint, alles overlevend — niet omdat hij bijzonder sterk is, of heel slim, gewoon omdat hij onsterfelijk is. Niets bijzonders dus.
In de onderwereld zetelt de duivel, dat is algemeen bekend. Net zo bekend als het levensdoel van de duivel: beheersing van al wat leeft (en gestorven is, natuurlijk, maar dat kun je als filmproducent tegenwoordig toch niet meer verkopen). Wat dat betreft vertelt „Je leeft maar keer” ons dus niets nieuws. Gelukkig gaat het in de mythologie niet om nieuws — of om goed sluitende redeneringen, of waarschijnlijkheden in het verhaal. Het gaat er om dat er gebeurt wat er nu eenmaal gebeuren moet: de macht van het kwade moet worden uitgeroeid met wortel en tak.
Deze eenvoudige opgave gaf fïlmproducers Broccoli en Saltzman de gelegenheid alle aandacht te besteden aan de vormgeving van het geweld en het verhaal doodsimpel te houden. Nog overweldigender gewelddadig (maar minder sadistisch: de psychologie is ook onbelangrijk geworden) en nog kinderlijker simpel dan de vorige Bond-films is deze nieuwste en duurste produktie. (...)
De vormgeving is uiteraard heel technisch, met verchroomde valluiken, televisiecircuits overal en raketjes die uit sigaretten komen. Ook is er een heel geestig minivliegtuigje, werkelijk een gek ding, dat waarschijnlijk het per vierkante decimeter zwaarst bewapende vliegende apparaatje uit de filmgeschiedenis is. Voor meer humoristische trekjes, meestal van een macaber soort, is de scenarioschrijver verantwoordelijk. Het is Roald Dahl, de Amerikaanse schrijver van korte verhalen die beroemd is om zijn „zieke” grappen. (...)
De vulkaan waarin mr. Schurk zijn hoofdkwartier en lanceerbasis heeft is nagebouwd in Engeland. Dat kostte 10 miljoen gulden. De vliegtuigen die er in landen zijn echt.
Hko.
Nieuwsblad van het Noorden, 15 september 1967
DE NIEUWSTE BOND: WEER DODELIJK EN EXPLOSIEF
TECHNISCHE vernuftigheden vormen de ruggegraat van de nieuwste James Bond-film „You Only Live Twice”. Van de kleine sigaret-raket, via de zwaar bewapende eenmanshelicopter Little Nelly, tot de kunstmanen-opslokkende reuzenraket van super-boef dr. Ernst Stavro Blofeld; alles in deze vijfde Bond-film is perfect uitgevoerd, en alles is dodelijk en explosief.
JAMES Bond, het idool van duizenden, het onderwerp van verafgoding én van diepzinnige bespiegelingen van sociologen en psychologen, redt in zijn tweede leven het mensdom van een derde wereldoorlog, ’t Is Jean Connery’s laatste Bond-rol, want de zesde Bond-film, naar Ian Flemings boek „On Her Majesty’s Service”, die momenteel in Israël wordt opgenomen zal een andere titelspeler hebben.
ER IS veel nieuw in deze film: Bond rijdt niet meer in zijn super Aston Martin, maar in een speciaal door Toyota gebouwde sportcar; scenarioschrijver is ditmaal Roald Dahl, vooral bekend door de macabere verhalenbundel Kiss, Kiss; regisseur is ditmaal niet Terence Young, maar Lewis Gilbert (van „Alfie”). Nancy Sinatra zingt de, met Bond-achtige muziek begeleide, titel-song.
ER IS geen dollarcent gespaard aan deze enorme produktie. Waren de kosten voor de eerste Bond-film nog slechts 5 miljoen gulden, en voor Thunderball 25 miljoen, ditmaal waren er 30 miljoen nodig voor deze bijna twee uur durende rolprent.
HET VERHAAL van „Je leeft slechts tweemaal” is volkomen afwijkend van Flemings boek, dat eigenlijk alleen nog de naam gemeen heeft met de film: Bond wordt ingezet om op te sporen welke snoodaard de ruimteschepen van zowel Russen als Amerikanen doet verdwijnen. Het spoor voert richting Japan, waar lieftallige meisjes Bond vertroetelen tijdens de adempauzes in de verschillende voorpostgevechten. Met de in drie koffers uit Engeland overgebrachte mini-copter-met-slagschipbewapening wordt dan het vulkaaneiland, vanwaaruit Blofeld zijn schurkse aktiviteiten leidt, verkend. (...)
DEZE vijfde James Bond-film zit vol vaart. Het opname-procédé Technicolor en Panavision garandeert een prachtig beeld. Moeilijke trucages zoals de start van de raket, en het onderscheppen van de Gemini-capsules in de ruimte resulteerden in levensechte beelden. En hoewel „Je leeft slechts tweemaal” niet die typische cynische, kille James-Bondmentaliteit uitstraalt, heeft zij toch alle elementen die nodig zijn voor een bijzonder boeiende rolprent.
ROYAL HEERLEN 14 jr.
Sj. K.
Limburgsch Dagblad, 15 september 1967
On Her Majesty's Service, daar heb je hem weer. Opnames zouden op dat moment in Israël plaatsvinden. Bij mijn weten is van Israël nooit sprake geweest en de opnames van Majesty waren bij lange na nog niet begonnen. De nieuwe Bond zou immers pas in de herfst van 1968 bekend worden.
Roald Dahl zet het mes in superman James Bond
Klets-klats-klanderwerk perfect gehandhaafd
Het filmspektakel rond Ian Flemings snelle en slagvaardige superman James Bond is onverminderd op peil gebleven. De vele imitaties (o.a. Flint) en persiflages (o.a. Peter Sellers in „Casino Royal”) hebben de geduchte reputatie van geheim-agent 007 ongeschonden gelaten.
„You only live twice” is de vijfde film in de reeks en na de première hier in Londen al weer ruim tien weken een daverend succes. De flitsende, bijna onmogelijke acties, gekruid met de wilde pepers uit het bekende sexpotje en een forse greep uit de onbeperkte mogelijkheden van de science fiction vormen ook nu weer het recept voor een fantastisch verhaal, dat de weg naar de bioscopen van de wereld wel zal vinden.
De heren achter deze Bondproduktie hebben uit hun succes geleerd, dat zij niet kinderachtig moeten zijn. Vandaar dat de opzet van hun films steeds groter en steeds kostbaarder wordt. Vandaar wellicht ook, dat de James Bondfilm een grote trekpleister is gebleven.
Na „Dr. No”, „Veel liefs uit Moskou” „Goldfinger” en „Thunderball” is „You only live twice” op een nog bredere leest geschoeid. De Britse regisseur Terence Young, die de serie de rug heeft toegekeerd, maakte in deze jongste Bondverfilming plaats voor Lewis Gilbert. Het recept was deze invaller echter voldoende bekend om geen fouten te maken. Gilbert is eenvoudig op de ingeslagen weg voortgegaan. Hij handhaafde ook de combinatie van gewoon mooie beelden met breed opgezette actie-opnamen. De enige, die er in slaagde toch enige verandering in de Bondfilm tot stand te brengen, is de Engelse meester van het korte verhaal Roald Dahl, de schrijver, o.a. van „Mijn liefje, mijn duifje” en „Op weg naar de hemel”.
Dahl werd aangetrokken voor het script van deze vijfde Bondfilm, maar weigerde de paden van zijn voorganger te betreden. Hij heeft stevig het mes gezet in de gebruikelijke pikanterieën, ofschoon er omwille van de faveur toch nog heel wat is overgebleven. Hij heeft ook in de persoon van Bond zelf veranderingen aangebracht. 007 is lang niet meer de volmaakt geklede, meedogenloos wrede vrouwenveroveraar. Hij is zelfs bepaald menselijk geworden, compleet met fouten en vergissingen. Hij maakt zich ook zorgen over het welzijn van onschuldige mensen. (...)
Want de grote knokshow moet verder. Nu al overweegt men, of niet het moment gekomen is om de, in ruil voor klinkende munt altijd weer bereid zijnde Sean Connery uit te nodigen voor de productie van Bond nummer zes: „In dienst van Hare Majesteit”. Een nieuw verhaal met nieuwe winstkansen. Het ziet er naar uit, dat het punt van verzadiging nog altijd niet bereikt is.
Voorlopig kunt u zich nu ook in Nederland ervan overtuigen, dat „Je leeft maar twee keer” slechts een titel is. James Bond lijkt nog lang niet dood.
HAYE THOMAS
De Tijd, 15 september 1967
James Bond: Nobelprijs voor de vrede
(...) HET ligt voor de hand — een zo uniek genre als de Bondfilm is dat aan zichzelf verplicht — dat de avonturen van 007 een voorspelbaar patroon volgen: vrouwen, valkuilen, Aziaten, narrow escapes, eindoverwinning. Ook oude, beproefde gimmicks keren terug, als het blik spinazie bij Popeye: de secretaresse van Bonds chef (de ideale moeder-de-vrouw-figuur in het genre — ze weet dat James straks weer ontzettend achter de meiden aan zal zitten, maar ze begrijpt hem en zal nooit laten merken hoeveel pijn het haar doet), de vaste rotzak van het gele ras, èn Q, die zorgelijke hypochonder die nachtenlang niet in z’n bed komt omdat hij een technisch perfecte machinerie moet ontwerpen vol geheime mitrailleurs, schietstoelen en radarschermen, in de wetenschap dat James er mee om zal gaan als een roekeloze robbedoes met de broek waar Moeder vele avonden bij spaarzaam lamplicht aan heeft zitten breien.
Toch is al gauw duidelijk dat er een fundamenteel verschil is tussen Bonds rol in deze nieuwe, en die in al z’n vorige films. Als contra-spion was 007 nooit veel beter (in de „ethische” of morele zin) dan z’n tegenstanders: hij knapte z’n karweien op met een volstrekt ongeëngageerd vakmanschap, altijd even cynisch, even wreed, even machinaal en robot-achtig als het tuig dat hij bestreed.
Maar hier in Japan wordt zijn taak ineens geadeld door het wereldomvattende kwaad dat hij moet beteugelen. Dr. No was nog nauwelijks meer dan een privé-vijand. In From Russia with Love ging het nog om tamelijk eenvoudige geheimen. Goldfinger wilde „slechts” goud (weliswaar om terwille van China de Westerse economie te ontwrichten, maar daar vloeit tenminste geen bloed bij), en de Number One van Spectre was in Thunderball alleen nog maar een op veel geld beluste kidnapper van de Bom. Maar het krater-opperhoofd uit You only live Twice is bereid voor een paar centen de wereld te laten uitroeien — en de James Bond die dat verhindert is niet meer zomaar een slimme, vakkundige geheim agent, die is de redder van de mensheid, een effectief soort super-Oe Thant, de kandidaat voor de volgende twintig Nobelprijzen voor de vrede. (...)
EEN totaal nieuwe Bond? Of een herboren 007 — wat ook in feite nog zo is, want hij staat (zie ook de titel) in het begin van de film uit de dood op nadat hij, bij wijze van schijnmanoeuvre, met alle pracht, praal en publiciteit, doch verpakt in plastic met een snorkel op, in een eerlijk zeemansgraf is geworpen.
Er is nog niets anders.
Zorgelijke toeschouwers van oude Bonds hebben ook al eens verwezen naar de half-sociologische theorieën van Kracauer die de films uit de Weimar-tijd naderhand heeft geanalyseerd als vooraankondigingen van het Derde Rijk. In al die Caligari’s, Golems, Mabuses en Metropolissen was immers het alternatief aan de orde tussen chaos en dictatuur, en telkens werd, min of meer uit armoede, als noodoplossing de dictatuur gekozen.
Die analogie reikte bij Bond nog verder — ook zijn avonturen, in zijn wereld, waren en zijn vluchten uit de realiteit in macabere, sprookjesachtige, huiveringwekkende en half mystieke fantasieën.
EN het lijkt waarachtig of Saltzman en Broccoli ook dat hebben vernomen, en ook daarmee rekening hebben gehouden. Niet door de schijn te vermijden, maar door de schijn te versterken. You only live Twice kan namelijk zonder meer doorgaan voor een re-make van Metropolis — Fritz Lang 1925. Daar (zoals oudere kijkers zich zullen herinneren) de machtsstrijd tussen de geldmagnaat Freder en zijn perfecte uitvinder Rotnang aan de ene, en Freder Jr. plus de arme onderdrukte massa aan de andere kant: symbolische science-fiction met sociale Einlagen, precies als bij Bond. (...)
Trouwens, nu we daar aan toe zijn: You only live Twice behoort cinematografisch tot de zeer zwakke afleveringen uit de serie. Het script is nogal rechtlijnig en onverrassend, de fotografie houdt niet over, de art-direction (een groot punt in de mekaar overtroeven-moetende weelde-artikelen) is aan de povere kant, en wat de trucs, de special-effects en de animation betreft zal men af en toe met eerbied aan de Thunderbirds denken. Hetgeen best eens mag in de bioscoop.
JAN BLOKKER
Algemeen Handelsblad, 15 september 1967
Een puist van een artikel van Jan Blokker, prettig geschreven. De vergelijking met de klassieker Metropolis is een goede vondst die ik nergens anders, en ook later niet, ben tegengekomen. Donald Pleasence doet hem zelfs denken aan de stramme Fritz Lang, maar dat moet toeval zijn.
Wat betreft de laatste alinea: de fotografie van You Only Live Twice is juist oogstrelend. Wellicht dat de kopie (in Tuschinksi neem ik gemakshalve aan) die Blokker zag wat lodderig oogde, maar Twice is cinematografisch één van de hoogtepunten uit de serie. De beelden van Freddie Young in combinatie met de oorstrelende muziek van John Barry maakt dat de film na vijftig jaar, wat je ook van het verhaal vindt, nog steeds de moeite waard maakt.
De laatste recensie is uit De Telegraaf. De krant van wakker Nederland had eerder al vanuit Londen bericht over de film, voor de Nederlandse release is maar een beperkte ruimte beschikbaar. Auteur is de lollige G. Alingh Brugmans, en niet zoals we gewend zijn Henk van der Meyden:
„Twee honden vechten om een been en een derde loopt er mee heen.” Die derde zou, indien zijn opzet was gelukt, een heer van onbekende nationaliteit zijn geweest, in het bezit van enige miljarden, een witte poes en anderhalf oog. Zijn technici namelijk hebben een ruimtevaartuig geconstrueerd, dat veel van een gapende bek heeft en hongerig hapt naar meer conventionele modellen, onverschillig van welke herkomst. Ongetwijfeld zou de ruimte reeds lang in het bezit van deze anonymus zijn geweest wanneer James Bond, die nimmer heeft gefaald en ook nimmer falen zal, er geen stokje voor had gestoken.
Daar de exploitant van de hapmachine kantoor houdt in Japan (in een ondergrondse ruimte, bedekt door een soort metaal, dat de indruk van water wekt), krijgen wij, met Bond, de gelegenheid kennis te nemen van diverse, aldaar geldende gebruiken, die, tezamen met het permanente pistoolvuur, de tijd op aangename wijze korten. Daar ik niet in het bezit van het diploma h.t.s. ben, moet ik u een beschrijving van de ingewikkelde apparatuur, verband houdende met de bouw en lancering van het hap-monster onthouden.
LAATSTE
Uit het bovenstaande mag u inmiddels duidelijk zijn geworden dat Bond niet tot de talrijke slachtoffers onder de voor- en tegenstanders van de miljardair behoort. Niettemin zal het de laatste keer zijn dat u hem ziet, althans in de gestalte van Sean Connery, die zich, niet tot zijn uitsluitend genoegen, met hem heeft geïdentificeerd — daaraan vele dollars, doch geen reputatie als kunstenaar heeft verdiend en nu de tijd gekomen acht om zich, meer dan tot dusver het geval is geweest, als zodanig te bewijzen. („Je leeft maar twee keer” Tuschinski).
G. Alingh Brugmans in De Telegraaf, 15 september 1967
Nu de film in de bioscoop draait en de journalistieke belangstelling voor You Only Live Twice langzaam wegebt, moet het publiek zelf maar uitmaken of de nieuwe Bond is geslaagd.
En dan komt Little Nellie plots naar beneden...
Nieuwsblad van het Noorden, 28 september 1967
James Bonds helikoptertje stort neer
Het helikoptertje uit de James Bond film You only live twice is gisteren op het vliegveld van Manchester neergestort. Tijdens een demonstratie voor de pers werd het toestel, dat 20.000 gulden heeft gekost, door een windstoot gegrepen. Het kwam op zijn zij terecht, waarbij propeller en rotor werden vernield. Piloot Kenneth Wallis bleef ongedeerd. De schade wordt geschat op 5.000 gulden.
You Only Live Twice doet het, zoals gebruikelijk voor James Bond, goed in de Nederlandse bioscopen. Ondanks de warme zomer mag het jaar 1967 zelfs afsluiten met een recordaantal bioscoopbezoekers. Een record dat pas in 2015 werd ingehaald. Althans, volgens recente berichtgeving. Op 7 juni 1968 meldt De Telegraaf het namelijk net iets anders:
Vanaf maart 1968 neemt het aantal vertoningen van You Only Live Twice sterk terug, waarna Casino Royale het roer overneemt. De James Bond-parodie die in Engeland uitkwam in april 1967, draait hier vanaf december dat jaar.
Harry Saltzman is inmiddels bezig met Battle of Britain en Cubby Broccoli met Chitty Chitty Bang Bang.
FILMBEZOEK KLEINER, OPBRENGSTEN GROTER
Voldoening over het feit dat de regering per 1 januari a.s. de vermakelijkheidsbelasting voor de bioscopen wil afschaffen, teleurstelling over een opnieuw verminderde kaartverkoop, maar vreugde over een niettemin duidelijke stijging van de recettes, dat zijn de opvallendste punten die bioscoop-bonddirecteur, de heer J.G.J. Bosman, noemt in het jaarverslag 1967 van de Nederlandse Bioscoopbond. De oorzaken zijn niet nieuw, hoewel er de vorige zomer in de vorm van aanhoudend mooi weer, wel een bijkwam. Een rol speelt ook het feit dat tegenwoordig veel films worden uitgebracht van zeer grote lengte, waardoor vele bioscopen slechts één avondvoorstelling heeft tegen voorheen twee.
(…) Er werden in de loop van het vorige jaar in Nederland in totaal 337 nieuwe films uitgebracht, waaronder 4 van eigen land. Achttien van deze films behaalden al 32 procent van de totaalopbrengst, waarmee opnieuw wordt aangetoond dat de bioscoop meer en meer afhankelijk is van kwaliteitsfilms en dat het uitgaande publiek ook steeds kritischer en selectiever wordt in zijn keuze.
Vanaf maart 1968 neemt het aantal vertoningen van You Only Live Twice sterk terug, waarna Casino Royale het roer overneemt. De James Bond-parodie die in Engeland uitkwam in april 1967, draait hier vanaf december dat jaar.
Harry Saltzman is inmiddels bezig met Battle of Britain en Cubby Broccoli met Chitty Chitty Bang Bang.
James Bond laat pas weer van zich horen in de herfst van 1968. Met het nieuws waar niemand vreemd van op zal hebben gekeken:
NIEUWE JAMES BOND
(Van onze correspondent)
LONDEN, 11 okt. — Hij heet George, is 29 jaar oud, donker van haar en breed in de schouders. Na een eindeloze speurtocht en intensieve selecties, is deze in Australië geboren George als enige overgebleven en waardig bevonden om de Schotse acteur Sean Connery op te volgen als James Bond. Of hij zicheen waardige opvolger van de door James Bond tot miljonair geworden Connery zal tonen, valt natuurlijk te bezien. De publieke belangstelling en de daarmee direct verband houdende recettes aan de kassa, zullen daarover moeten beslissen.
Voorlopig zijn de filmproducenten Albert Broccoli en Harry Saltzman ervan overtuigd, dat George Lazenby een nieuwe miljoenengok waard is. Hij zal de ster worden van „On Her Majesty’s Secret Service”, de volgende film in de reeks van formidabele Bondsuccessen, die bij „You only live twice” was blijven steken.
Sean Connery had er zijn buik, zoals gezegd, meer dan vol van, was inmiddels financieel mans genoeg geworden om zichzelf te overschatten en te stellen, dat hij nu eindelijk wel eens het grote serieuze werk wilde en liet de club van Broccoli en Saltzman in de steek. Dat heeft natuurlijk even een benauwd schokje gegeven. Per slot van rekening laat je een goed paard niet zomaar ontsnappen. Maar tenslotte hebben beide heren toch alle moed verzameld en zijn een grote speurtocht begonnen naar een nieuwe Bond-figuur. Honderden goed ogende mannen werden uitgezocht en geselecteerd. Maar geen van hen „had het”, zoals Saltzman verklaarde.
Toen kwam die regenachtige morgen in een exclusieve en dus peperdure kapperszaak in het Londense Mayfair, waar Albert Broccoli een man in de scheerstoel aantrof, die hem onmiddellijk leek. Broccoli liet zijn gangen nagaan. Ontdekte dat hij de zoon van een bescheiden Australische grasmaaier was, dat hij als fotomodel veel geld had verdiend en ook als verkoper van tweedehandsauto’s de nodige successen had geboekt. Zijn spionnen wisten hem te vertellen dat hij bij elke gelegenheid zeer zorgvuldig gekleed was. Dat hij voor zijn drankjes over een uitgebreide keus beschikte en dat het vrouwelijke schoon hem zeker niet onberoerd liet.
EN TOEN KREEG George Lazenby, die nog nimmer in zijn leven geacteerd heeft, de oproep die van hem een rijk en beroemd man kan maken. Het begin is er in ieder geval. Want in de Parksuite van Londens vermaarde Dorchester Hotel, u weet wel, dat plechtige gele gebouw waar vaak de allerduurste sjeiks wonen, is deze week de vlot glimlachende George aan de wereldpers voorgesteld. Met een nijdig „poffertje” tussen de dunne agressieve lippen en een glas dubbele Martini met ijs in de gespierde hand, vertelde hij ons vast van plan te zijn er een groot succes van te maken. „Ik moet wel”, liet hij er ernstig op volgen. „Ik heb nu een speciale coach gekregen, die me helemaal opnieuw leert spreken. Mijn manier van lopen wordt veranderd. Mijn benadering van vrouwen moet ook helemaal anders worden, kortom ze zijn al druk aan het sleutelen. Zoiets is nooit weg, snap je. Sean Connery is er tenminste heel wat wijzer van geworden”.
De tijd, 11 oktober 1968
Wat zei Harry Saltzman in juni het jaar daarvoor ook alweer? Hij moet Engels zijn, midden-dertig, een goed acteur en hij mag niet op Sean Connery lijken...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten