Films en seriesFilms en series

vrijdag 23 december 2022

De vier elementen

Bond in Motion in Brussel — een reportage

„Chris Corbould vindt dit de beste Bond in Motion die er bestaat”, verzekert marketingspecialist Pascal Witmeur. „Corbould is een prachtgozer. Toen we kenbaar maakten dat hij bij de opening van de tentoonstelling zou zijn, kregen we maar liefst 32 interviewverzoeken.” Witmeur grijpt met zijn handen in het haar. „Hoe moesten we dat over één dag verdelen? Maar Corbould zei, professioneel als hij is: geen probleem. En daar stond hij, van tien uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds al die journalisten te woord, met alleen een broodje tussendoor. Meg Simmonds, de archivaris van Eon Productions, da’s een heel ander verhaal…”


Bond in Motion in Brussel is open voor publiek. Een tentoonstelling in complete Bond-stijl verdeeld over de vier elementen: lucht, water, aarde (in die volgorde). „En de vierde, dat zal je vanzelf wel zien”, fluistert Witmeur met een oelala-gebaar.

Pascal Witmeur

Wat deze expositie tot de beste in zijn soort maakt? „Die in Beaulieu waar Bond in Motion ooit begon: die was plat. In Londen: plat. In Los Angeles: plat. Nu tegelijkertijd met die van ons is er ook een Bond in Motion in New York, maar ook die: plat.” Bij elke ‘plat’ gebaart Witmeur dat het basta is.

„Die andere Bond in Motions zijn als het ware een parkeerplaats van Bond-mobielen, bij ons hangt en staat er van alles, we gebruiken veel hoogteverschillen en hebben zelfs voertuigen met echte speciale effecten.”

Die speciale effecten is waar we Chris Corbould van kennen. De man van de explosies die al sinds The Spy Who Loved Me (1977) aan de Bond-films meewerkt. De effectenman is wel iets gewend, maar zoiets als in Brussel, had hij nooit eerder ervaren, aldus Witmeur. „We hebben zelfs de metro uit Skyfall. Corbould stond versteld toen hij dat zag, hij wist niet beter of die machine was kaput!”

In de Expo in Brussel zijn 45 originele Bond-voertuigen te bezichtigen. Van auto’s en motoren tot boten en helikopters. Een grotere collectie Aston Martins als hier is welhaast ondenkbaar. Er staat aan kapitalen geparkeerd. De oude vertrouwde DB5 is alomtegenwoordig, van de eerste tot het laatst gebruikte exemplaar en in meervoud zelfs op schaalmodel. De robuuste V8 staat er tweemaal: één keer met en één keer zonder ski’s.



De Bond-memorabilia zijn allen perfect aangekleed en fraai uitgelicht met een bijpassende achtergrond, veelal een levensgrote still uit de film. De James Bond-titelsongs klinken vertrouwd boven alles uit. De toon is daarmee meteen gezet.

Bovendien is voor alles de ruimte genomen om iedere tentoongestelde rekwisiet in de spotlights te zetten. Van de voorpagina van de Hongkong Standard van 9 juli 1966 tot aan Goldfingers imposante Rolls-Royce Phantom. Van dichtbij is trouwens goed te zien dat het krantenartikel ‘British Naval Commander Murdered’ gewoon op een bestaande krant is geplakt. Aan de journalistieke code om een nieuwsbericht nooit met een tijdsbepaling te beginnen, hadden de knippers en plakkers van die tijd geen boodschap.



De expositie begint met het element ‘lucht’. Hier een greep aan schaalmodellen: de wit-rode helikopter uit het begin van For Your Eyes Only; de King-helikopter met bungelende kartelzagen uit The World Is Not Enough met daaronder een maquette van Zukovsky’s kaviaarfabriek; Zorins zeppelin; drie vliegmachines uit GoldenEye; Scaramanga’s AMC Matador met vleugels en als fraaiste pronkstuk de echte Little Nellie uit You Only Live Twice van Ken Wallis.





Ook de AcroStar mini-jet uit Octopussy is vertegenwoordigd, te midden van een immens schaalmodel van de Skyfleet uit Casino Royale, een gondel uit de kabelbaanscène van Moonraker en de capsule die wordt opgeslokt in You Only Live… als daar ineens een hels kabaal uitbarst.

Het is Blofelds helikopter uit Spectre die half gebroken op een brugpijler steunt. Rokend, grommend. Sirenes, een lichtspel, de muziek van Thomas Newman. Iedere twintig minuten geeft het filmattribuut een showtje in zijn perfect geënsceneerde diorama. Alsof je zelf op de filmset van 2015 staat.


