Acteur Jeroen Krabbé blikt terug op een van de hoogtepunten uit zijn filmcarrière: de rol van General Koskov in The Living Daylights, deze zomer precies 25 jaar geleden.
Dit is deel 2 van een voorpublicatie van het radio-interview van het programma Helden van Toen van de NTR dat op zaterdag 2 juni wordt uitgezonden. Zie hier deel 1.
Jeroen Krabbé: Altijd als ik dit hoor, dan krijg ik een soort golf van emotie door me heen. Want dat heeft zo te maken met de première en alles wat eromheen was, dat had ik ook nog nooit meegemaakt. Echt tienduizenden mensen op Leicester Square. Het heette die avond 'James Bond Square'. Leicester Square had een andere naam gekregen voor één avond, want het was 25 jaar James Bond, en die première die was echt adembenemend. En daar waren die jongens van a-ha ook, en daar zaten we met Charles en Lady Di – die zijn ook op de set geweest, daar is die beroemde foto van met die fles.
Jeroen Krabbé: Altijd als ik dit hoor, dan krijg ik een soort golf van emotie door me heen. Want dat heeft zo te maken met de première en alles wat eromheen was, dat had ik ook nog nooit meegemaakt. Echt tienduizenden mensen op Leicester Square. Het heette die avond 'James Bond Square'. Leicester Square had een andere naam gekregen voor één avond, want het was 25 jaar James Bond, en die première die was echt adembenemend. En daar waren die jongens van a-ha ook, en daar zaten we met Charles en Lady Di – die zijn ook op de set geweest, daar is die beroemde foto van met die fles.
Vertel nog eens even.
Ze kwamen op de set en je hebt enorme strenge instructies als zij komen, dat is veel strenger dan bij het Nederlandse koningshuis. En ze gingen apart en in groepjes praten, en uiteindelijk gingen we met z'n allen naar de set en daar werd een demonstratie gegeven met zo'n sugar glass bottle, weet je wel, die je op iemands hoofd kan slaan, en dan gebeurt er niks, maar het ziet eruit als een echte fles.
En ik stond achter ze, ik had me natuurlijk heel goed daar gemanoeuvreerd voor de internationale pers, ik dacht, ik ga er gewoon tussenin staan en toen gebeurde dat, en toen zei ik tegen Di als grapje – niemand wist dat die twee op leven en dood vochten met elkaar al – toen zei ik: u moet een fles op uw mans hoofd stukslaan. En toen zei ze: da's een heel goed idee. Toen vroeg ze een fles, en het unieke was, ze hield die fles boven haar hoofd, toen wachtte ze tot iedereen, alle pers, klaarstond – en toen deed ze het pas. Dus het was zo, iedereen had dat plaatje. En het ging ook de hele wereld over natuurlijk.
Dat is natuurlijk dé foto. Dat je daar stond, maar ook de idee had om te zeggen: Your Royal Highness, dat moet u doen. En Charles op z’n bekende manier onderging dat natuurlijk.
Ja natuurlijk, die speelde nog 'God wat geestig dat mijn vrouw dat doet', terwijl ze thuis waarschijnlijk een echte fles op z'n hoofd ramde. [lacht]
Ik heb begrepen, dat doe je niet allemaal zelf, dat je internationaal agenten hebt die alles voor je in de gaten houden, van 'er is weer een rol voor Jeroen'.
Jazeker. Het is zo, ik heb een agent in Engeland, Jeremy Conway en ik heb er een in LA, dat is Marian Rosenberg, en die krijgen – zo langzamerhand zit ik een categorie dat ze gewoon aanvragen krijgen. Ze gaan zelf niet meer op jacht naar rollen voor me. Ik behoor, en daar ben ik het meest trots op, tot een kleine groep Europese character actors. Er is een boek, en dat is European Character Actors, en daar staan uit elk land een aantal belangrijke mensen in. En in dat boek, dat wist ik niet, maar dat heb ik een keer gezien dat boek, daar sta ik. Dus dan kom je in een categorie van acteurs, zoals dat in Amerika heet 'without whom a picture can't be made'.
Ik moest een keer naar LA komen, ben ik overgevlogen voor een foto van die acteurs bij elkaar. En Annie Leibovitz maakte dat en we zaten daar met de crème da la crème van character actors.
Namen! Rutger Hauer natuurlijk namens Nederland ook?
Nee, Rutger was er nier bij.
Voor mijn gevoel zijn Rutger Hauer en jij de enige twee die in Amerika bekend zijn.
En Rutger nog veel bekender dan ik, want Rutger doet heel veel films, ik doe niet zoveel films meer.
Maar even terug naar die foto – en je zegt het zo even tussen neus en lippen door: die foto werd gemaakt door Annie Leibovitz, ook een beroemdheid. Maar wie stonden naast jou?
[zucht] Ja, Alzheimer-light, ik kom er direct nog wel op terug. Want het waren er zoveel en ik vond ze allemaal zo fantastisch en zo beroemd.
Het gevoel dan dat daarbij hoort? Denk je dan: Jeroen, deze man heeft het toch ver gebracht?
Ik vond dat ik het behoorlijk ver had gebracht. Als ik word overgevlogen first class om in die foto te komen staan voor Vanity Fair. Ik dacht, dat is niet waar.
Voor een foto overgevlogen first class?
Ja, voor een foto. Dag later vloog ik weer terug. We waren met een man of – ik denk dat er vijfentwintig, dertig van die acteurs in staan – en dat vond ik wel bijzonder, want het heeft dus een 'naam'. Ik heb weleens gehoord dat ze zeggen: we hebben vaak een 'naam' nodig, een échte acteur nodig, onder de hoofdrol, want dat geeft de hoofdrol meer cachet. Dat is waar.
Bijvoorbeeld Harrison Ford? En dan zeggen ze: we willen Jeroen eronder?
Ja, da's waar, dat had Harrison zelf bedacht. Maar het is een fantastische positie om in te zijn, want je draagt de film natuurlijk niet op je schouders. Als die film flopt, heb jij het niet gedaan. Want je hebt een kleinere rol dan de hoofdrol natuurlijk.
Ik wil nog even terug naar die Broccoli’s. Een unieke familie. Heb je daar nog steeds contact mee?
Ja, ja, met Barbara zeker, die komt elk jaar naar m'n tentoonstelling in Londen, bij de opening. En Michael Wilson ken ik nog steeds heel goed. En Cubby was – die heeft het bedacht, de Bond-cyclus. Cubby Broccoli was een ouwe Hollywoodproducent, zoals je het voor je zag, zoals ze waren, de O. Selznick, dat soort mensen.
Een Italiaan van oorsprong...
Een Italiaan, zeker, zeker, en zijn grootvader en zijn oudoom hebben een groente gekruist, namelijk spinazie met bloemkool – die hebben het naar zichzelf genoemd, want het moest een naam hebben. En die zijn daar met z’n tweeën – Cubby heeft me dat verhaal verteld – die zijn daar met z'n tweeën, ze waren immigranten uit Italië en die zijn daarmee restaurants afgegaan in de jaren tien in Amerika, en zeiden ze: hier is een nieuwe groente. En hoe heet die dan? …Broccoli, broccoli – dat is dus broccoli geworden.
Enfin, dit terzijde, maar Cubby was zo'n ongelooflijke, vriendelijke oude baas, die op íedereen op de set lette. Of het nou de runners waren of het waren mensen die alleen maar bij de catering betrokken waren – of Timothy Dalton of ik of wie dan ook – en dan kwam hij midden in de nacht en dan vond hij het koud en dan gaf hij een deken, deed hij een deken om je heen en zei die 'Gaat het goed' en 'Zal ik een kopje koffie voor je halen' – dat heb ik nog nooit meegemaakt verder. Ook niet na Cubby, ook niet in Amerika, niet in Engeland.
Nederlandse producenten...
Die zeggen: heb jij koffie? Heb je dat betaald? [lacht] En die deken kost twintig euro per uur!
Ook daar zullen we even geen namen voor noemen, maar we kunnen de Nederlandse filmgeschiedenis doorkijken.
Die zouden er nog veel van kunnen leren.
Eén ding is me wel opgevallen in dingen over jou lezen, dat je zei: een jongensdroom werd waar toen ik met Rutger op de avond van de première [van Soldaat van Oranje] op die grote Liberators aankwam – maar toen zei je ook iets over wat roem voor je betekende. Je zei: er ontstond daar een sfeer, voor dat moment, je wist niet hoe groot het op Leicester Square zou worden natuurlijk. Maar die avond, de koninklijke familie erbij, koningin Juliana, prins Bernhard, en toen had ik het gevoel: is dat nou alles? Is dat nou beroemd zijn?
Ja, dat is wel een beetje zo. Het is vooral – ik ben ontzettend nuchter daarin. Ik vind het fantastisch. Ik onderga het tot op de bodem dat succes op dat moment, en de volgende dag zit ik op mijn fiets en ga ik door het Vondelpark fietsen. En het interesseert me in wezen niet. Er wordt dus anders naar mij gekeken, want ze denken dat ik daarin zwelg ofzo, dat is absoluut niet waar.
Ja, sommige actrices denken dat in de tram. Wie was dat ook alweer?
[gespeeld] Ja dat weet ik niet meer, da's toch grappig.
Maar het is fantastisch, en het is heel prettig – maar het is niet het leven. Het is niet het leven. Ik heb in limo's gereden over de hele wereld, van Tokio tot Washington en terug...
Voor één foto even naar de overkant, first class...
Ja, dat is me vaak gebeurd. Ik ben wel eens voor een lunch naar New York gevlogen, en 's avonds weer terug.
En dan denk je, wat een gekte, en dan fiets je volgende dag door het Vondelpark en denk je aan een nieuw schilderij?
Ja, omdat ik vind dat het niet belangrijk is. Het is heel belangrijk omdat het te maken heeft met je vak, en het heeft ook nog eens te maken met je bankability zoals dat heet – maar ik heb zoveel idioten gezien, dat ik alleen maar denk: o God, ik hoop niet dat ik zo word zeg...
Dat is makkelijk gezegd: het is niet belangrijk, als je het allemaal meegemaakt hebt...
Het is hartstikke belangrijk! Het is hartstikke belangrijk, maar het is niet een station waar je moet uitstappen. Het is een tussenstation, je moet verder met die trein. Je moet niet eruit stappen, niet zo van 'kijk mij eens' enzovoort. Nee. Leuk. O, wie stopt er even, o prima, de reis gaat verder. Zo moet je het zien.
Waar is jouw trein op dit moment?
[lacht] Hoge snelheid rijdt die nog ergens. Heb geen idee, want het interesseert me niet zoveel.
Want het leuke is, ik kom nog even op The Living Daylights terug: Koskov werd niet gedood, hij leefde, hij werd gearresteerd afgevoerd. Heb je er wel eens aan gedacht - denken de erven-Broccoli er nog aan om lang na de val van de muur te weten te komen wat Georgi Koskov gedaan heeft?
Dat zou leuk zijn. Ik heb het wel met Barbara besproken. Ik zeg: ik zou ontzettend graag nog eens terug willen komen. Maar dan knikt ze heel welwillend. Maar ik weet niet of het nog past in het huidige Bond-tijdperk dat zo iemand terugkomt uit de ouwe Koude Oorlog. Ik heb geen idee. Het zou wel interessant zijn.
Misschien is hij wel de chef van een of andere voormalige Sovjetrepubliek, Kazachstaans of iets dergelijks, die nog kernraketten hebben...
Hij organiseert nu het Songfestival! [lacht]
Helden van Toen met Jeroen Krabbé wordt uitgezonden op 2 juni om 18.15 uur op Radio 5.
Presentatie: Ben Kolster
Regie: Jasper Hartog
Presentatie: Ben Kolster
Regie: Jasper Hartog
Geen opmerkingen:
Een reactie posten