In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Die krijg je van me cadeau, de eerste regels van het minst gelezen boek ter wereld: Umberto Eco's De naam van de roos. Een pil die onmogelijk getrouw verfilmd zou kunnen worden. En dat heeft de Franse cineast Jean-Jacques Annaud dan ook niet gedaan. Hij heeft er een palimpsest van gemaakt. Voor films een unieke benaming. Want was dit niet het hergebruiken van een pagina uit een manuscript? De originele tekst eraf schrapen en de basis opnieuw beschrijven? En dat is precies wat Annaud heeft gedaan. Een meesterzet.
Vandaag, precies 25 jaar geleden, verscheen de beste film aller tijden, onder de internationale titel The Name of the Rose, voor het eerst in de bioscoop.
Het beeld is zwart. De dreigende synthesizer van James Horner komt op. Deng deng deng deng deng. Elektronische bellen. De stem van een oude man:
Having reached the end of my poor sinner's life, my hair now white, I prepare to leave
on this parchment my testimony as to the wondrous and terrible events that I witnessed in my youth, towards the end of the year of Our Lord thirteen hundred and twentyseven.
on this parchment my testimony as to the wondrous and terrible events that I witnessed in my youth, towards the end of the year of Our Lord thirteen hundred and twentyseven.
May God grant me the wisdom and grace to be the faithful chronicler of the happenings that took place in a remote abbey in the dark north of Italy. An abbey, whose name, it seems even now, pious and prudent to omit.
The Name of the Rose.
The Name of the Rose.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten