John Bernard Lee. Een rasacteur, voor toneel, film en televisie. Veelal gecast al autoritair figuur. Een hooggeplaatste militair, een politiecommandant, de baas van de Britse geheime dienst. Deze laatste rol bracht hem de meeste faam.
Hij speelde de rol van M in de eerste elf James Bond-films, naast Sean Connery, George Lazenby en Roger Moore. Admiraal Sir Miles Messervy, zoals Ian Fleming hem had genoemd. In de films is zijn naam nooit bekendgemaakt. De enige keer dat hij ‘Miles’ werd genoemd, was door zijn collega Gogol van de KGB in The Spy Who Loved Me (1977).
Met Lois Maxwell en Sean Connery in From Russia with Love (1963) |
Met Sean Connery in Goldfinger (1964) |
Met George Lazenby in On Her Majesty’s Secret Service (1969) |
Ondanks dat Lee het karakter van M met overtuiging bleef neerzetten, verdween het personage gedurende de filmreeks meer naar de achtergrond. Hij kreeg minder te doen, verscheen vaak alleen even aan het begin van de film om 007 zijn opdracht te overhandigen, en liet zich door Bond steeds meer in de hoek zetten. De geheim agent had zijn meerdere helemaal niet nodig.
Het personage van M werd op die manier een verplicht nummer in de Bond-films, evenals Moneypenny. Q, de derde vaste kern, behield de meeste tekst. Hij mocht 007 blijven bedienen van de nieuwste techniek met de daar bijbehorende repliek.
Hoe summier ook, de scènes met Lee bleven altijd intens. Het was fijn om naar de baas van Bond te kijken en te luisteren. Zo’n vaste waarde maakte een nieuwe Bond-film altijd een feest der herkenning. Lee kon er ook niets aan doen dat de schrijvers aan ideeënarmoede lijdden.
Met Roger Moore, Walter Gotell en Barbara Bach op de set van The Spy Who Loved Me |
Daar had in For Your Eyes Only (1981) een einde aan kunnen komen. In het gelijknamige boek van Ian Fleming is M namelijk bevriend met de Havelocks, daar waar het avontuur mee begint. De moord op het echtpaar Havelock is de aanleiding om een onderzoek te beginnen dat leidt naar de Griekse onderwereld.
Het zou Bernard Lee de gelegenheid geven om enige diepgang aan het personage van M te geven. Dat het niet zo mocht zijn, is alleen maar jammer. Voor Lee, voor ons, voor de film. Uit eerbetoon werd de rol niet meteen opnieuw ingevuld, in plaats daarvan krijgen de minister van Defensie Frederick Gray (Geoffrey Keen) en stafchef Bill Tanner (James Villiers) meer speeltijd en vullen zijn de rol van M als het ware gezamenlijk in. Pas vanaf de volgende film is Robert Brown de acteur die de M opnieuw gestalte geeft.
Moonraker (1979) werd daarmee Lee’s laatste optreden als de baas van James Bond. Er wordt gezegd dat Bernard Lee op dat moment zijn scènes altijd speelde met een flinke borrel op. Die drankzucht valt te herleiden naar een persoonlijke tragedie in 1972, waarbij zijn vrouw omkwam tijdens een brand. Lee wist zelf ternauwernood te ontkomen.
Lee’s laatste optreden als M in Moonraker (1979) |
Het echtpaar woonde destijds in een idyllische cottage in het landelijke Kent. In januari 1972 breekt er 's nachts brand uit, waarbij het echtpaar Lee door de vuurzee in de slaapkamer wordt opgesloten. De acteur weet via het raam te ontsnappen, maar een poging om zijn vrouw te redden, mislukt. Als Lee in datzelfde jaar ook nog het slachtoffer van een gewelddadige beroving wordt, raakt hij aan de drank. Vanaf dat moment lukt het hem moeilijk om aan werk te komen en gaat het financieel bergafwaarts.
Drie jaar na het fatale ongeluk, hertrouwt Lee. Hij weet uit zijn depressie te komen, waarna het acteerwerk zich ook weer aanbiedt. Maar de drank blijft.
De Telegraaf, 19 januari 1981 |
De laatste keer dat Bernard Lee in een Bond-film te zien is, is echter in The World Is Not Enough (1999). Daar hangt op het kantoor van de latere M (Judi Dench) een portret van hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten