Films en seriesFilms en series

maandag 24 april 2023

Hoofdrol voor Brian Cox in 007-spelshow

Acteur Brian Cox speelt de gezagvoerder in de spelshow 007’s Road to a Million, waar deelnemers over de hele wereld naar Bond-locaties reizen om te strijden om een bedrag van 1 miljoen pond.

Brian Cox

Vorig jaar, toen filmstudio MGM nog maar amper in handen was van techgigant Amazon, kwam het nieuws naar buiten dat er een James Bond-spelshow ging komen. Lange tijd bleef het stil rond de streamingproductie. De vraag was dan ook of de miljoenenjacht nog doorging.

De Schotse steracteur Cox speelt in de spelshow de man die de touwtjes in handen heeft en het de kandidaten moeilijk maakt. Een rol die hem bevalt, meldt onder meer 007.com.

Brian Cox is nooit te zien geweest in een Bond-film. Een rol als M of Blofeld zou hem niet misstaan.

zondag 23 april 2023

James Bond Night

Prima, als we geen nieuwe Bond-film krijgen, dan kijken we die ouwe films wel in de bioscoop. Voordeel is dat je precies weet waar je aan toe bent; je zult nooit teleurgesteld de zaal verlaten en naderhand zeurt er niemand dat James Bond is vermoord. Win-win. En wat is er nou fijner dan een Bond-film op het grote scherm?


De zaal met driehonderd stoelen zit op 20 april bommetje vol. In het kader van James Bond Night vertonen filmregisseur Martin Koolhoven en filmprogrammeur Ronald Simons in Cinema 1 van filmmuseum Eye de gerestaureerde versie van de Bond-klassieker Goldfinger. In 4K glinstert alles nog gouder dan daarvoor.

Als dikke extra worden vooraf aan de filmvertoning pre-title sequences uit verschillende Bond-films vertoond, aan elkaar gepraat door een vapende Martin Koolhoven. De bevlogen filmverteller beheerst de kunst om gelijkertijd te enthousiasmeren en te schofferen. Wie het breken van de vierde wand in het begin van On Her Majesty’s Secret Service afkeurt, is een sukkel. Zitten er eigenlijk medewerkers van Eye in de zaal? Want de vorige keer werd er geklaagd dat de spreker vapete tijdens de voorstelling. Fuck you!

Met een flesje Westmalle (een tripel zo te zien) langs zijn zijde, kletst de filmmaker de beginsequenties van de Bond-films aan elkaar. Toen hem werd gevraagd een keuze te maken, wilde hij ze allemaal laten zien. Dat werd een beetje te gortig op een reeks van 25 films met een gemiddelde speeltijd van 7 minuut 20 per sequentie. Hij koos er daarom in ieder geval van iedere Bond-acteur één.

Dr. No kent er geen. Vandaar dat we daar alleen de gunbarrel te zien krijgen met de titelsequentie er gelijk achteraan. Wie dacht vroeger trouwens, net als Koolhoven, dat die pistoolloop het diafragma van een camera was? Vingers? De regisseur blijkt een van de weinige losers in de zaal te zijn. En met die Bond-muziek is iets aan de hand. De namen Monty Norman en John Barry worden geroepen. Klopt allemaal, en er zitten in de zaal grotere Bond-kenners dan de spreker zelf is, schat de regisseur juist in, maar luister eens naar het deuntje van Monty Norman waarop het Bond-thema is gebaseerd. Koolhoven zingt de eerste regels van Bad Sign, Good Sign.

From Russia with Love (met 2 minuut 38 de kortste pre-title) met Robert Shaw als badguy is de eerste met het kenmerkende Bond-begin. Eentje die productioneel nog goed te overzien is. Wie vindt From Russia with Love de beste Bond-film? Vingers.

On Her Majesty’s Secret Service is de volgende in de rij. Zijn er mensen in de zaal die George Lazenby de beste James Bond vinden? Niet de film zelf, want die is goed, maar de James Bond-acteur? Het blijft bijna stil in de zaal. Gert Watering van James Bond Nederland weet nog te melden dat Lazenby een Golden Globe-nominatie voor zijn rol heeft gekregen. Dat zegt genoeg, besluit Koolhoven met een glimlach.

Live and Let Die met de dan nieuwe Bond Roger Moore slaat hij over, want daar komt James Bond helemaal niet in de beginsequentie voor. Octopussy, Koolhovens favoriete Bond-film, want de eerste die hij zag, heeft hij enkele jaren geleden al in Eye vertoond, vandaar dat hij kiest voor een prachtige opening in, volgens de regisseur, een van de minste Bond-films: Moonraker.

Tijdens de vrije val op het grote doek van 11 bij 5,5 meter krijg ik, voor de eerste in de honderd keer dat ik deze scène al heb gezien, spontaan last van hoogtevrees. Ik ben het met Koolhoven eens dat dit een fantastische opening is. Waar ik mij niet in kan vinden, is zijn lage waardering voor het eindproduct. Oké, James Bond was inmiddels trendvolger geworden in plaats van setter, maar in zijn tijd werd Moonraker bijzonder positief ontvangen, en nog steeds is het een heerlijke verstand-op-nul-film. Niet in de laatste plaats door de onvergetelijke muziek van John Barry en de grandioze sets van Ken Adam.

Tussendoor nog even die vreemde eend: Never Say Never Again, Connery’s eenmalige terugkeer. Hoe dat precies zit, voert te ver om hier uit de doeken te doen. Feit is dat deze Bond-film geen gebruik mocht maken van de gunbarrel-opening en ook niet van de James Bond-muziek. Wat ze daarom hebben gedaan, is de titels óver de beginsequentie heen plaatsen. Moet je opletten hoe gek dat is:

Dat is inderdaad een mankement waar de film verder weinig aan kan doen. Op internet mag dat allemaal wel, vandaar nog een keer de opening van Never Say Never Again maar dan in Eon-stijl. De begeleidende muziek is afkomstig uit From Russia with Love en Thunderball. Daar knapt de film inderdaad van op. Erachteraan krijgen we Dionne Warwicks Mr. Kiss Kiss Bang Bang over de titelsequentie van Thunderball en vreemd genoeg niet Lani Halls Never Say Never Again, wat overigens een prima Bond-nummer is.

Dan is het de beurt aan The Living Daylights, met, in Koolhovens optiek, de minste Bond van het stel: houten klaas Timothy Dalton. Maar Dalton is de enige 007 die de Bond van Fleming wist te benaderen, klinkt het uit de zaal. Die heb ik vaker gehoord, dat is geen criterium, aldus de alleswetende regisseur. En let vooral op hoe achteloos Dalton de beroemde woorden ‘Bond, James Bond’ uitspreekt. Totaal Bond-onwaardig. Toegegeven, Timothy Dalton had de jaren 80 ook tegen zich. Ook de titelsong van de Noorse popgroep a-ha kan Koolhovens goedkeuring niet dragen. Boegeroep vanuit het publiek. En terecht.

Tot grote opluchting van de Brimstone-regisseur is het daarna tijd voor Pierce Brosnan, een heel goede Bond. Om dat te illustreren laat hij de pre-titles van Die Another Day zien. Wie vindt dit de slechtste Bond-film? Vingers vanuit de hele zaal. Maar we hebben het mis, de minste is toch echt Quantum of Solace, vindt de filmkenner. Die Another Day is te leuk om als slechtste Bond-film de boeken in te gaan. De badguy die de hele film rondloopt met diamanten in zijn gezicht, is een geniale vondst.

Ook slechte Bond-films kennen hun hoogtepunten, Martin. Het eerste uur van Die Another Day is ook echt wel te doen. Maar alle credits die de film in het eerste uur heeft opgebouwd, worden in het tweede uur verspeeld.

De pre-title van Die Another Day is oké. Lijkt overigens verdacht veel op Tomorrow Never Dies waar Bond aan een bende snoodaards moet zien te ontkomen en daarbij het complete strijdveld vernietigt, waarna hij ternauwernood ontsnapt per vliegtuig of hovercraft. En nee, dit is net niet de langste pre-title. Voorganger The World Is Not Enough is met 13:48 een minuut langer en No Time to Die gooit daar met tien minuten extra helemaal roet in het eten.

De producenten zagen net als wij dat het na Die Another Day niet lang op deze manier door kon gaan. En toen kwam Quentin Tarantino, die met Pierce Brosnan Casino Royale wilde maken. Eon Productions, dat op dat moment al jaren de rechten bezat van de eerste Bond-roman, wilde niet dat Tarantino zich met Bond ging bemoeien, maar gebruikte het eerste Bond-verhaal wel als uitgangspunt voor de volgende film, net zoals Tarantino had geopperd. Tarantino meent dat hij Eon op een idee had gebracht. Ook Koolhoven gaat mee in het idee dat Casino Royale door Tarantino naar de oppervlakte is gebracht.

De waarheid hierover ligt ergens in het midden. Eon zal het nooit toegeven en voor de Amerikaan is het een mooi verhaal dat hij de James Bond-makers heeft geforceerd Casino Royale te maken — alsof hij deze credits werkelijk nodig heeft.

Met Casino Royale keerden de filmmakers terug naar Ian Fleming, naar de oorsprong van James Bond. Vraag aan de zaal wat de beste Bond-film met Daniel Craig is, waarbij je van de vijf automatisch keuze uit twee hebt. De meeste vingers gaan op voor Skyfall. Koolhoven geeft zijn goedkeuring. Van Casino Royale vindt hij met name de pokergame en de uitleg van ‘geen idee wie de mensen zijn’ (Vesper en Mathis) saai.

De laatste pre-title sequence is afkomstig uit deze film; na From Russia with Love de kortste uit de reeks. Wel eentje om trots op te zijn.

En dan is het pauze, roept de filmmaker vanaf de eerste rij. Na een kwartier is het de bedoeling dat Goldfinger gaat beginnen. Dat duurt iets langer, omdat de rij van 300 gasten die een drankje willen nogal lang is. Eye is daar, gek genoeg, niet op ingesteld.

Na de pauze neemt Ronald Simons kort het woord om Goldfinger in te luiden. Hij was ooit in Berlijn waar hij production designer Ken Adam (geen ‘Adams’) ontmoette. De Duitser van geboorte mocht op honderd meter afstand komen van het echte Fort Knox om het vervolgens op het studioterrein na te bouwen. Het interieur komt geheel uit het brein van de Bond-architect, en het moet gezegd dat het echte Fort Knox er vast niet zo imposant uitziet als in de film. Bijna niemand die het kan controleren, zelfs Joe Biden mag er niet naar binnen. En let vooral op de beroemdste eend uit de filmgeschiedenis, daar waar de film mee begint. Een eend die overigens verdacht veel op een zeemeeuw lijkt…

Tijd voor de blauwdruk aller Bond-films, Goldfinger. De film waar we voor zijn gekomen. Niet helemaal natuurlijk, want de introductie van Martin Koolhoven was om van te smullen, ook al ben je het niet altijd met hem eens. De regisseur is er in de pauze trouwens niet stiekem vandoor gegaan. De Westmalle is inmiddels ingeruild voor een fles rode wijn en vanaf de eerste rang kijkt hij de film gezellig mee. Af en toe roept hij nog iets.

Bij iedere herbeleving van welke Bond-film dan ook, zijn er altijd details die mij eerder niet zijn opgevallen. Zo maakt Bond bij zijn ontmoeting met Tilly Masterson zijn zin niet af: ‘By the way, my name is Bond, J…’ Ook is op het immense bioscoopscherm de pleister om zijn ringvinger goed zichtbaar. Die pleister droeg hij om zijn trouwring te verbergen. Bij Thunderball was het hem wel gelukt de ring af te schuiven.

De achtergrondprojecties en de Thunderbird-vliegtuigjes zijn in 4K onbedoeld nog lachwekkender, vindt ook het publiek, dat trouwens ook lacht waar het wel de bedoeling is.

Als bijna zestigjarige film doet Goldfinger het nog behoorlijk. Slimme keus van de heren om deze film te programmeren. Deze derde Bond-film blijkt nog altijd een publiekslieveling te zijn. Ik prijs de snelheid van de oude rolprent; Gosse Drent van James Bond Nederland vindt hem juist aan de trage kant. Grappig dat we allebei een andere film hebben gezien.

Je zou bijna vergeten dat de vertoning van Goldfinger is begonnen met het zeventigjarige jubileum van James Bond een week daarvoor. De literaire Bond uiteraard die nog altijd aan de basis staat van het veel grotere succes van de filmserie. Ian Flemings James Bond wordt al lang niet meer gelezen, enkel door de verstokte Bond-fan. De films zijn hun geestelijk vader al geruime tijd ontgroeid. De herdruk van Casino Royale bij HarperCollins Holland kwam net een halfjaar te vroeg. Zeventig jaar James Bond kun je daarom het beste eren met de vertoning van een film, dat trekt tenminste volle zalen. Zeker met Martin Koolhoven aan het roer.

En het allermooiste is dat het niet bij die ene vertoning in Eye blijft. Vanaf september gaat Koolhoven het land in met meer James Bond. Hij gaat naar Badhoevedorp, Groningen, Sittard, Deventer, Goes, Voorburg, Den Bosch, Wageningen, Steenwijk, Amstelveen en Enschede waar kriskras de klassiekers Dr. No, Thunderball, On Her Majesty’s Secret Service, Live and Let Die, For Your Eyes Only, A View to a Kill, The Living Daylights, Licence to Kill, GoldenEye en Die Another Day de revue passeren.

Klik hier rechts op de banner om te zien welke film waar en wanneer wordt vertoond. Als Goldfinger een voorbode is op de reeks in september, gaan we een fijne Bond-herfst tegemoet. O ja, volgende maand Casino Royale in Concert in enkele concertzalen in Nederland en België.

Je moet toch wat als er geen nieuwe Bond-films worden gemaakt.

Klik hier voor een overzicht van de pre-title sequences.

zondag 16 april 2023

James Bond-filmcolleges door Martin Koolhoven

update 22 april 2023

Regisseur Martin Koolhoven reist vanaf september het land door met filmcolleges die in het teken staan van James Bond. Na het college vindt de vertoning van een Bond-klassieker plaats op het grote doek. Kaarten zijn nu te bestellen.


De data voor de meeste voorstellingen zijn als volgt:

  • 7 september: For Your Eyes Only (1981)
    Corendon Cinema Badhoevedorp
  • 8 september: The Spy Who Loved Me (1977)
    Forum Groningen
  • 15 september: On Her Majesty’s Secret Service (1969)
    De Domijnen Sittard
  • 20 september: Thunderball (1965)
    Mimik Deventer
  • 21 september: A View to a Kill (1985)
    ’t Beest Goes
  • 28 september: Licence to Kill (1989)
    Ludens Voorburg
  • 29 september: Dr. No (1962)
    Verkadefabriek Den Bosch
  • 9 oktober: GoldenEye (1995)
    Heerenstraat Theater Wageningen
  • 8 november: Die Another Day (2002)
    Cinema Amstelveen Amstelveen
  • 19 november: The Living Daylights (1987)
    De Meenthe Steenwijk
  • ntb: Live and Let Die (1973)
    Concordia Enschede

Zie hier voor meer informatie over het programma Koolhovens Keuze.

Donderdag 20 april is Goldfinger te zien in Eye Amsterdam. De derde James Bond-film wordt eveneens ingeleid door Martin Koolhoven.

zaterdag 8 april 2023

‘Casino Royale’ zeventig jaar

Een taai voorgerecht

Ik ben geen fan van Ian Flemings eersteling Casino Royale, het boek dat op 13 april zijn platina jubileum viert. Toen ik het in de zomer van 2003 voor de tweede keer las, ben ik blijven steken op bladzijde 101, bij het hoofdstuk La vie en rose. De boekenlegger moet nog steeds op diezelfde pagina steken. De Engelse versie deed het enkele vakanties later iets beter, maar het blijft dat ik Casino Royale een taai voorgerecht vind.

Casino Royale verscheen in vertaling voor het eerst begin jaren zestig in de Zwarte Beertjes-reeks van A.W. Bruna. Hoewel in de eerste druk geen jaartal staat vermeld, is 1960 het meest aannemelijk. Daarvoor, in 1959, was namelijk het tweede Bond-boek Moord onder water als eerste Bond-titel in vertaling uitgegeven; boek nummer vier, Doden voor diamanten, verscheen als nummer drie in het Nederlands in 1961. Uitgever Bruna nam het niet zo nauw met de oorspronkelijke volgorde en publiceerde de afleveringen kriskras door elkaar.

Vermoedelijk 1960

Over Casino Royale oordeelden de critici in diverse dagbladen als volgt: ‘Een spannende, knap opgezette en uitgewerkte detectivegeschiedenis tegen een spionage-achtergrond van Ian Fleming’, schreef de Friese Koerier op 30 maart 1961. ‘Veel ruwheid (de onmisbare martelingsscènes), voldoende erotiek en overvloed aan spanning’, aldus de Leeuwarder Courant op 20 april. ‘(...) Dit vraagt wel wat veel van ’s lezers goedgelovigheid’, oordeelde Algemeen Dagblad op 31 mei. ‘Trouwens, de tegenpartij vindt dit blijkbaar ook nogal kinderachtig en probeert Bond met heel wat krachtdadiger middelen om zeep te helpen, wat natuurlijk niet lukt. De schrijver heeft er nog een Mata Hari aan toe gevoegd, maar het verhaal wordt er alleen nog onwaarachtiger door.’ 

1964

De recensies bleven allemaal wat karig, James Bond was in 1961 nog steeds geen grote naam. Maar die paar regels waren altijd nog beter dan een beoordeling van Johan Winkler in Het Parool van 26 april 1961: ‘Het is de liefdeshistorie tussen de westerse meesterspion James Bond en zijn communistische tegenspeelster Vesper Lynd, en het is me het drama wel. Want het loopt, als zij dat communisme ineens niet meer hárden kan, op Vespers zelfmoord uit. En daarmee op James’ ontgoochelde verbittering: „De rotmeid is dood!” Toen ik die slotwoorden van „Casino Royale” gelezen had, zei ik het James met gepaste wijziging na: „Het rotboek is uit!”’

1974

Het kan ook anders, zoals op 24 juni 1961 te lezen in Het Vrije Volk: ‘Ian Fleming weet hoe hij er de spanning in moet houden. Iedere keer als de lezer denkt, dat hij het ergste nu wel heeft gehad, geeft de schrijver hem een dreun tussen de ribben die hem de adem beneemt. Maar ook ons incasseringsvermogen heeft grenzen. De martelscène in dit boekje, om uit de Engelsman te persen, waar hij de cheque met de gewonnen miljoenen franken verborgen heeft, gaat alle perken te buiten. Dit is ronduit weerzinwekkend.’ 

Nieuwsblad van het Noorden sprak in de krant van 17 augustus 1961 van ‘een goed opgezette crime-story, spelend in de sfeer van spionnage en contra-spionnage waarin de spanning op prikkelende wijze tot een weldoordacht hoogtepunt wordt opgevoerd’. ‘Spionnage’, het zal niet de eerste en de laatste keer zijn…

1978

Casino Royale kreeg in die dagen in meer of mindere mate de nodige aandacht. Dat er op dat moment inmiddels vergevorderde filmplannen waren met James Bond, daarvan leek niemand zich nog bewust. De zoektocht naar een geschikte hoofdrolspeler was in volle gang. Op 3 november 1961 werd officieel bekendgemaakt dat Sean Connery de rol van geheim agent 007 had verworven. Een feestje dat totaal langs Nederland heenging.

In mijn studententijd gingen de boekjes van Fleming er in als koud pils op een zonnige lentedag. Nadat ik jaren daarvoor een aantal verwoede pogingen had gedaan Goldfinger en Octopussy door te worstelen, stonden de Zwarte Beertjes een tijd lang gesorteerd op de boekenplank en zo nu en dan vulde ik een exemplaar aan. Hoewel ik ze niet las, wilde ik ze wel graag hebben.

1984

Flemings Goldfinger leek weinig op de frivole verfilming die ik er van had gezien. Mijn tienerbrein kon die twee verschillende uitingen niet scheiden, waarna de boekjes stof mochten gaan verzamelen.

Bij de studie journalistiek waarmee ik in het schooljaar 1998/1999 begon, kreeg ik dagelijks vijftig minuten treintijd naar Utrecht te verstouwen. Met Bond-muziek op mijn discman, begon ik deze keer serieus aan de Bond-serie van Fleming. De versie van Casino Royale uit de serie van 1991 had ik inmiddels voor een paar gulden weten te bemachtigen bij De Slechte; het moest er maar eens van komen.

1991

Dat viel niet mee. Ik vond het saai, langdradig, humorloos. Maar je bent Bond-fan of niet, dus de boeken die aan de basis liggen van de jou zo geliefde filmserie horen er nu eenmaal bij. Gelukkig maar, want vanaf de tweede, Live and Let Die, of zoals hier Moord onder water, werd het lezen een heel stuk plezieriger.

In dat tweede boek trapte Fleming hem flink op z’n staart. Met name de helse onderwatertocht die Bond onderneemt tegen het eind van het boek, met alle gevaren die hij tegenkomt, is zo spannend beschreven, dat ik bijna vergat uit te stappen op mijn eindbestemming. Als dit de maat gaf voor de volgende avonturen, dan werd het een makkie!

2006

En zo geschiedde. Het derde boek Moonraker (Hoog spel) was nóg beter. Het bridgespel tussen Bond en Drax is zo waanzinnig knap neergezet, zo tergend spannend, met de zogenaamde ‘blinker’ waarmee de schurk valsspeelt, dit bekoorde mij zoveel meer dan het baccaratspel tegen Le Chiffre in het eerste boek. Daarmee kwam het tussen Fleming en mij alsnog goed.

Terwijl het einde van het negende boek Thunderball (Kalm aan, Mr. Bond) naderde, zat ik met nog één gat: nummer tien The Spy Who Loved Me (De spion de mij beminde) ontbrak aan mijn collectie.

Dat weekend was er een boekenbeurs pal bij mij voor de deur. Geloof het of niet: schuin tegenover mijn huis lag inderdaad dat laatste Bond-boekje op mij te wachten, het enige dat ik nog moest hebben om mijn serie compleet te maken. Precies op tijd. Ik kon na het weekend, zonder onderbreking, gewoon doorlezen in het volgende avontuur.

2008

De uren aan treinreizen vlogen voorbij; het Bond-universum werd met de pagina uitgebreider. Er zat heus wel eens een hoofdstuk bij waar geen einde aan leek te komen. Van het iets te fantastische Doctor No was ik toch wel blij dat ik de laatste bladzijden bereikte, van You Only Live Twice sloeg ik de paginalange plantenbeschrijvingen over.

Het gaf wel aan in welke mate Fleming met zijn beschrijvingen omging. Geen soort werd onbenoemd, geen merknaam werd overgeslagen. De Disco Volante uit Thunderball werd aangedreven door het befaamde Schertel-Sachsenberg-systeem. Toe maar, dat klinkt als een imponerende boot — die merknaam had de auteur compleet uit zijn duim gezogen.

2022

Nadat alle Bond-boekjes van Fleming met smaak waren verorberd, waren de overige auteurs aan de beurt: Kingsley Amis, John Gardner en Raymond Benson. Later kwamen daar Sebastian Faulks, Jeffery Deaver en William Boyd bij. Van Anthony Horowitz en de Young Bond-boeken heb ik nooit een letter gelezen.

Casino Royale wist mij pas echt te bekoren op de dag van mijn 28e verjaardag, tijdens de persvoorstelling van de 21e Bond-film bij Pathé Arena. De verfilming van het eerste Bond-boek blies mij werkelijk omver. Het werd de opmaat naar een nieuwe Bond-geschiedenis waar we recentelijk pas het definitieve einde van hebben mogen aanschouwen.

Terugkeren naar de romanfiguur van Fleming is tijdens de langlopende filmserie meermaals een gouden greep gebleken. Als het de filmmakers iets teveel in de bol was geslagen, belandde Bond de volgende film weer met beide benen op de grond. Met dank aan het bronmateriaal, dat tot de dag van vandaag schatplichtig is aan dat ene boek waarin ik niet verder ben gekomen dan bladzijde 101...

zaterdag 1 april 2023

Daar komt Swiebertje

Iedereen doet maar of het de meest felbegeerde klus is in filmland, maar in principe is James Bond spelen een hondenbaan. Of je moest in de jaren 70 Roger Moore heten. Verder is het maar bar weinig acteurs gelukt er van te genieten. De nieuwe nul-nul-zeven staat een meedogenloos karwei te wachten.


Roem, glorie, klatergoud. Natuurlijk, een nul-nul-zeven doet het niet voor een krat pils. Hij krijgt er goed voor betaald, ook al vindt hij het te weinig. Na de martelgang in tuxedo is je kostje gekocht en valt er financieel niets meer te vrezen. Behalve van de belastingdienst dan. De James Bond-lifestyle kan in hoogst eigen acteurspersoon worden genoten. De drie L’s (landhuizen, Lamborghini’s en lekkere wijven) zullen zich tot het einde der tijden in je schoot werpen. Een ex-Bond kan nooit meer stuk.

De tol die je daarvoor moet betalen is groot. Wie het Bond-contract ondertekent, plaatst zichzelf in een gouden kooi onder een enorm vergrootglas in de spotlights; een acteur niet onbekend, zou je denken. Maar wie deze gouden kooi betreedt, ontvangt een brandmerk. Castingdirectors zien je niet meer staan. Nee, die man is zoveel Bond, dat onderscheid kan ons publiek nooit maken, dat kunnen ze niet aan.

Bij elke ouderavond van de basisschool, elke ledenvergadering van de visvereniging, elke publiekelijke bijeenkomst: daar komt Swiebertje, rare Swiebertje.

Swiebertje

Welke gevestigde acteur is daarin geïnteresseerd? Geeneen! Daarom zijn het de wat minder bekende namen die de rol uiteindelijk aannamen. Het ego wil namelijk ook wat. Altijd maar in de schaduw van die A-acteur. Nu is het jouw beurt om te stralen. En je weet, dit is de rol die de wereld over gaat, met jouw portret voorop. Of je nu reclamemodel bent, tv-acteur of al jaren bus in bus uit de pannen van het theaterdak speelt. Je naam is in één klap gevestigd. Dat is toch waar je van droomde?

Timothy Dalton en Vanessa Redgrave in Anthony and Cleopatra (1986)

Geen gebedel meer, geen uitkering na afloop van een tournee, geen tijdelijke wurgcontracten. Wie het publiek als nieuwe nul-nul-zeven een beetje weet te behagen, zit voor minimaal drie films gebakken, ofwel tien jaar onder de luxe pannen. Niet die van jezelf, want je bent nooit meer thuis.

Die producenten zijn trouwens makkelijk te paaien, want een nieuwe succesvolle James Bond ligt al zestig jaar niet voor het oprapen. Weet je een beetje lekker te cashen met je films, dan blijven ze bij je slijmen tot je een ouwe kop hebt. En vergeet niet dat je volgens hen altijd ‘de beste’ bent. Voor dat moment althans. Want waait de wind plots vanuit een hardere hoek, dan laten ze je net zo makkelijk vallen. Wat zeur je nou, je hebt je poen toch gekregen?

De dag dat Daniel Craig werd benoemd tot nieuwe nul-nul-zeven

Hoe blijft het voor de nieuwe Bond een beetje leuk? Dat hij zin heeft om films te maken. Dat hij wordt gevierd, maar niet aanbeden. Dat hij goed in zijn vel zit, maar daarvoor niet een halfjaar aan apparaten hoeft te sjorren. Dat hij hongerig blijft, de werksfeer plezierig, de druk niet te hoog. Dat hij zich niet teveel hoeft te bemoeien met het productieproces. Dat hij zijn eigen stunts overlaat aan professionals. Dat hij niet om de haverklap voor een boulevardshowtje zijn obligate antwoorden hoeft op te lepelen. Dat hij zich acteur mag voelen en geen super geheim agent hoeft te zijn.

Zou het geen ongelooflijke stunt zijn om Pierce Brosnan terug te vragen? Hij kent het klappen van de zweep, oogt bescheiden als het om Bond gaat en weet net dat lichtvoetige te raken wat het filmpersonage node heeft gemist. Uiteraard wordt het hele Bond-universum hiermee compleet overhoopgegooid, maar heeft het Eon-productiehuis hier niet zelf om gevraagd? Immers: desperate times call for desperate measures.

Brosnan in betere handen

Brosnan kan de draad weer oppakken waar hij twintig jaar geleden was gebleven. Zijn nummer kan desnoods worden aangepast naar nul-nul-zeventig. Laat hem dan alsjeblieft met een GoldenEye-achtige film terugkeren. Dat is toch het beste wat hij op Bond-gebied te bieden had. Als leeftijdsgenoot en fellow-Ier Liam Neeson nog mag knokken op het witte doek, mag Brosnan dat zeker. Hij zal zich een stuk relaxter voelen dan tijdens zijn debuut in 1995. Als hij het circus lekker over zich heen laat komen en besluit om vooral plezier te maken, dan valt er voor ons ook genoeg te genieten. De voormalig oud-Bond heeft meermaals aangegeven dat hij de rol nooit lekker te pakken had. Kan hij alsnog revanche nemen.

Timothy Dalton had ik zeker een derde Bond-film gegund, en ons ook, maar na het tijdperk-Craig zijn we toch toe aan iets luchtigers met stijl. Aan zijn 77 lentes ligt het niet, de tachtigjarige Harrison Ford is over een paar maanden ook weer te zien met een zweep. Dalton mag alsnog meedoen hoor. Graag zelfs! In een soort Expandable-Bond-productie. Kan George Lazenby niet achterblijven en krijgt zelfs Craig een cameo. Al is het maar om Barbara Broccoli te plezieren.

En anders laten we ze toch nog allemaal gewoon een Bond-film maken. Om het af te leren. Ben Affleck, Robert Pattinson en Michael Keaton zijn immers ook tegelijkertijd Batman, om van die drie Spidermannen in één film maar te zwijgen. Hollywood lijdt immers aan ideeënarmoede, van een Bond-mix-up ligt niemand wakker. Lekker veel James Bond, we hebben het ook gewoon verdiend.

Spidermannen

Zo zal het allemaal niet gaan. Wat dat betreft zijn de Bond-bazen veel te star. Ze zijn niet zo van veranderingen. Het roer drastisch omgooien zit gewoonweg niet in hun aard. Met Casino Royale leek het er even op, maar na Daniel Craigs introductie gingen ze gewoon op de oude voet verder. Voor de stabiliteit van onze geliefde geheim agent misschien maar goed ook.

De nieuwe James Bond, Bond nummer zeven, die er op enig moment gaat komen, mag zich in zijn eerste film weer even heerlijk onwennig voelen. In retrospect zal hij toegeven dat het allemaal niet al te best was wat hij daar deed. Maar wat een achtbaan is het geweest! Hij voelt zich vereerd deze rol te hebben mogen vertolken. En ja, Sean Connery blijft toch de beste.

Tegen de tijd dat Bond nummer acht zich mag gaan presenteren, passeren bovenstaande ideeën opnieuw de revue. Om vervolgens te verzanden in het bekende liedje, omdat dat nu eenmaal het zuiverst klinkt.

Op 13 april is het zeventig jaar geleden dat Ian Flemings eersteling Casino Royale verscheen. James Bond bestaat inmiddels al een stuk langer dan zijn geestelijk vader op deze kloot heeft geglobetrot.


Eén ding is zeker, James Bond overleeft ons allemaal. Daar heeft de nieuwe nul-nul-zeven maar mee te dealen.

Deze column verschijnt ook bij James Bond Nederland.


© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures