Goldfinger, de derde film uit de Bond-reeks bleek zijn naam eer aan te doen. Het werd de goudader van de serie. Nog steeds wordt deze titel als meest populaire gezien — hoewel de echte kenners één film nog net iets beter vinden.
Persoonlijk vind ik Goldfinger erg vermakelijk, met een übercoole Sean Connery, een stel prachtige schurken, met zeer memorabele scènes en decors en het best bedachte plot ooit. De balans tussen serieuze actie en slapstick werkt hier als een tierelier, en dat maakt deze derde film makkelijk wegkijken. Neem daarbij de vaart die de film (nog steeds) heeft en je hebt twee uur topvermaak.
Maar Goldfinger is ook de opmaat naar meer onzin. Vanaf nu zouden de films (die ene betere film daargelaten) volgepropt worden met technische rommel. De figuur van Bond zou op de achtergrond raken en de decors zouden de overhand nemen. Natuurlijk is Goldfinger daar niet schuldig aan. Het succes is de film meer dan gegund, en misschien is het juist die formule wel geweest die de serie op de been heeft gehouden. Maar wat hier goed uitpakte onder regie van Guy Hamilton, wist de regisseur jaren later met Diamonds Are Forever (1971), Live and Let Die (1973) en The Man with the Golden Gun (1974) bij lange na niet te benaderen. Daarmee lijkt Goldfinger een toevalstreffer, met een geweldige explosie als gevolg.
Was Goldfinger de eerste van Guy Hamilton, The Man with the Golden Gun, precies tien jaar later, werd zijn laatste Bond. De koek was duidelijk op. Met de tweede film van Roger Moore als 007 vertoonde de serie al de nodige slijtageplekken. Bond moest opnieuw worden uitgevonden, maar met grotendeels hetzelfde team achter de camera, is dat een onmogelijke opgave. Neem daarbij dat de film eind 1974 werd beloofd (voorganger Live and Let Die dateert van een jaar daarvoor) — er was haast geboden.
Golden Gun is volgens velen daarmee één van de minste uit de reeks geworden. Het verhaal is nogal saai en onwaarschijnlijk, en Roger Moore acteert nog het best als wassen beeld. En toch, en dat is misschien vloeken in de kerk, doet deze film mij meer dan Goldfinger. Komt waarschijnlijk door mijn Golden Gun-complex. De sfeer is bijzonder goed getroffen, en die opening op dat bijna buitenaardse eiland is zo vervreemdend — pure camp.
De laatste jubilaris is een van de meest ondergewaardeerde films uit de reeks. Wat is Licence to Kill eigenlijk goed! Met wat kleinere draagbare telefoons en een iets subtielere cd-rom had dit makkelijk een film van nu kunnen zijn. Bond bewijst hier, op de huid gezeten door Die Hard, Lethal Weapon, Batman en Indiana Jones, nog steeds de beste te zijn — en toch heeft hij het dat jaar niet gered.
Timothy Dalton, misschien wel de beste Bond ooit — ze mochten 'm niet in Amerika. De publiciteitscampagne rond de film liet te wensen over, de Koude Oorlog liep op z'n eind, de titel werd gaandeweg veranderd van Licence Revoked naar Licence to Kill... Het liep niet zoals het hoorde.
Maar kijken hoor die film! Robert Davi als Sanchez is minstens zo goed als Gert Fröbe als Goldfinger en Christopher Lee als The man with the golden gun (niet cursief omdat het hier niet de filmtitels betreft maar de personages, die toevallig net zo heten als de film).
Maak er een mooi jaar van!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten