Allereerst: de beste wensen. Dat 2021 een ander verhaal mag
worden. Móet worden. Een verhaal waarin we weer gewoon bij elkaar op bezoek
kunnen. Naar het restaurant kunnen. En niet onbelangrijk: naar de bioscoop.
2021 wordt het jaar waarin we ein-de-lijk die nieuwe James
Bond-film mogen zien. Eindelijk. Want wat heeft het lang geduurd. Inmiddels staan
we al meer dan vijf jaar droog en willen we wel eens weten wat James en
Madeleine hebben uitgespookt na hun ritje richting de horizon aan het einde van
Spectre.
De toekomst ziet er rooskleuriger uit met een vaccin en de
wetenschap dat het tot april nog maar drie maanden duurt. Drie maanden waarin
we ons opnieuw kunnen warmlopen voor diezelfde premièredatum, zij het met een
ander jaartal erachter.
Het zal deze keer voorzichtiger zijn. Want, zo is maar weer
gebleken, niets is zeker. Pas als je met eigen ogen die dots over het scherm
ziet rollen en het kippenvel op je armen voelt, pas dan weet je het zeker: dit
is de nieuwe James Bond.
Voordat het zover is kunnen we met de jaartallen in ons
achterhoofd mooi even terugblikken. Allereerst naar 1971, waar in december van
dat jaar Diamonds Are Forever uitkomt. De zevende Bond-film uit de reeks binnen
tien jaar tijd… Als je daar met het verstand van nu over nadenkt — om
krankzinnig van te worden. Ter vergelijking: tien jaar geleden zaten we
middenin het lege gat tussen Quantum of Solace en Skyfall. Skyfall werd in 2012
de eerstvolgende Bond-film, Spectre in 2015 de tweede en No Time to Die… Goed,
je hoeft geen wiskundige te zijn om te zien dat dat een compleet ander verhaal
is.
De laatste Bond-film die Sean Connery voor Eon Productions
maakte, viert dit jaar zijn gouden jubileum. Een film waar ik een
haat-liefdeverhouding mee heb, ondanks dat het een van mijn eerste
Bond-ervaringen moet zijn geweest.
|
Sean Connery in Amsterdam (Diamonds Are Forever, 1971)
|
Waar Diamonds Are Forever de plank volledig misslaat, is als
waardige opvolger van On Her Majesty’s Secret Service. Wat een persoonlijk
verhaal van 007 tegen Blofeld had moeten worden na de moord op Bonds vrouw,
verzandt in een komisch stripverhaal. Als we het allemaal niet te serieus
nemen, en dat doet de film zelf allerminst, dan is Diamonds Are Forever niets
meer dan een kleurrijk kolderavontuur geworden. Het werd de opmaat naar meer lolligheid,
die niet, zoals velen zeggen, zijn intrede deed met de komst van Roger Moore,
maar met het afscheid van Sean Connery.
|
Charles Gray als Blofeld
|
Wie ik in de loop der jaren wel ben gaan waarderen, is die
gekke Charles Gray als Blofeld. Ergens een totale miscasting als je hem
vergelijkt met zijn veel dreigender voorgangers. Maar als je die vergelijking
niet maakt, dan past die Britse breedbekkikker als gegoten in een film als
Diamonds Are Forever. Hij heeft zijn postuur mee, een hautaine oogopslag en
zo’n Nehru jacket staat ’m hartstikke geinig.
Aanvankelijk hadden de filmmakers een heel ander verhaal
voor Diamonds Are Forever voor ogen, waarin de tweelingbroer van Goldfinger
aantreedt als antagonist. On Her Majesty’s Secret Service was namelijk niet het
succes geworden waarop ze hadden gehoopt en met Goldfinger-regisseur Guy
Hamilton voor de tweede keer aan het roer, wilden de makers teruggrijpen naar een
van hun grootste artistieke en commerciële triomfen tot dan toe.
|
Gert Fröbe als Goldfinger
|
Gert Fröbe in de titelrol van de gelijknamige film was goed
bevallen. De lichte touch van Hamilton viel in de smaak, en de terugkeer van
Sean Connery in Diamonds zou het succes van 1964 naar de kroon kunnen steken.
Dus bedachten de scenarioschrijvers een tweelingbroer voor Goldfinger (opnieuw
gespeeld door Fröbe, anders had het geen zin) die ditmaal geen fetisj had voor
goud, maar voor diamanten.
|
Howard Hughes
|
Het idiote idee werd in de prullenbak gegooid nadat producent
Cubby Broccoli een nog krankzinniger droom had over een bezoek aan zijn vriend,
de kluizenaar Howard Hughes. In Broccoli’s droom bleek dat niet Hughes de
touwtjes van zijn imperium in handen had, maar een onbekende megalomaan.
Die
rol werd gegeven aan aartsvijand Blofeld die ongemerkt het imperium van
Hughes-persiflage Willard Whyte bestiert. Ze konden Blofeld immers niet
straffeloos negeren nadat hij de vorige keer Bonds kersverse vrouw had gedood.
Alhoewel, over Tracy wordt in Diamonds Are Forever met geen woord gerept.
Dan is er nog die andere jubilaris waar een heel ander
verhaal wordt verteld: For Your Eyes Only, de twaalfde Bond-film uit de reeks
die dit jaar veertig jaar geleden in première ging. Waar Diamonds Are Forever zijn
voorganger grotendeels negeert, kan For Your Eyes Only gezien worden als de serieuze
opvolger van On Her Majesty’s Secret Service.
Dat begint gelijk al met de pre-titles waarin Bond voor de
eerste en enige keer het graf van zijn vermoorde echtgenote bezoekt. Het is net
alsof de jaren 70 niet hebben bestaan en Bond een reuzestap van 1969 naar 1981
maakt.
In zijn laatste jaren 70-film, Moonraker, beleeft Bond in de
finale een buitenaards avontuur. Hoeveel verder dan dat had hij moeten gaan? In
plaats van een bezoek aan Uranus, zetten de filmmakers hun held met beide
voeten op de grond, pakken hem zijn gadgets af en moet hij het zien te rooien
met zijn boerenverstand.
|
For Your Eyes Only (1981)
|
Hoewel ik Moonraker een heerlijke film vind vanwege de
prachtige plaatjes en een majestueuze soundtrack van John Barry, behoort For
Your Eyes Only tot een van mijn favoriete Bond-films. Een film die goed past in
het rijtje van mijn eerdere favorieten From Russia with Love en On Her
Majesty’s Secret Service, waar een spionnenverhaal wordt verteld en waar het
écht weer eens spannend wordt.
In 2017 kort na het overlijden van Roger Moore heb ik
mijzelf een plezier gedaan en ben ik For Your Eyes Only in de bioscoop gaan
zien. Een film in een bioscoopzaal betekent naast het mooie grote beeld ook
reacties uit de zaal. Die waren nogal opvallend. Zo te horen waren er genoeg
mensen die of de film nooit eerder hadden gezien of hem al lang weer waren vergeten.
Een jonger stel een paar stoelen achter mij begon plots alles lollig te vinden:
de kleding van de acteurs, hun haardracht.
Het storende geluid verstomde geheel bij de beklimming in de
derde akte van de film. Ineens werd het doodstil in de bioscoopzaal. Toen Bond
voor de eerste keer bijna te pletter viel, voelde de zaal met hem mee. Het
snijdende touw, de oplossing met de prusikknoop. Dit is altijd een van mijn
favoriete scènes uit de gehele Bond-canon geweest. Beter dan deze keer had ik
de beklimming nooit ervaren.
|
Roger Moore in For Your Eyes Only (1981)
|
Daarna mocht er weer gelachen worden. De eindscène met de
Thatchers was voor het eerst ook echt leuk. De zaal reageerde optimaal. Een
glunderende defensieminister, de flirtende look-a-like, en daar kwam de
grootste troef: Denis Thatcher. Ik vond deze scène altijd teveel van het goede,
zeker voor zo’n serieuze Bond-film als For Your Eyes Only. Maar het werkte. Dat
hadden John Glen, Richard Maibaum en Michael G. Wilson destijds goed gezien.
Van de kolder in Amsterdam een halve eeuw geleden naar de
down-to-earth avonturen van veertig jaar terug — in 1991, 2001 en 2011 bleef
het vervolgens stil rond 007 in de bioscoop — verwacht ik in 2021 een geheel
ander verhaal.
Rami Malek in vrouwenkleding zal zich beperken tot Bohemian
Rhapsody en een cameo voor Boris Johnson aan het eind van de film is
uitgesloten aangezien No Time to Die is geschreven toen Theresa May nog de
scepter over het Verenigd Koninkrijk zwaaide. Overigens is May de enige Britse premier
die tijdens haar termijn sinds het begin van de filmserie in 1962 geen James
Bond-film in première heeft zien gaan. Maar dat is wéér een ander verhaal…
Deze column verschijnt ook bij James Bond Nederland.