Films en seriesFilms en series

vrijdag 31 juli 2020

Bijrolactrice ‘Never Say Never Again’ overleden

Op 61-jarige leeftijd is deze maand de Franstalige actrice Saskia Cohen-Tanugi overleden. Dat meldt onder meer Le Figaro. Cohen-Tanugi speelde in 1983 tegenover Sean Connery in Never Say Never Again (1983).


Cohen-Tanugi speelde de rol van Nicole, James Bonds contactpersoon in Nice. Zij helpt 007 in contact te komen met Domino. Als Bond Domino tijdens een tango weet te overtuigen dat Largo haar broer Jack heeft vermoord, weet Bond haar aan zijn zijde te krijgen. Wanneer Bond daarna terugkeert naar Nicole, treft hij haar levenloos aan in het waterbed. Hierop zet Bond per motor de achtervolging in op de moordenares, Fatima Blush.

In november 1983 bezocht Saskia Cohen-Tanugi samen met Sean Connery de Internationale Filmweek Amsterdam, waar Never Say Never Again in Tuschinski als slotfilm werd vertoond. Het was de eerste keer dat castleden van een James Bond-film een Nederlandse Bond-première bijwoonden.

Saskia Cohen-Tanugi arriveert aan de arm van Sean Connery op Schiphol

 
Buiten een klein aantal filmrollen begin jaren 80, was de in Tunesië geboren Cohen-Tanugi in Frankrijk vooral bekend als theaterregisseur. Daarnaast schreef zij mee aan enkele films als Veraz (1991), waarin Kirk Douglas de hoofdrol speelde, en aan Little Buddha (1993) van Bernardo Bertolucci.

Rond de eeuwwisseling verliet Cohen-Tanugi Frankijk om zich in Jeruzalem te vestigen. Daar is zij op 20 juli overleden.

zondag 12 juli 2020

Het nieuwe normaal

De releasedatum van No Time to Die hangt ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Hoewel corona in ons overzichtelijke landje grotendeels onder controle lijkt, eist het virus mondiaal nog bossen slachtoffers, met name in Noord- en Zuid-Amerika. En ook daar zijn mensen nodig die geld naar de bioscoopkassa brengen in ruil voor de nieuwste James Bond. Niemand kan daarom met zekerheid zeggen of No Time to Die op 12 november aanstaande de bioscoop bereikt.


Iedere James Bond-film is een product van zijn tijd. Konden de filmmakers de eerste dertig jaar ongestoord meedeinen op de Koude Oorlogdreiging; met de val van het communisme en het verder uitdrogen van de verhalen van Ian Fleming stellen de Bond-bedenkers zich voor iedere nieuwe film de vraag: ‘wat houdt de wereld op dit moment in zijn greep?’ Recentelijk had in Spectre (2015) het big brother-verhaal een frappante dubbele betekenis; Skyfall (2012) dealde met een hacker met een kunstgebit en in Quantum of Solace (2008) leek het om olie te gaan.

Wat de wereld op dit moment in zijn greep houdt, heeft niets te maken met het verhaal van No Time to Die. Als het in de film toch om een dodelijk virus draait, hebben de makers een wel erg zwarte glazen bol in handen gekregen. En anders moet corona een uit de hand gelopen reclamestunt zijn en krabben ze zich bij Eon al een aantal maanden tot bloedens achter de oren. Want zo’n globale ramp had zelfs Blofeld in zijn stoutste dromen niet kunnen bedenken. Laat staan de mogelijkheid voor een tweede golf: dé dreiging van dit moment op huis-tuin-en-keukenniveau, want iedereen voelt hier de gevolgen van.

De nieuwe Bond-film is klaar en ingeblikt, al geruime tijd; The Royal Albert Hall was voor eind maart al gereserveerd. Het kan bijna niet anders of er moeten elementen in No Time to Die zitten die met de kennis van nu anders worden geïnterpreteerd. De grote schurk afkomstig uit een pre-coronatijdperk moet heel wat voor de dag halen om ons écht aan het schrikken te maken. Van een maskertje aan de balie deinzen we tegenwoordig niet meer terug. Iedereen wordt even vriendelijk behandeld, als je maar afstand houdt.


James Bond heeft niets met ‘het nieuwe normaal’. No Time to Die zal altijd een film blijven uit een tijd dat de wereld er anders uitzag, zoals iedere oudere Bond al snel achterhaald lijkt, meestal door toedoen van de technische vooruitgang. Dat wil beslist niet zeggen dat de nieuwe Bond-film waardeloos is geworden, al is de waarde van een film die op de plank ligt moeilijk te bepalen.

In de eerste plaats moet Bond entertainment bieden. Dat zal No Time to Die ongetwijfeld doen. Het betreft de afronding van het tijdperk Daniel Craig met veel luide toeters en bellen. Wat ons in de vele trailers is toegeworpen, ziet er oogverblindend mooi uit. Bedenk daar een lyrische score van maestro Hans Zimmer onder en we bevinden ons dik tweeënhalf uur in wonderland.

Hoopgevend zijn de oudere Bond-films, waarbij de nostalgische waarde een belangrijke rol speelt voor de houdbaarheid van de film. Die films werken nog steeds, ongeacht een achterhaald of buitenproportioneel thema. Het is bij Bond net als bij fantasy: je moet er even in willen geloven, dan werkt het.


Dat No Time to Die bij voorbaat de minst actuele Bond-film uit de reeks is, daaraan valt niet te ontkomen. Hoe langer een film blijft liggen, hoe verder deze af komt te staan van de tijd waarin hij is gemaakt. Pas als deze nieuwste Bond tot het collectieve geheugen gaat behoren als vast onderdeel van de serie, ebt de waan van de dag uit de film.

In dat licht maakt het niet veel uit als achter No Time to Die het jaartal 2020 of 2021 komt te staan. Dat is meer iets voor de annalen; een almaar groter wordend gat tussen de voorlaatste en deze Bond, een gat dat in dit geval makkelijk te verklaren valt.

Het zou fijn zijn als de nieuwste James Bond op enig moment en zonder al te veel anderhalve meters kan worden afgedraaid. En dat gaat ook gebeuren. Ik blijf erbij dat ik de film met alle liefde voor een eerste bezichtiging best op mijn thuisscherm wil aanschouwen. Als hij daarna nog een keer in de bioscoop verschijnt, ga ik er alsnog wel heen.

De hoop blijft voorlopig nog op 12 november 2020. Gaat dat feest onverhoopt weer niet door, dan zullen de producenten op enig moment absolutely thrilled reageren om de film voor de zoveelste keer te verschuiven.

Voor nu: blijf vooral gezond. Dat is voor alle partijen het beste.

zaterdag 4 juli 2020

Earl Cameron (102) uit ‘Thunderball’ overleden

Hij was al enige tijd het langstlevende castlid uit de James Bond-films: Earl Cameron. Hij speelde Pinder Romania in Thunderball (1965), de lokale sidekick van 007 op de Bahama’s. Gisteren is de Engelse acteur, die in 1917 in Bermuda werd geboren, op 102-jarige leeftijd overleden.


In een interview met The Guardian in 2017, ter ere van zijn honderdste geboortedag, klinkt hij op papier nog opvallend kwiek voor zijn leeftijd. En dat voor iemand die het al bijna zijn hele leven met één long moet doen.

Meest recent viel Cameron mij op in Inception (2010), waar hij even vlug voorbij komt. Getekender en vooral witter van haar, maar onmiskenbaar de acteur die ik kende uit Thunderball.

Earl Cameron met Rik Van Nutter en Sean Connery in Thunderball (1965)

In 2009 ontving hij uit handen van prins Charles een CBE en in 2013 een eredoctoraat van de Universiteit van Warwick voor zijn bijdrage aan de Engelse cultuursector.

Op dat moment de negentig al gepasseerd, werd Inception de laatste film waaraan Earl Cameron meewerkte.

woensdag 1 juli 2020

De Nederlander die bijna James Bond werd

Het mysterie rond ‘Hans de Vries’ verder ontrafeld


Het grote raadsel rond ‘Hans de Vries’ heeft mij altijd geïntrigeerd. Wat doet een acteur met de meest Nederlandse naam denkbaar op de eindlijst om James Bond te spelen? Na vele zoekpogingen naar deze speld in een hooiberg is er in de loop der jaren nagenoeg niets bruikbaars naar boven gekomen. Totdat de puzzel vorige week in korte tijd zichtbaar werd.

De hernieuwde belangstelling voor Hans de Vries begon om precies te zijn op 4 juni om 14:21 uur toen ik een appje kreeg van Teun van het NPO Radio 1-programma Jaren die ook geen lieverdjes waren, een geschiedenisprogramma waar ik nog nooit van had gehoord. Wat niet zo gek is, want het bestaat nog maar net, als alternatief voor de plotselinge sportloze zomer.

Voor de uitzending van 25 juni stond een item over de enige serieuze Nederlandse James Bond-kandidaat op de planning, of ik daar over wilde komen praten. Ook al weet ik niets meer over Hans de Vries dan zijn niet bestaande Wikipediapagina (zelfs niet of hij inderdaad een Nederlander van geboorte is); ik ben de beroerdste niet. Voor kletspraat over James Bond ben ik altijd wel te porren.

Tijl Beckand
Jaren geleden nam Tijl Beckand contact met mij op over een documentaire die hij wilde maken over diezelfde Hans de Vries. Ook hij was in hoge mate geïnteresseerd in het verhaal van de bijna-Bond: ‘Alsof een Nederlander bijna de paus is geworden.’

Het enige aanknopingspunt wat ik Beckand kon aanleveren, was deze tweet van ene Terence Harding, die Hans “de Vries” zijn schoonvader noemt. Bij die aanhalingstekens had meteen een lampje moeten gaan branden. Dat deed het destijds niet.

Tijl Beckand is verder gaan speuren en stond op het punt zijn documentaire te gaan draaien over zijn zoektocht naar Hans de Vries. Via via was hij inmiddels op het spoor gekomen van de vrouw van de bijna-Bond, en wat bleek: Hans de Vries heet helemaal geen Hans de Vries maar Hans Weerdmeester. Niet minder Nederlands, wel minder algemeen. De Vries, laten we hem zo nog maar even noemen, was in 2014 wel al ziek. Het mysterie rond Hans de Vries had op dat moment opgelost kunnen worden, toen BNNVARA plotseling de stekker uit het project trok.

Tot zover de bijna-documentaire over de bijna-Bond. Wat overblijft is meer dan genoeg materiaal om tien minuten radio mee te vullen.

Hans de Vries in 1968

Maar dan ineens, als Tijl Beckand in de uitzending vertelt over zijn zoektocht, maakt presentator Roelof de Vries het ouderwetse telefoongebaar. Als Beckand is uitgesproken komt de grote verrassing: aan de telefoon, het is echt waar, hangt de halfbroer van Hans de Vries, Klaas Weerdmeester.

Hans de Vries ís inderdaad een Nederlander van geboorte, na de oorlog vertrok hij samen met zijn oma naar Engeland, waar grootmoeder een kostschool bestierde. Hans is in Engeland gebleven, in Stratford-upon-Avon, de geboorteplaats van Shakespeare. Na zijn acteercarrière is Hans Weerdmeester een taxibedrijf begonnen. Helaas is de Nederlandse bijna-James Bond twee jaar geleden na een lang ziekbed overleden. Dat is natuurlijk een treurige mededeling, maar het mysterie rond Hans de Vries begint zich wel te ontrafelen.

Bij thuiskomst na de radio-uitzending maar eens gezocht op de combinatie Weerdmeester + Stratford. Daar rolt al gauw de taxilink uit, waar ene Hans Ernest Weerdmeester korte tijd de scepter heeft gezwaaid. Ook op die naam maar eens een zoekopdracht loslaten. De Utrechtse editie van de krant Het Volk meldt op 28 juni 1941 bij de burgerlijke stand, geboren op 25 juni van dat jaar: ‘Hans Ernest, z. van G. Weerdmeester en H. Bassen, Grietstraat 9.’ In Utrecht is inderdaad een Grietstraat. Dat zou betekenen dat Hans de Vries geboren is op 25 juni 1941 in Utrecht. Ik kijk nog eens goed naar de datum op mijn From Russia with Love-horloge: het is vandaag ook 25 juni…

Het Volk, 28 juni 1941

Bijna overtuigd dat ik de juiste Hans Ernest Weerdmeester heb gevonden (eerlijk gezegd vind ik hem nogal jong om als 27-jarige als James Bond-kandidaat op te gaan), wordt mijn sterke vermoeden de volgende dag bevestigd. Een appje van de radioredacteur, er heeft zich een tweede familielid gemeld, de schoonzus van Hans de Vries. Zij schrijft: ‘Hans was mijn zwager. Vandaag was zijn verjaardag, hoe bizarre is dat?’ 
 
Bingo!

Maar het meest opmerkelijke nieuwtje stuurt zij in een tweede bericht: ‘Hans veranderde zijn artistenaam in Luke Hanson. Hij speelde de rol van Lofty in 8 episodes van de Britse TV serie ‘Dick Barton’ in 1979.’

Luke Hanson, actor. De eerste hit in combinatie met die naam is Indiana Jones and the Last Crusade. Het zal toch niet? En ja hoor. Deze Luke Hanson zat inderdaad in Dick Barton en in Indiana Jones en in tal van tv-producties. De loopbaan van Luke Hanson begint pas nadat die van Hans de Vries halverwege jaren 70 ophoudt. Hans de Vries is dus helemaal niet gestopt met acteren, hij heeft alleen een andere naam aangenomen!
 

Het is The Last Crusade die de beste kans biedt om Hans de Vries eindelijk eens te zien spelen en te horen. In deze film heeft hij een kleine rol als SS-officier met drie regels tekst: ‘Dr. Jones. (...) I will take the book now. (...) You have the diary in your pocket.’

Het is een goeie kop met een opvallende kin en priemende ogen. Zijn stem, voor deze gelegenheid voorzien van een vet Duits accent, klinkt krachtig. James Bond-materiaal, ik geloof het meteen. Bovendien houdt hij in deze scène niemand minder dan Sean Connery onder schot, met wie hij, destijds nog als Hans de Vries, ook in de western Shalako (1968) zat. 

Hans de Vries is Hans Weerdmeester is Luke Hanson was bijna James Bond. Binnen een paar dagen ben ik meer te weten gekomen over hem dan in de tien jaar daarvoor. Tijl Beckand moet nog maar eens bij een van zijn werkgevers aankloppen met een ideetje voor een documentaire. Moet lukken voordat No Time to Die een keer in de bioscoop verschijnt…

Deze column verscheen ook bij James Bond Nederland.

© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures