Dus eind september weet half Europa dat James Bond doodgaat, terwijl ze in Australië nog dik veertig dagen in spanning zitten. Australische Bond-fans roepen nu via social media op om niets te verklappen — nogal wiedes. Wie het einde van een film verraadt, is een schoft. Maar gediscussieerd zal er, daar moeten de Oceaniërs maar even omheen lezen.
Met nog iets meer dan een maand te gaan tot de première van No Time to Die, is voor mij de tijd voorbij om nog meer van de verhaallijn te willen weten. Een nieuwe trailer is overbodige moeite, ik bekijk die oude nog wel een keer. Een uitgelekt script laat ik deze keer aan mij voorbijgaan. Denk ik.
De periode tussen de eerste persvoorstelling van een Bond-film in Engeland en hier voelt als een oneerlijke: zíj hebben ’m al mogen zien en wíj moeten nog wachten. Een week voordat Spectre (2015), de voorlaatste James Bond-film, in Nederland te zien was, schreeuwde de Britse pers al van de daken dat de film aan een delirium grensde. Dat maakte de voorpret overigens alleen maar groter (en het uiteindelijke resultaat een redelijke deceptie), maar het knaagde dat er mensen waren, en niet per definitie liefhebbers, die een voorsprong hadden.
Die voorsprong wordt overigens alweer snel ingehaald op het moment dat ik de film zelf heb gezien, in ieder geval als één van de eersten in Nederland. Daarom benijd ik de Amerikanen geenszins, die moeten nóg een week langer hun adem inhouden. Als Australiër zou ik mij helemaal in rap tempo laten naturaliseren.
Óf iedereen binnen afzienbare tijd óf niemand. Of ik in ieder geval. Het liefst in een aparte zaal zonder andere toeschouwers, of met Barbara Broccoli en Michael G. Wilson aan mijn linker- en rechterzijde, terwijl zij vol spanning mijn reactie proberen af te lezen: wat vindt -ie ervan? In dat laatste geval vrees ik dat Michael Wilson na een halfuurtje in slaap dommelt en zijn hoofd tegen mijn schouder laat rusten, een kwijltje uit de mondhoek. Het is ook zo’n lange film, en hij had ’m al een paar keer gezien. Na een uur overstemt zijn gesnurk de explosies.
Terwijl de Amerikanen zich in de eerste week van oktober opmaken voor hun première, want dan mogen zij eindelijk ook, moeten de Australiërs en Nieuw-Zeelanders nog tot 11 november wachten en dat lijkt mij oprecht een martelgang.
Als Barbara Broccoli en Michael G. Wilson hun trouwste fans willen bedanken voor hun jarenlange steun — de James Bond-allesvreters die met name op de momenten dat er werkelijk niets te melden viel hún merk, het merk 007, in leven hielden; de fans die keer op keer met goede moed naar een nieuwe premièredatum uitkeken en de moed niet hebben laten zakken. Voor die fans met een aantoonbare staat van dienst doen ze er goed aan een uitnodiging te versturen voor een speciale screening in Londen. Nee, in Amsterdam, dat is makkelijker te bereiken voor iedereen van het vaste land en op Schiphol word je toch niet gecontroleerd. Bij voorkeur ergens eind volgende week?
Dan ben ik in ieder geval gerustgesteld en hopelijk kunnen de gelijkgestemden van down under daar ook een graantje van meepikken. En zo niet, dan heb ik in ieder geval mijn best voor ze gedaan (en de film gezien!). Zoals een integer criticus betaamt, zal ik enkel openlijk discussiëren over algemeen inhoudelijke zaken, verder zal ik niets wezenlijks verklappen. En heb ik dat op enig moment toch een keer gedaan, dan berust dat op puur toeval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten