Ik moest ophouden met al die doden op Instagram gooien. Daar komen de mensen niet voor, foeterde mijn partner die mijn posts blijkbaar goed in de smiezen houdt. Gooi er een paar tieten op, opperde ze. Nee, niet die van haar, van de Bond-girls, sukkel.
Het had geen zin er tegenin te gaan. Wat kan ik eraan doen dat in korte tijd medewerkers van James Bond-films doodgaan? Niet dat ik er op aas (al ben ik al lang blij dat er eindelijk weer eens wat te melden valt rond James Bond), maar ik houd de doden wel nauwlettend in de gaten. Het hele jaar door en in aanloop naar het jaareinde helemaal. Dan is het namelijk tijd voor de lijstjes. En een daarvan is de dodenlijst.
In mijn geval is dat een filmpje. Onder begeleiding van John Barry’s instrumentale versie van We Have All the Time in the World komen de overledenen van dit jaar nog één keer tot leven; opdat wij niet vergeten. Als eerbetoon wat zij in meer of mindere mate hebben betekend voor de Bond-films. Soms is dat een snipper als (edel)figurant, de andere keer is dat Sean Connery in hoogst eigen persoon.
De frustratie zit hem in de incompleetheid. Zo overleed vorig jaar september actrice Yvonne Shima, sister Lily uit Dr. No. Dat nieuws werd pas in maart dit jaar wereldkundig gemaakt. Bummer! Die had dus bij het lijstje van vorig jaar gemoeten, bij de overlijdens van 2024 kun je volgens mijn autistische brein geen dode uit 2023 plaatsen, hoe graag ik haar ook had geëerd.
De late bekendmaking van Shima’s dood heeft te maken met nalatigheid van haar nabestaanden, shame on them, niet met onoplettendheid van mijn kant. Zoals wel het geval bij Burt Metcalfe, agent Maxwell in Diamonds Are Forever. Hij overleed in 2022. Ik kwam daar echter pas in 2023 achter. Waarschijnlijk heb ik over zijn naam heen gelezen, want Metcalfe was als producent van de tv-serie M*A*S*H wereldberoemd. Toch deed zijn naam mij in relatie tot James Bond geen belletje rinkelen. Shame on me.
Antonio Salines |
Dit jaar zal het mij niet gebeuren dat ik iemand als Antonio Salines over het hoofd zie; zoals dus gebeurde in 2021. Hij was het oude mannetje in de Fiat die in Spectre door Bond door de Via Plauto in Rome werd geduwd. Ik heb inmiddels heel IMDb van achter naar voren gedubbelcheckt en ben nog een aantal namen tegenkomen die ik dit jaar had gemist. De teller komt daarmee op dit moment op vijftien. En laat het maar zo blijven, want de video ziet er prachtig uit. De rest wacht maar even met doodgaan tot volgend jaar.
Wie nog lang niet mag gaan, viert deze maand zijn tachtigste verjaardag. Het zal niemand zijn ontgaan dat onze Jeroen, de beschermheer van mijn Bond Blog, een hele grote kaars mag uitblazen. Zo kwam hij aan het woord in talkshows op radio en tv en in een heus jubileuminterview door nationaal feestvarken Wilfried de Jong, die hetzelfde eerder deed met onze koning.
In de aankondiging naar deze Krabbé-tv-special gaf De Jong aan: „Door onze ontmoeting heb ik een andere Jeroen Krabbé ontdekt. Welke dat is, verklap ik niet. Dat mag de kijker zelf ontdekken.” Een quote waar ik me nogal over heb opgewonden. Wilfried de Jong is de zoveelste die Jeroen Krabbé een arrogante eikel vindt. Vond. Een charmante goedlachse allemansvriend wiens vocabulaire voornamelijk bestaat uit het woordje ‘ik’. Maar als íemand recht heeft om te pochen met zijn internationale roem, is het onze Jeroen wel. Want hij heeft het mooi wel allemaal voor elkaar gekregen.
De enige die hem een eikel mag vinden is zijn rots in de branding, zijn vrouw Herma. Die het mede mogelijk heeft gemaakt dat haar echtgenoot heeft kunnen stralen op de wereldpodia. Wat die vrouw heeft moeten doorstaan, getuige de biografie Krabbé dat recentelijk is uitgekomen; door storm en wind is ze naast hem blijven staan en zij is het die ondanks veelvuldige afwezigheid van de vader des huizes hun gezin heeft weten te managen.
Zoals die middag eind juni 1986 waarin Jeroen Krabbé te horen kreeg dat hij de rol van Koskov had bemachtigd. Vol ongeloof belde hij vanuit Loden naar huis om de blijde boodschap te verkondigen. Vrouwlief bleek weinig onder de indruk, het was op dat moment immers spitsuur in huize Krabbé en zij had op dat moment wel iets anders omhanden. Hartstikke leuk natuurlijk, voor haar man, maar praktisch gezien moest er ook gewoon voedsel in drie kindermonden worden gestopt.
De biografie van Krabbé is een prettig leeswerk, of luisterwerk zoals in mijn geval. Kort na publicatie heb ik het boek in één adem uitgeluisterd. Mijn weekend was om voordat ik er erg in had. James Bond wordt veelvuldig aangehaald in de biografie; het startsein van zijn internationale carrière. Ik heb kort daarop met mijn kinderen The Fugitive opnieuw bekeken. Een film die welhaast beter is dan de beste Bond-film. De sfeer die in hoge mate wordt bepaald door de muziek van James Newton Howard spreekt mij bijzonder aan. Hét voorbeeld van een lekkere Amerikaanse blockbuster. En het vervult mij altijd met trots als de naam ‘Jeroen Krabbe’ in de begintitels verschijnt. Inderdaad, ‘Krabbe’, tot grote hilariteit van de kinderen.
De dag daarop was Left Luggage aan de beurt. Bij de eerste beelden van het jongetje Simcha welden de tranen in mijn ogen al op, dit had ik nooit eerder zo ervaren. Wellicht dat dat kwam omdat ik de film voor het eerst met mijn eigen kroost bekeek. Al stoorde ik mij, met name aan het begin van de film, aan de semi-komische verhandelingen die naar mijn smaak te kolderiek worden gespeeld door hoofdrolspeelster Laura Fraser. Verder blijft deze film een pareltje met alleen maar prachtige koppen van Isabella Rossellini, Maximilian Schell, Chaim Topol en Jeroen Krabbé zelf. En Adam Monty als de vertederende Simcha. Ik heb het niet droog kunnen houden.
Omdat ik toch in de Krabbé-groef zat, ben ik zijn nieuwe schilderserie over René Matisse, nee, Henri Matisse maar eens gaan bekijken. Daar is Jeroen te zien als een kind in een snoepwinkel. Niet iedereen wil daarin mee, maar zijn aanstekelijke enthousiasme is oprecht, zo ís hij gewoon. Jeroen Krabbé is boven alles een lieve man die zich na tachtig jaar nog steeds kan verwonderen in een langlopende carrière waarin hij vooral leuke dingen heeft gedaan en er zelf nogal verbaasd over is dat híj dat heeft mogen meemaken. En dat is wat Wilfried de Jong zo verbaasde: Jeroen Krabbé speelt niet de rol van Jeroen Krabbé, hij is echt zo. Een goed mens. Een lieverd.
Kortom, je zult van mij geen doden meer zien op Instagram. Met plezier stuur ik berichten de wereld in over de nieuwe soundtrack-cd’s van Moonraker en The Man with the Golden Gun. Oppervlakkige meuk, maar o zo leuk. Want Moonraker is dé James Bond-soundtrack waar smachtend naar uit werd gekeken. En daar verscheen op een zonnige vrijdagochtend 29 november zomaar in mijn tijdlijn de aankondiging van La-La Land Records. Ik had de slapers nog maar amper uit mijn ogen gewreven of daar stond het echt. Ik kon het bijna niet geloven.
Blijft er één quizvraag over waarvan het antwoord rond 31 december wordt onthuld: welke vijftien namen staan er op mijn dodenlijst van 2024? Opdat wij niet vergeten.
Deze column verschijnt ook bij James Bond Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten