Tomorrow Never Dies, de eerste James Bond-film waarvan ik de opnamen op de voet volgde. Via kranten, via internet. Het was de eerste Bond-film met een eigen website.
De titelsong van Sheryl Crow beluisterde ik voor de eerste keer op een koptelefoon bij de Free Record Shop. Ik kocht de single-cd niet, want ik zou hem die dagen in november wel eens voor mijn verjaardag kunnen krijgen (dat gebeurde overigens niet, waarna ik hem daarna alsnog zelf heb aangeschaft).
Bovenstaande poster met Pierce Brosnan als de perfecte James Bond had ik op fotopapier op A4 laten uitprinten.
Ter viering van twintig jaar Tomorrow Never Dies de film in twintig iconische scènes:
De opening: ‘A Terrorist Arms Bazaar on the Russian Border’. De parallelle montage met de War Room van MI6 levert een zenuwslopende start op, waarin we gelijk bekend worden met een Amerikaanse encoder, een belangrijk apparaat om gps-satellieten te controleren.
Om de hele terroristenzooi in één klap van de kaart te vegen, besluit Admiral Roebuck (Geoffrey Palmer) de handelsplaats te bombarderen. M (Judi Dench) probeert hem nog op andere gedachten te brengen, maar Roebuck is onvermurwbaar.
Dan ontdekt James Bond ter plaatse een vliegtuig met nucleaire bommen. Het inmiddels afgevuurde projectiel vanaf de HMS Chester is echter buiten bereik om nog te annuleren. De Russische General Bukharin (Terence Rigby) merkt terecht geschrokken op:
„(...) There’s enough plutonium to make Chernobyl look like picnic.”
„Bloody hell. Can’t you people keep anything locked up?”
Terwijl de afgevuurde raket de wapenmarkt nadert, creëert Bond er complete chaos. Hij wordt gesommeerd daar zo snel mogelijk te vertrekken. In plaats daarvan struint hij op het vliegtuig met de bommen af, dit tot groot ongenoegen van Admiral Roebuck:
„What the hell is he doing?”
„His job.”
Geholpen door het White Knight/Surrender-thema van David Arnold, die met zijn debuut als Bond-componist eindelijk weer eens échte James Bond-muziek aflevert, is dit een dijk van een pre title sequence.
Terwijl de wapenmarkt in rook opgaat, weet Bond het vliegtuig met de bommen op het laatste moment van de grond te krijgen. De lading lijkt gered als plots een tweede vliegtuig nadert.
Ook nog eens aangevallen door zijn medepassagier die hem probeert te wurgen, probeert Bond het aanvalsvliegtuig van zich af te schudden. Na enkele halsbrekende toeren weet Bond, die inmiddels rood is aangelopen, zijn toestel onder dat van zijn tegenstander te manoeuvreren. Met zijn laatste krachten bereikt hij de ejector button, waarop het dakgedeelte van de copiloot openfloept en deze in het vliegtuig van de vijand terechtkomt. Boem! Back-seat driver...
De titelsequentie van Daniel Kleinman, voor de tweede keer sinds GoldenEye. Natuurlijk hadden de overstuurde blazers uit Surrender van k.d. lang hier onder gemoeten in plaats van het minder Bond-achtige Tomorrow Never Dies van Sheryl Crow. Het visuele spektakel van Kleinman wordt er echter niet minder om. ‘Dit is nieuw!’, kon ik twintig jaar geleden alleen maar bedenken bij het zien van deze prachtige titels.
Met de regietitel van Roger Spottiswoode over het beeld van een fregat op volle zee gaat de film verder. We bevinden ons in de Zuid-Chinese Zee, het fregat is de HMS Devonshire. Twee Chinese MiGs komen overvliegen, meer is niet nodig om paniek te zaaien.
De kapitein weet niet beter of hij vaart in internationale wateren. Door geklooi met het gps-signaal door de vijand, is het schip echter uit koers gebracht en bevindt het zich op ongeautoriseerd gebied.
Onzichtbaar voor de radar nadert plots een stealth-schip. Als de MiGs voor de zoveelste keer overvliegen, laat het onzichtbare schip een sea drill los op de HMS Devonshire. Het monsterlijke tandwiel boort zich in het Britse fregat dat daarmee op For Your Eyes Only-dramatische wijze tot zinken wordt gebracht. In een laatste noodsignaal maken de Britten kenbaar dat ze zijn aangevallen door China, waarop het stealth-schip één van de MiGs uit de lucht schiet. De spanning tussen oost en west staat op scherp.
Dit alles is koren op de molen van de kwade genius van het verhaal, mediamagnaat Elliot Carver (Jonathan Pryce). Een typische mad man, zo blijkt al snel:
„Gentlemen and ladies, hold the presses. This just in. By a curious quirk of fate, we have the perfect story with which to launch our Satellite News Network tonight. It seems a small crisis is brewing in the South China Seas. I want full newspaper coverage, I want magazine stories, I want books, I want films, I want TV, I want radio. I want us in the air 24 hours a day. This is our moment! And a billion people around this planet will watch it, hear it and read about it from the Carver Media Group. There’s no news like bad news.”
MI6, de Royal Navy en de Britse regering moeten vanuit de krant vernemen dat de HMS Davonshire is aangevallen. M krijgt 48 uur om de zaak te onderzoeken voordat Engeland een aanvalsvloot op China afstuurt. Als het aan Admiral Roebuck had gelegen, had hij meteen ingegrepen:
„M, sometimes I don’t think you have the balls for this job.”
„Perhaps, but the advantage is I don’t have to think with them all the time.”
James Bond wordt geïnstrueerd en mag naar Hamburg naar het hoofdkwartier van Elliot Carver om de mediabaron te schaduwen. In het overleg met de minister durfde M Carvers naam niet eens te noemen, de minister had haar nooit toegestaan de mediabaron überhaupt te verdenken, zoals eerder het geval was met pak ’m beet Hugo Drax en Max Zorin.
Voordat Bond de feestelijke lancering van de nieuwe satelliet bijwoont, waarmee Carver de hele wereld kan bereiken behalve China, krijgt hij bij aankomst in Hamburg eerst zijn nieuwe bolide van Q.
„If you’ll just sign here, Mr. Bond. It’s the insurance damage waiver for your beautiful new car. Will you need collision coverage?”
„Yes.”
„Fire?”
„Probably.”
„Property destruction?”
„Definitely.”
„Personal injury?”
„I hope not, but accidents do happen.”
„They frequently do with you.”
De BMW 750iL heeft tal van prachtige snufjes inclusief de mogelijkheid om de auto op afstand te besturen. Volgens Q behoeft het enige oefening, Bond zou Bond niet zijn als hij hier zonder enige ervaring direct mee om weet te gaan: ‘Grow up double-o-seven’.
Onder de dekmantel van bankier maakt Bond voor het eerst kennis met Elliot Carver, ook Wai Lin (Michelle Yeoh) van de New China News Agency doet haar intrede.
Tijdens het lanceringsfeest ontmoet Bond eveens Paris Carver (Teri Hatcher), Elliot Carvers vrouw, met wie Bond buiten beeld ooit een relatie heeft gehad. De ontmoeting begint met een ‘slap in the face’:
„I always wondered how I’d feel if I ever saw you again. Now I know. Was it something I said?”
„How about the words ‘I’ll be right back’?”
Elliot Carver heeft gauw genoeg door dat Bond een obstakel gaat vormen. Hij geeft zijn rechterhand Mr. Stamper (Götz Otto) de opdracht de bankier te molesteren. In een geluiddichte studio leren Stampers mannen Bond een lesje. De geheim agent is de bullenbakken echter de baas. Terwijl Carver live op tv een vurige toespraak houdt, besluit Bond dat het tijd wordt voor een ‘station break’.
Carver verdwijnt van de zender en blijft verbouwereerd achter. Zijn PR-dame Daphne Deckers die er ook allemaal niks aan kan doen wordt op staande voet ontslagen. Dit is de mediamagnaat nog nooit overkomen.
Op zijn hotelkamer verwacht Bond represailles in de vorm van een moordcommando. In plaats daarvan heeft Carver zijn vrouw gestuurd om informatie los te peuteren.
Ondertussen heeft Carvers computertechneut Henry Gupta (Ricky Jay) Bonds ware identiteit ontrafeld, plus de eerder opgenomen conversatie tussen Bond en Paris tijdens het feest geanalyseerd. Tussen het geroezemoes door is duidelijk te horen dat Paris Bond vraagt of hij nog steeds met een pistool onder zijn kussen slaapt. Het wordt volgens Carver tijd dat zijn vrouw een afspraak met ‘de dokter’ maakt.
Terug naar Bond en Paris die zojuist de liefde hebben bedreven, belooft Bond haar uit de klauwen van haar wrede echtgenoot te redden. Ze vraagt Bond haar man met rust te laten, iets wat de geheim agent onmogelijk kan doen. Ze voegt daar ongevraagd aan toe dat haar echtgenoot een geheime kantoorruimte heeft op de bovenverdieping van zijn hoofdkwartier.
Dat kantoor gaat Bond dan maar eens bezoeken. Hij vindt er een belangrijk aanknopingspunt: de Amerikaanse encoder.
Als Bond met zijn buit wil vertrekken, blijkt de zogenaamde reporter Wai Lin eveneens op onderzoek te zijn. Door haar toedoen wordt de bewaking gealarmeerd, waarna Bond en zij het op een rennen moeten zetten. Wai Lin weet makkelijk te ontkomen, iedereen zit achter Bond aan.
Via de drukkerij weet Bond bij zijn auto te komen, waar hij direct een telefoontje van Carver krijgt:
„Good morning, Mr. Bond, Elliot Carver, I believe you’ve got two items that belong to me.”
„What are you talking about?”
„The red box, Mr. Bond... and my wife, in your hotel room.”
Op Bonds hotelkamer vertelt een nieuwslezer over de tv dat Paris Carver dood is gevonden in een hotelkamer, met naast haar... het lichaam van een onbekende man. Tomorrows news today. Als Bond bij het dode lichaam van Paris neerknielt, wordt hij van achteren onder schot gehouden:
„My name is Dr. Kaufman. I am an outstanding pistol marksman. Take my word for it, ja? (...) She struggled terribly, Mr. Bond. It’s a pity you got her involved in all this.”
„It won’t look like a suicide if you shoot me from over there.”
„I am a professor of forensic medicine. Believe me, Mr. Bond, I could shoot you from Stuttgart and still create the proper effect.”
Vincent Schiavelli is onvergetelijk als Dr. Kaufman. Compleet over de top, maar onbetwist een van de leukste scènes uit de film.
Nadat Bond Kaufman in koelen bloede heeft geëlimineerd, probeert hij met zijn BMW te ontsnappen. De mannen van Stamper proberen hem op alle mogelijke manier te dwarsbomen.
Het levert een originele achtervolging in een parkeergarage op, waarbij de complete trukendoos van Bonds auto wordt getoond. Van zelfreperarende lekke banden tot een slijptol onder het BMW-logo. De onmiskenbare ‘spybeat’ in de muziek is van Propellerheads.
Bond levert de encoder in bij de Amerikanen, bijgestaan door een oude bekende, Jack Wade uit GoldenEye. Het is een van de weinige keren dat we Commander James Bond in volledig marine-uniform zien, Sean Connery en Roger Moore gingen Brosnan beiden eenmalig voor in respectievelijk You Only Live Twice (1967) en The Spy Who Loved Me (1977).
Het personage van Jack Wade wordt een beetje misbruikt onder het excuus van comic relief (daar hadden we Dr. Kaufman al voor). Ondanks een credit op de poster is het tweede en tevens laatste optreden van Joe Don Baker als Jack Wade in deze film van geen betekenis.
Dankzij de encoder weten Bond en zijn partners waar de HMS Devonshire is gezonken. Om onder de radar te blijven, maakt Bond gebruik van de HALO-jump (High Altitude Low Opening). Zo kan hij ongestoord op onderzoek in het gezonken fregat, waar hij erachter komt dat er een raket is ontvreemd (Thunderball, iemand?).
Dan blijkt plots dat Wai Lin ook aanwezig is in het gezonken schip. Waarom precies blijft een raadsel. We moeten er maar op vertrouwen dat zij naar dezelfde informatie op zoek was.
Weer terug aan de oppervlakte wordt het tweetal verwelkomd door Stamper en zijn mannen. Bond en Wai Lin worden in de boeien geslagen en naar Carvers wolkenkrabber in Saigon gebracht.
Op weg naar Carver passeren Bond en Wai Lin de Chinese generaal Chang, dit zet Wai Lin aan het denken.
In de veronderstelling dat Bond en Wai Lin straks door Stamper via marteltechnieken worden gedood, licht Carver een tipje van zijn plan toe, iets waar Bond-boeven doorgaans veel genoegen in scheppen:
„Caesar had his legions, Napoleon had his armies, I have my divisions. TV, news, magazines. And by midnight I’ll have reached and influenced more people than anyone in the history of this planet, save God Himself. And the best he ever managed was the Sermon on the Mount.”
„You really are quite insane.”
„The distance between insanity and genius is measured only by success.”
Nog voordat Stamper zijn hobby kan gaan botvieren op Bond en Wai Lin, weet het tweetal te ontsnappen via de metershoge banner aan de gevel van het Carver-complex. Onhandige maar voor ons leuke bijkomstigheid is dat de twee nog immer aan elkaar zitten vastgeketend.
Wat volgt is een ontsnapping per motor, een BMW uiteraard, door de straten van Saigon, achterna gezeten door een helikopter met een schutter aan boord. Vele halsbrekende toeren later, lukt het Bond en Wai Lin de helikopter uit te schakelen.
Daar in Saigon bevindt zich trouwens (heel toevallig) de Chinese equivalent van het Q-lab, vol met technische snuisterijen en een nieuw arsenaal aan wapens. Bond bewapent zich onder meer met een nieuwe Walther, de P99.
Informatie uitwisselend komen Bond en Wai Lin erachter dat Carver gebruik moet hebben gemaakt van een stealth-schip om ongezien de Devonshire te kunnen naderen, waarna hij een van de raketten heeft gestolen. Die Britse raket zal gebruikt worden om China aan te vallen, met als gevolg een derde wereldoorlog. Beide regeringen worden door Wai Lin op de hoogte gesteld dat ze niet elkaar moeten bevechten, maar Carver.
Dat stealth-schip moet ergens ongezien vanuit een haven zijn gevaren. De meest voor de hand liggende plek is Ha Long Bay.
The Man with the Golden Gun was here. Dit is Thailand dat voor deze gelegenheid dienst doet als Vietnam. Blijft oogverblindend mooi.
De hoop bijna opgegeven, vinden Bond en Wai Lin het stealth-schip in de laatste baai. Ze klauteren gemakkelijk ongezien aan boord om het schip van een lading kleefmijnen te voorzien, om het zodanig te beschadigen dat het zichtbaar wordt voor de radar. De Britse en Chinese vloot zullen vervolgens de laatste slag toedienen.
Carver lost in die tussentijd een schot voor de boeg van het Britse fregat HMS Bedford, de Engelse moeten denken dat het een Chinese aanval is.
Dan speelt Carver zijn laatste troef, de gekaapte raket staat namelijk gericht op Peking om de stad en de regering van de kaart te vegen, waarna General Chang, die nauwelijks in beeld komt en toch een belangrijke rol in het verhaal speelt, de macht overneemt en Carver in China de exclusieve uitzendrechten voor de komende honderd jaar schenkt. Het plot klinkt wat vergezocht...
Wat rest is een redelijk saaie climax, waarin veel wordt geschoten, veel wordt vernield en vooral van alles ontploft. En waarin Jonathan Pryce zijn beste karatepasjes laat zien: ‘Pathetic.’
Carver heeft Wai Lin, Bond heeft Gupta, Carver doodt Gupta, Bond staat met lege handen, Bond laat een granaat ontploffen, Wai Lin ontsnapt, de Engelse vloot ziet het stealth-schip op de radar en begint de aanval. Wai Lin baant zich al schietend een weg naar de machinekamer om het schip te saboteren, Bond richt zich op de raket, het lukt Wai Lin het schip te stoppen, en ze wordt opnieuw gegrepen door Stamper.
Dan de final confrontation tussen Bond en de baddie, waarin Carver zijn sea drill even vergeten was. Hij wordt verslagen door zijn eigen wapen, zoals een echte boef betaamt. Het overkwam Dr. No met zijn metalen handen, Red Grant met zijn horlogekoord, Oddjob met zijn stalen hoed.
Immer overeind staat Stamper, die Wai Lin aan een ijzeren ketting het water in laat zakken. Niet voordat zij Bond een ontsteker heeft kunnen toewerpen die de raket bij lancering zal vernietigen. Met Wai Lin onder water vechtend voor haar leven en Bond en Stamper vechtend op het lanceringsplatform, is Bond net iets slimmer dan de Duitse beul. Bond weet zijn vest los te snijden waarna hij bij Wai Lin in het water belandt. De raket zet de ontsteker in werking, Stamper wordt vernietigd en met hem het complete schip.
Bond en Wai Lin zijn de enige twee aan boord van het stealth-schip die de dans ontspringen. Eind goed al goed.
Tomorrow Never Dies is de eerste film na het overlijden van Cubby Broccoli in 1996. De film wordt begrijpelijkerwijs aan hem opgedragen.
Tijd voor k.d. lang die met Surrender (geschreven door David Arnold, David McAlmont en Don Black) een Bond-song van formaat aflevert. Een schitterende afsluiting die mij destijds tot het einde van de aftiteling in mijn bioscoopstoel hield. Wat een song!
En de film? Die is zeer genietbaar. Beter dan GoldenEye wilde het met de Brosnan-films nooit meer worden. Tomorrow Never Dies is een Bond-film uit de middenklasse, met een aantal bovengemiddelde dialogen, geen slechte score.
1 opmerking:
Héél leuk en vlot geschreven...onze Daphne kreeg helaas kleinere rol dan onze Famke...zie ook liever Famke ;-)
Een reactie posten