Vervolgens het element ‘water’ (en ijs). Iets kleiner van opzet. Twee Q-boten uit The World Is Not Enough; de sloep uit Quantum of Solace waarmee Bond Camille redt uit de handen van Medrano; de Dragster (plus schaalmodel) en Zao’s groene Jaguar beide uit Die Another Day; schaalmodellen van de Neptune-onderzeeër uit For Your Eyes Only en de Lotus Esprit Submarine uit The Spy Who Loved Me.



De tentoongestelde voertuigen en in mindere mate aanwezige filmprops zijn grotendeels voorzien van een display met tekst en de betreffende filmscène. Bijzonder handig voor degene die de films niet op hun netvlies hebben staan. In afgewisseld Engelse, Franse en Nederlandse teksten is achtergrondinformatie over het voertuig te lezen. Staat er een koptelefoontje op de display, dan biedt de audiotour uitkomst. Tik het gewenste nummer in op je device en beluister. Let wel op dat je de juiste taal meeneemt.

„Ik wil heel graag weten wat je van de Vlaamse versie vindt”, vraagt Pascal Witmeur die zelf liever Frans spreekt. „Het was nogal een haastklus, ik hoop maar dat het goed is.” Ik heb ondertussen de Engelse versie aan mijn oor. Een prettige stem vertelt mij wat ik zie. De informatie is solide, zit vol leuke wetenswaardigheden en duurt niet te lang. „Kijk rustig rond, ik zie je aan bar, dan zorg ik voor een Vlaamse audiotour.”

Van water naar het element ‘aarde’. Daar valt gelijk het centrale punt van de tentoonstelling in het oog: de roterende Aston Martin uit No Time to Die, het filmbeeld dat ook alle afbeeldingen van deze Bond in Motion bepaalt. Bijzonder is de omvang die dit pronkstuk inneemt. Het tafereel van beige Italiaanse vloertegels vol bandensporen oogt gigantisch. Als klap op de vuurpijl begint de gehavende moordwagen te draaien om zijn as. Mitrailleurgeluiden, lichteffecten, een ronkende motor, snerpende autobanden. Een belevenis en uniek in zijn soort, deze opstelling is enkel in België te zien.


Links en rechts de alom bekende Bond-mobielen prettig uitgestald. De diorama van Skyfall springt het meest in het oog: een Turks marktplein met de Land Rover en in de lucht twee Honda-motorfietsen. Bij de witte Lotus Esprit uit The Spy Who Loved Me valt mij voor het eerst het interieur van de racewagen op: een groenkleurig vilt met op de zitting rode ruitjes. Foeilelijk! Maar hé, dat is hoe de klassieke Bond-wagen uit 1977 er nu eenmaal uitziet.



Daarnaast een van de meest opmerkelijke ‘voertuigen’ van de expositie: de ‘PIG’ uit The Living Daylights. Hiermee werd Jeroen Krabbé zogenaamd vanuit Bratislava de grens met Oostenrijk overgebracht. Het object oogt niet al te groot. Geen wonder dat Krabbé hier ontdekte dat hij last van claustrofobie heeft.


Van een afgetopte Parijse taxi tot een Toyota Land Cruiser met kinderzitje richting het laatste element — dat moet dan wel ‘vuur’ zijn. Tussen een aantal, hoe kan het ook anders, Aston Martins (zoals een halve uit Die Another Day gemonteerd achter een oplegger), doemt daar de eerdergenoemde metro uit Skyfall op, middenin de brokstukken, hevig rokend met onheilspellende geluidseffecten. Met daarnaast in een kleine vitrine Silva’s radio met ontstekingsmechanisme die deze heisa veroorzaakte.


Het sluitstuk is de Jaguar van Hinx waarmee hij Bond achterna zat in Rome. De zwartgeblakerde motorkap getuigt van de afmattende strijd die de sportwagen heeft moeten leveren. Wat hier nogmaals wordt benadrukt, is het bijzondere lichtplan. De gehavende Jaguar staat breed uitgestald op een helverlicht plateau en fonkelt voor een achtergrond van de Lungotevere, boven de auto zijn filmscènes uit Spectre te zien.


De tentoonstelling is daarmee ten einde, de Bond-beleving daarentegen niet. Groter opgezet dan bij een gebruikelijke expositie is er de lounge, waar obers wodka martini’s shaken en de gasten nog immer in Bond-sferen een lunch kunnen nuttigen. Aan de wanden van rechts naar links de officiële filmposters van de 25 Eon-producties, een groot 007-logo boven de bar. Onder het toeziend oog van Sean Connery en de oer-auto aller Bond-bolides, wacht Pascal Witmeur achter zijn witte wijn.


Voordat hij wil weten wat ik van de Vlaamse audiotour vind, trakteert de marketingstrateeg mij eerst op een lunch. Hij raadt de club sandwich aan, verkrijgbaar in twee verschillende porties. Witmeur bekijkt mij onderzoekend, hij vindt de grote club sandwich het beste bij mij passen. Wil ik wijn of bier? „Het is jullie Heineken”, waarschuwt hij. Dat is de organisatie sponsortechnisch verplicht.

„Heb je ooit zo’n biertje gezien?” Witmeur wijst met minachting op de ontbrekende schuimkraag. Hij heeft gelijk, het ziet er niet uit. Maar ja, Engelsen…

„Die twee jongens, Chris Corbould en Lee Morrison, daar kan je goed zaken mee doen, maar Meg Simmonds, a pain in the ass.”
   „Vind je het goed als ik dat noteer?”, vraag ik.
   Witmeur gebaart dat hij het allemaal prima vindt. Hij neemt nog een slok. „Kwam ze een dag voor de opening met een compleet entourage de boel inspecteren, mochten we een bepaalde foto niet gebruiken als achtergrond omdat de vrouw die erop stond te gespierde benen had; te weinig vrouwelijk!” Witmeur tikt met zijn wijsvinger op zijn voorhoofd. Klaarblijkelijk vindt hij de archivaris van Eon Productions getikt. „En zo waren er nog meer dingen die niet mochten. Als ik dan vroeg waarom niet, kreeg ik geen antwoord. Ook de kussens op de bankjes hier in de lounge waren verboden. ‘Zo doen wij dat niet in Engeland’, was haar commentaar. Zoals je ziet, ze liggen er gewoon. Ze was nog niet weg of ik heb de kussens weer teruggelegd.”

Meg Simmonds en Chris Corbould

Terwijl mijn club sandwich arriveert, belt Pascal Witmeur met zijn ‘ami’ Christophe Weerts, woordvoerder van Bond in Motion. Voor ik het weet, heb ik Witmeurs telefoon aan mijn oor. Weerts is meertalig, dat communiceert allemaal net iets makkelijker. Witmeur heeft hem blijkbaar al verteld dat ik enthousiast ben over hun werk in de Brusselse Expo.

Ik bedankt Weerts voor de gastvrijheid en complimenteer hem met het prachtige resultaat van Bond in Motion. Weerts bedankt mij voor mijn komst en dat ik als James Bond-expert mijn goedkeuring aan de tentoonstelling geef.

...Ho even! Ik heb niks gedaan behalve tweeënhalf uur comfortabel de cruise control aan gehad. Zij zijn het die hier een prestatie van formaat hebben neergezet. Zij hebben met Meg Simmonds moeten dealen. Ik word enkel vergast op een Bond-evenement in optima forma.

Christophe Weerts wil weten wat mijn eerste Bond-film was. „Dat was Thunderball, geloof ik, op tv. De Bond-films werden in Nederland pas vanaf begin jaren 90 op tv uitgezonden.” Weerts reageert verbaasd, hij dacht eerder al. „In Duitsland wel, tien jaar eerder”, vertel ik hem. Hoe dat in België zit, moet ik hem verschuldigd blijven.

In België verschijnen de Bond-films sporadisch op tv, weet de woordvoerder van Bond in Motion. „In Nederland niet hoor. Wij hebben RTL7, de zogenaamde mannenzender. In het begin van de coronaperiode is er weer een hele reeks Bond-films doorheengejast, en die scoorden opnieuw hartstikke goed.”

Weerts herinnert zich Moonraker in de bioscoop. Jaloezie maakt zich van mij meester. Dat is een voordeel van de generatie voor mij, toen verscheen er om het jaar een nieuwe film in de bioscoop. „In mijn beginperiode moest ik wachten tot GoldenEye een keer uitkwam. Dat was uiteindelijk mijn eerste Bond-ervaring in de bioscoop.” Dat moment herinner ik mij nog goed.

Mijn maag knort, mijn lunch koelt af, mijn biertje was al dood. Nogmaals dankbetuigingen aan beide kanten van de lijn. Wat een vriendelijke man.

Pascal Witmeur heeft er een Vlaamse audiotour bij gehaald. Wil hij dat ik de complete tentoonstelling nogmaals herbeleef aan mijn oor? Dan kan hij mij de files beter toesturen, dan luister ik er thuis naar en maak gelijk aantekeningen.

Witmeur tikt nummer 1 in en houdt het hoortoestel tegen mijn oor. „Luister gewoon even.” Hij twijfelt over de verstaanbaarheid. Begrijp ik als Hollander de Vlaamse stem wel? Ik luister, Witmeur praat, ik kan geen twee gesprekken tegelijk registreren. Met de audiodevice aan mijn ene oor en mijn vinger in mijn andere, hoor ik een documentairestem. Kalm, gemoedelijk, prima verstaanbaar. Waar maakt die man zich druk om?

„Het is echt prima”, zeg ik. Ondertussen zoek ik naar een kwalificatie. „Alsof ik een échte audiotour van een écht museum volg”, probeer ik. „Maar dat is dit ook, dit is een écht museum, een James Bond-museum.” Het eerder wat bedrukte gelaat van Witmeur klaart op. Alsof er een last van zijn schouders valt. Ik krijg een schouderklop. We nemen beiden nog een slok.

„Weet je, ik om zelf uit de racewereld, ik heb niet zoveel met James Bond”, geeft Pascal Witmeur toe. „Die laatste Bond-film — ik werd daarvoor uitgenodigd en ik zei op een gegeven moment tegen mijn lief: ligt het aan mij, ik begrijp er helemaal niks van. Ik had al die voorgaande verhalen niet gezien, dan slaat zo’n film helemaal dood.”

Toen Witmeur werd benaderd voor Bond in Motion vroeg hij zich af wie er vandaag de dag nog op James Bond zit te wachten. „Vrienden vroegen mij waar ik mee bezig was. Enigszins beschroomd vertelde ik over James Bond — ze reageerden dolenthousiast! Als je weet hoeveel miljarden deze films bij elkaar hebben gebracht, begrijp je ineens dat Bond nog steeds big business is.”

Pascal Witmeur pakt zijn telefoon erbij. „Er hebben toch ook Nederlanders in James Bond gespeeld?”
   „Jeroen Krabbé was de eerste”, ik wijs in de lounge naar de poster van The Living Daylights.
   „Hoe oud is hij nu?”
   „Hij is net 78.”
   „Oei!”
   „Maar hij is nog hartstikke goed hoor!”, haast ik mij te zeggen. „Hij is ook kunstschilder en maakt voor tv nog regelmatig een serie over beroemde schilders: Van Gogh, Picasso, Gaughin volgens mij en recentelijk nog Frida Kahlo.”
   Witmeur knikt bewonderenswaardig.
   Mijn vinger schuift twee posters aan de wand op: „Famke Janssen was de tweede.”
   „Is zij ook Nederlandse?”
   Ik knik.
   „We zijn nu bezig om Sophie Marceau naar hier te halen.”
   „Heb je al eens aan Patrick Bauchau gedacht? Die komt uit Brussel. Hij woont wel al heel lang in Amerika.”
   Witmeur typt op zijn telefoon. „Bauchau zeg je?”

Bond in Motion is tot half mei te bezoeken in Brussel. Een expositie waar zestig jaar James Bond in zijn volle glorie wordt gevierd en herbeleefd. „We hebben dit hele concept, met deze opzet en deze lounge, hier ontwikkeld. We kunnen het zo verplaatsen naar — noem eens iets?”
   „Amsterdam?”
   „Dat is te dichtbij.”
   „Berlijn, dat vind ik best een eind altijd. Er zijn ook best wat Duitse acteurs die aan de films hebben meegewerkt. De meeste zijn wel dood trouwens…”
   Witmeur denkt verder. „Dubai?”
   „Er heeft nog nooit een Dubaiaan in Bond gespeeld.”
   „James Bond-Wikipedia”, besluit de Belg met een glimlach.

D’n Ollanders kunnen met gerust hart een Vlaamse audiotour nemen. Maak er een leuk tochtje van naar Brussel. Ros and Marc B&B is een fijn adresje in de buurt om te overnachten en kijk alsjeblieft uit op de E19 bij Antwerpen Zuid ter hoogte van Berchem. Het was niet de eerste keer dat ik daar bijna op een betonpijler crashte…

Tickets voor Bond in Motion zijn hier te bestellen.

Geen opmerkingen:


© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures