Films en seriesFilms en series

vrijdag 5 oktober 2012

De eerste keer...

Dr. No was de eerste. Maar voor velen was hun kennismaking met Bond toch een andere film. Ter gelegenheid van Bonds vijftigste verjaardag vertellen bezoekers van Bond Blog over hun eerste herinnering aan 007. Met dank aan alle inzendingen.

Jasper Hartog
5 oktober 2012

Puberen zonder nieuwe Bond


Het begon allemaal op een klassenfeestje. Ik denk dat het kwam omdat het slowen met meisjes een vrij hopeloze zaak was en dus besprak ik met mijn beste vriend Tjarda (helaas leeft hij niet meer) dat het ons wel tijd leek om eens te beginnen aan de James Bond-reeks. Dertien waren we. Het heeft mij het grootste gevoel van volwassenheid gegeven. We spaarden telkens 6 gulden zodat we iedere maand één VHS-band konden huren en we begonnen met Goldfinger, de film die waarschijnlijk de grootste aantrekkingskracht heeft uit de reeks.

Ik keek iedere maand nog het meest uit naar het bekijken van alle hoezen van de films. Connery, Moore (Dalton was nog niet verkrijgbaar, van Brosnan of Craig had nog niemand gehoord) en die ene man, Lazenby, die er maar één keer tussenstond. Toen ik in de zomer van 1989 naar de Metropole in Den Haag ging om Licence to Kill te zien was ik aardig ingevoerd. En natuurlijk was dat een ervaring die je nooit meer vergeet. Ik denk dat Talisa Soto het meest indruk maakte, wat was zij onbeschrijfelijk knap.



In de ranking van Bond-films staat Licence to Kill vrij laag. Te jaren tachtig (wat heb ik daar toch tegen) maar vooral de soundtrack herbergt een paar onsterfelijk slechte nummers, hoewel de muziek onder de actie soms vrij raak is. Het is overigens niet zo erg als de soundtrack die volgde: die van Eric Serra. Wat dat betreft draag ik David Arnold nog altijd op handen.

Ik heb altijd het gevoel gehad dat het er met Timothy Dalton nooit helemaal uit is gekomen. Na Licence to Kill kwam ook die oorverdovende stilte van zes (!) jaar en heb ik mijn gehele puberteit zonder een nieuwe Bond gezeten. Het terugkijken van Bond zit 'm voor mij altijd in From Russia with Love, You Only Live Twice, Diamonds Are Forever, The Spy Who Loved Me (wat een heerlijke Seventies brei is dat) en de Craig-films. Ik kijk ernaar uit om Casino Royale en Quantum te zien voordat Skyfall aan het rijtje wordt toegevoegd. De overige films blijven gezien worden voor hun fragmenten en die zijn eindeloos. Maar ik kan mij niet voorstellen dat ik een film als The Man with the Golden Gun ooit nog in zijn geheel ga zien, dan liever Moonraker.

Echter, de muziek. Die blijft iedere dag een onderdeel van mijn leven, net als het artwork dat met 23 posters mijn kantoor siert. Want Bond blijft. Altijd. Of in elk geval nog vijftig jaar.


Tijl Beckand
cabaretier

Een verzameling emoties


Mijn eerste Bond-film was You Only Live Twice en ik vond het geweldig! Het was tijdens mijn zomervakantie aan de kust van New Jersey. We mochten kiezen uit één film tijdens onze week op het strand in '67. Het was in een drive-in theater buiten Atlantic City. Ik kan die plaats nog helemaal uittekenen.

Na al die andere films te hebben gezien, al die pre-title sequences, is er geen geweest die meer indruk heeft gemaakt dan die capsule in de ruimte. Tot op de dag van vandaag is dat mijn Bond-referentie. Dat was nogal een ervaring voor die achtjarige jongen. Nu is You Only Live Twice vooral een verzameling emoties: het zien van de film met mijn vader, de muziek, het spektakel aan het eind van de film in de vulkaan.

De film is zo oud als ik ben, maar sentiment is als diamant, dat blijft voor altijd. Nog steeds is deze film een van mijn favorieten.

Jeff Marshall
grafisch ontwerper en illustrator

Niet erg als je het mist


Mijn eerste Bond-film zag ik op 30 december 1973, in Tuschinski (toen nog zonder nummer). Ik weet dat zo precies, niet omdat Live and Let Die zo'n verpletterende indruk maakte, maar omdat ik vanaf februari 1971 een gedetailleerde boekhouding van mijn bioscoopgedrag heb bijgehouden. In die schriftjes staat onder meer wat ik wanneer zag en welk schoolcijfer de film kreeg. In dit geval een 6 1/2 zodat de film in de lijst van 53 films van dat jaar op de vijftigste plaats eindigde. Van de nieuwe films van 1973 scoorde alleen Lady Sings the Blues lager.

De cijfers bevestigen mijn herinnering dat Bond me destijds niet veel zei. De films met Connery zag ik pas veel later, ik vind Dr. No nog steeds de beste. Maar in die periode was ik vooral geïnteresseerd in arthouse-films: de nummer één van 1973 was Fellini - Roma. De beste Hollywoodproductie: Paper Moon.

Ik moet voor de gezelligheid in de kerstvakantie mee zijn gegaan naar Live and Let Die: in mijn herinnering als de meeste Bond-films best aardig, maar tamelijk onbelangrijk. In de schriftjes staat ook per week een lijst van dertien films die ik die week in de bioscoop wilde bekijken, voor zover agenda en portemonnee het toelieten. Zo is het logisch dat ik twee jaar eerder Diamonds Are Forever miste, want die bracht het niet verder dan een negende plaats op mijn wenslijst. Live and Let Die stond in de betreffende week op plaats twaalf, terwijl The Great Dictator, Sleuth en Themroc de verlanglijst aanvoerden. Die zag ik alle drie in de volgende twee weken, en ze scoorden respectievelijk 9, 9 en 9. Ik denk dat grosso modo dat relatieve oordeel nog steeds geldt. Voor mij is 007 zoiets als het songfestival: leuk, camp, maar het is niet erg als je het mist.

Hans Beerekamp
televisierecensent NRC Handelsblad

Het eiland van Octopussy


Octupussy was mijn eerste Bond-film. Ik zag hem in de bioscoop toen hij uitkwam, in juli 1983. Alles zat er in: exotische locaties, Koude Oorlog, spionage. Ik werd meteen gegrepen door de film en beschouw Octopussy (met Live and Let Die) nog steeds als een van de beste Bond-films ooit, ook al denken velen daar anders over.

In 2010 maakte ik een lange reis door India en kwam ik in Udaipur terecht. We huurden een bootje en zonder dat we het wisten vaarden we langs het eiland van Octopussy. Wit, veel marmer, olifanten aan de voorkant. In de verte, op de bergen, zag je het paleis van Kamal Khan. Op dat eiland rondlopen was een mooi moment, toch wel mooier dan in Karnak (Luxor, Egypte), waar een deel van The Spy Who Loved Me is opgenomen. Dat verschil is prima te verklaren: als je op een locatie van een van je favoriete Bond-films staat, doet dat echt iets met je.
 

Peter Bogert
jurist


Verslaafd aan Emma Peel


'My books are written for warm blooded heterosexuals in railway trains, airplanes or beds' aldus Ian Fleming toen hij gevraagd werd wie zijn boeken lazen. Voor mijn vader ging die omschrijving helemaal op. Hij had de boeken van Ian Fleming in zijn kast staan. De hele serie met de boekomslagen gemaakt door Dick Bruna compleet. Dat was eigenlijk mijn eerste kennismaking met Bond, James Bond. Niet dat ik toen al die boeken las. Helemaal niet zelfs. Maar ik wist van het bestaan van James Bond. We schrijven 1965; ik was toen negen jaar. James Bond als filmheld speelde toen voor mij nog geen enkele rol.

Mijn eerste herinnering aan een Bond film: 1969. Toen kwam de film On Her Majesty’s Secret Service uit. Maar daar wilde ik niet zozeer heen omdat het om een Bond-film ging. Nee, ik was verslaafd aan de serie De Wrekers met Patrick Macnee als gentleman John Steed en Diana Rigg als Emma Peel. Eigenlijk was ik verslaafd aan Emma Peel, mijn eerste stille liefde! Toen ik hoorde dat ze in een film zat, was het besluit vlot genomen om met een paar vrienden naar die film te gaan. De film werd vertoond in de EDB. Een afkorting voor (hoe kan het ook anders) Eerste Deventer Bioscoop.

Niet dat ik me nu nog echt veel details herinner van die voorstelling in de EDB maar OHMSS liet een verpletterende indruk op me achter in die tijd. En dat was werkelijk niet alleen door Emma Peel. Natuurlijk hadden ze me verteld dat James Bond hier niet gespeeld werd door de 'echte' James Bond Sean Connery maar door een Australisch fotomodel. Maar dat maakte me werkelijk niets uit. Ik had geen verleden met Sean Connery. Had immers nog nooit een Bond-film gezien dus vergelijkingsmateriaal had ik niet. George Lazenby was voor mij in die film James Bond.


Het verhaal: Blofeld die een biologische oorlog wil beginnen door een aantal jonge vrouwen te hypnotiseren dat het vee en de gewassen moet vergiftigen, sprak mij aan. De Zwitserse Alpen kwamen voor mij overweldigend in beeld. En natuurlijk de Aston Martin DBS. De Aston Martin DB5 uit Goldfinger heb ik sinds die tijd als Corgi-auto (schaal 1:43) met schietstoel en al op mijn bureau staan.


Blij en met een goed humeur ging ik samen met die vrienden de EDB bioscoop uit. We hadden een prachtige avonturenfilm gezien. We hadden kennisgemaakt met Q, M en Moneypenny, met het College of Arms, met SPECTRE en met Tracy di Vicenzo (Emma Peel/Diana Rigg) en natuurlijk met de held James Bond. Een filmheld die ik vanaf dat moment besluit te volgen vanuit mijn interesse in populaire cultuur.

En de boeken van Ian Fleming van mijn vader; die heb ik nu in mijn kast staan. Allemaal gelezen en sommige al wel drie keer. De wereld van 007 is meer dan alleen snelle auto's, Bond-girls en vodka martini. De Bond-films zeggen veel over onze Westerse cultuur, over onze visie op de maatschappij. Al vijftig jaar krijgen we maatschappijleer en geschiedenisles op een zeer onderhoudende en aansprekende manier!

Hoe ik OHMSS plaats ten opzichte van alle andere Bond-films? Misschien wel de beste Bond-film als Sean Connery of Daniel Craig de rol van Bond had gespeeld?


Geerle van der Wijk
eindredacteur Schooltv

De tweede helft van Moonraker


Ik ben Bond-fan sinds ik als (ongeveer) tienjarige de tweede helft van Moonraker op tv zag, 's avonds laat, toen we na het carnaval vieren thuiskwamen bij mijn opa en oma. Mijn opa was niet mee geweest en hij zat die film te kijken toen we terugkwamen, en ondanks dat mij werd gezegd dat ik naar bed moest, heb ik 'm helemaal afgekeken. Daarna heb ik alle films op VHS van mijn oom geleend, want die had de hele collectie, tot en met Licence to Kill was dat toen. Mijn eerste Bond-film in de bios was GoldenEye. Toen moest mijn vader nog mee omdat ik nog geen twaalf was, en dus niet alleen naar binnen mocht.

Vaak lees en hoor je dat Moonraker een van de slechtste Bond-films is, maar daar ben ik het niet mee eens. Het is zeker niet de allerbeste film, maar ik vind Michael Lonsdale als Hugo Drax briljant, en Jaws komt natuurlijk terug (wat ik toen ik Moonraker de eerste keer zag nog niet wist natuurlijk, want ik had The Spy Who Loved Me nog nooit gezien). Bovendien krijg ik nog altijd kippenvel als John Barry's muziek aanzwelt, terwijl uit de donkere ruimte dat immense ruimtestation opdoemt. Dat is voor mij nog altijd het beste moment uit Moonraker.

Wat ik echter nog steeds niet begrijp is hoe het kan dat Drax' mannen in het ruimtegevecht de laserpistolen gebruiken, die in Q's laboratorium getest werden eerder in de film...

Leijo Van Aubel
student cameraman

Een familieaangelegenheid


Het zijn niet alleen mannen die van James Bond-films houden. Al moet ik toegeven dat ik maar weinig vrouwen ken die er net zo gek op zijn als ik. Het is allemaal de schuld van mijn ouders die al jaren fan zijn en die mij van jongs af aan lieten meekijken. Verantwoord? Ach... behalve een liefde voor mooie mannen in pak en het genieten van goede actiescènes heb ik er weinig aan overgehouden. 

Het was door James Bond dat ik als kind leerde dat een dief lang niet zo erg was als een schurk als Blofeld. 'Boeven' noemden mijn ouders ze. Het plot van een James Bond-film was voor mij duidelijk als mijn vader me had aangewezen wie James Bond was en wie de boef was. Maar de belangrijkste personages voor mij als kind waren de Bond-girls. Want dat waren altijd de mooiste en stoerste vrouwen. Carole Bouquet met haar prachtige haar en wraakzuchtige blik of Maud Adams met haar eigen eiland en dodelijke octopussen. En waar menig man er van droomt ooit James Bond te mogen spelen, droom ik stiekem van een rol als Bond-girl. Een stoere welteverstaan in de traditie van Halle Berry of mijn persoonlijk favoriet Famke Janssen.

Die laatste maakte grote indruk in 1995 toen ik eindelijk een James Bond-film in de bioscoop zag. GoldenEye was de eerste en naar mijn mening tot op de dag van vandaag zeker niet een van de minste. Het moment dat James Bond van de metershoge dam springt, staat in mijn geheugen gegrift en stiekem ontwikkelde ik een crush voor de knappe Pierce Brosnan. Wat dan wel weer licht verontrustend was aangezien ik nog maar tien jaar oud was. Sindsdien is het al zeventien jaar traditie om bij nieuwe James Bond-films met mijn ouders naar de bioscoop te gaan. Skyfall zal zeker aan die traditie worden toegevoegd. 

Shelley Eimers
recensent Cinemagazine

Ik vreesde voor het leven van Bond


De ontwikkeling van mijn liefde voor film viel een beetje samen met de ontwikkeling van mijn liefde voor Bond. Ik was tien, elf jaar oud... en mijn filmsmaak, die zich tot dan toe beperkte tot Disney, Thomas & Senior en Ollie B.Bommel, was zich in hoog tempo aan het verbreden.

Na Flodder was The Living Daylights eigenlijk de eerste bioscoopfilm die ik mij heel bewust kan herinneren. Ik zag hem samen met mijn vader, die ook groot Bond-fan was, in het inmiddels helaas gesloopte prachtige Metropole-theater in Den Haag, tijdens mijn middelbare schooltijd toch een beetje mijn tweede huis. Dat The Living Daylights achteraf - afgezien van Jeroen Krabbe als Koskov - toch een wat modale Bond was, mocht op dat moment in elk geval de pret niet drukken: met kloppend hart genoot ik van de achtervolging per cello, schrok ik van de explosie in het Prater (waar we toevallig net de zomer daarvoor waren geweest) en vreesde ik tijdens de spectaculaire vechtpartij in de lucht (aan een uit elkaar rafelend net) oprecht voor het leven van 007.

Ik was daarna instant verslaafd aan Bond denk ik... want ik heb in de weken daarna alle vorige delen er in hoog tempo doorheen gejaagd. Op de videorecorder van mijn oom en tante - want die hadden wij toen thuis (nog) niet.

Robbert Blokland
filmrecensent

Opeens kwam Sean Connery binnen!


Ik geloof dat mijn eerste Bond-film Dr. No was. Ik was helemaal stuk van de Bond-films vroeger, als er een uitkwam was ik zo ongeveer de eerste om hem te zien. Ik was zo'n fan, dat toen ik in 1965 aan het toneel kwam en ging spelen bij Toneelgroep Centrum ik, bij de aankondiging van wie de nieuwe talenten waren die het gezelschap kwamen versterken dat jaar, bij de vraag 'Welke rol zou je het liefste willen spelen?' invulde: James Bond! Andere acteurs vulden keurig 'Hamlet' of een andere klassieke rol in, maar ik dus 'James Bond'.

In 1966 vloog ik met onder andere Piet Römer naar Londen voor een paar dagen. Piet kende iemand bij de Pinewood Studios. Zodoende maakten we een trip naar die bijzondere plek. Ze waren er toen bezig met You Only Live Twice (geloof ik) en in de kantine waar wij de lunch gebruikten kwam opeens Sean Connery binnen... Ik kon geen hap meer door m'n keel krijgen, geheel van de kaart door de aanwezigheid van mijn held! Het enige dat door m'n hoofd schoot was: O, mocht ik ooit maar in zo'n film! The rest is history.

Jeroen Krabbé
acteur The Living Daylights


The A-Team was meteen overtroffen


Mijn allereerste Bond-film was The Living Daylights. Ik was, denk ik, een jaar of elf. Dat zal dan in 1988 of 1989 geweest zijn. Mijn vader kwam met een videoband thuis, die hij op zijn werk gekregen had. Wij hadden toen nog geen videorecorder, kort daarna wel. Ik was toen als jongetje van elf altijd enorm fan van The A-team. Toen ik het begin van The Living Daylights zag met die geweldige opening was The A-team meteen overtroffen. Timothy Dalton maakte een behoorlijke indruk op mij met die stunts bovenop die auto. Dat was mijn eerste kennismaking met 007. Daar wilde ik natuurlijk meer van zien. Aangezien de band bij een collectie hoorde, heb ik daarna natuurlijk de overige films erbij verzameld. Daardoor, toen later GoldenEye uitkwam, heb ik die natuurlijk in de bioscoop gezien. Sindsdien elke Bond-film.

Ik vind The Living Daylights nog steeds een van de betere Bond-films. Een degelijk verhaal, goede actie. Timothy Dalton vind ik ook een goede James Bond. Hij zette Bond wat serieuzer neer dan Roger Moore, maar humor ontbreekt niet. Maar gelukkig niet zo slapstickachtig als bij Moore. Leuk vind ik ook dat Jeroen Krabbé in deze film speelt en dat ook goed doet. Daniel Craig doet me wel terugdenken aan de films met Dalton. Beide zetten een serieuzere, harde Bond neer. Neemt trouwens niet weg dat ik humor ook een essentieel onderdeel vind van de Bond-films. Dat mis ik wel wat bij de Craig-films.


Hans Roepers
docent biologie

Een geweldige avond eindigde in een tragedie


In 1968 begon ik met het verzamelen van foto's en informatie betreffende James Bond. In die tijd was er in het oosten van het land weinig materiaal te koop. Bovendien was het zakgeld snel op. Plakboeken vol informatie dateren uit die tijd. In 1969 was de leeftijd bereikt om naar de film te mogen. Dat werd On Her Majesty's Secret Service. Op de brommer van Westerbork naar Emmen. Voor het eerst een James Bond zien en ook nog Diana Rigg... Mijn geluk kon niet op, dacht ik. De impact van die film was enorm.

Na de film met dat vreselijke einde een half uur op de brommer van de bioscoop naar huis (via verschillende dorpen!) door vallende sneeuw met tranen in de ogen. Die momenten vergeet ik nooit meer. Daarom is OHMSS dan ook mijn meest dierbare film. En ik was 'bitten by the bug' en zou en moest alles weten en hebben van 007. En zo werden de foto's en knipsels en andere materialen, zoals kledingartikelen, schaalmodellen van auto's en personen en dergelijke verzameld.

In de loop der jaren breidde mijn verzameling zich meer en meer uit en rond 1987 maakte wijlen Simon Van Collem (die schitterende 007-reportages maakte) melding van het bestaan van de James Bond Collectors Club in Engeland. Na lid van deze club te zijn geworden, bood ik clubvoorzitter Dave Worrall aan om voor de club materiaal te verzamelen in Nederland en om redactionele stukken aan te leveren.

Na een korte gewenningsperiode besloot Dave dat inderdaad te doen. Die status leverde direct meer materiaal en informatie op en ook mocht in die hoedanigheid de galapremière van Licence to Kill in theater Tuschinski bezocht worden. En dan sta je daar oog in oog met Timothy Dalton en Jeroen Krabbé. Elke niet al te jonge Bond-fan zal weten dat Simon van Collem daar toen helaas is overleden. Wat een geweldige avond had moeten worden met een Meet and Greet eindigde in een tragedie. Weer een enorme impact en weer met tranen in de ogen naar huis.


Tijdens bezoeken aan Dave Worrall in Engeland konden ook diverse locaties alsmede de Pinewood Studios bezocht worden. Daar bezochten we het kantoor van Roger Moore en struinden we rond in Shed 12, waar allerlei Bond-voorwerpen lagen opgeslagen.

In 1997 mocht ik meedoen aan de Nationale Heineken James Bond Quiz in Planet Hollywood in Amsterdam. Van de ongeveer 250 deelnemers bleef ik uiteindelijk over als winnaar. Ik had alle films al zo vaak gezien, dat ik gewoon op alle vragen het antwoord wist.

Maarre 50 jaar 007? Ik dacht het niet. Jullie praten alleen over de Danjaq films en de eerste 007-film was al in 1954 en er zijn er dan ook meer dan 23 gemaakt. Voor mij heeft iedere Bond zijn charme en in mijn ogen is er nog geen ultieme combinatie geweest van uitstekend verhaal, mooie muziek en juiste acteur. Helaas voor sommigen doet mij de laatste acteur helemaal niets en de films ook niet. Ik mis het Bond-gevoel aan alle kanten. Als ik mijzelf een plezier wil doen zet ik altijd de wat oudere films op.

Ronald Cobet
leraar basisschool

Setbezoek The Man with the Golden Gun


De vroegste herinneringen die ik heb aan het fenomeen James Bond zijn de artikelen met foto's in het geïllustreerde weekblad De Revue, dat ik, begin jaren zestig, iedere vrijdag bij mijn opa las. Daarin werd verteld over een nieuwe filmrage die de bioscoopganger in de jaren 1962/64 in zijn greep had. Over een keiharde, niets ontziende Britse geheim agent, die op het witte doek, de toenmalige 'vrije wereld' verloste van communistisch gespuis en andere naar wereldheerschappij strevende schurken. Gespeeld door een mij onbekende acteur genaamd Sean Connery, waar overigens veel vrouwen helemaal weg van waren. Een gegeven waar ik als ongeveer tienjarige jongen niets van begreep.

De eerste Bond-film die ik zelf, echt in de bioscoop zag was in 1967 You Only Live Twice. Het was de tijd waarin ik bijna iedere week, met een groep vrienden in de Edese bioscoop de Reehorst, naar de film ging. Het summum waren in die tijd Bond-films, omdat daarin zoveel spectaculaire actie te zien viel en het een fascinerende blik op een wereld bood, die voor middelbare scholieren ongekend was. Met name de eindscène waarbij  mannen aan touwen de Japanse kraterbasis van Blofeld binnenvallen, staat nog steeds op mijn netvlies. Dat was andere koek dan Duitse woordjes en Franse grammatica leren! 

Naar een nieuwe Bond-film gaan, zou jarenlang een traditie blijven in onze vriendengroep van toen. Tot ongeveer 1980 was het gebruik om op de saaie avond van nieuwjaarsdag naar de nieuwste Bond van dat moment te gaan. Bij voorkeur in het Rembrandt-filmtheater in Arnhem, in die jaren een van de mooiste bioscopen van Nederland.

De opmerkelijkste avond was nieuwjaarsdag 1975, toen The Man With The Golden Gun draaide. Opmerkelijk voor mij, omdat ik eind mei ’74 zelf over de set van deze Bond-film had gewandeld in de Pinewood Studios in Engeland, als onderdeel van een studiereis van de toenmalige School voor Journalistiek in Utrecht. Dat schiep een band, hoewel we geen acteur, laat staan Roger Moore zelf, te zien hadden gekregen. Maar dichter bij James Bond als toen in de lente van 1974, ben ik nooit meer geweest!

Ben Kolster
radiopresentator

Een leuke obsessie


Mijn eerste ervaring met Bond was eigenlijk zeer kort. Mijn vader zat die films te kijken als ze op tv waren, kan mij daar nog vlagen van herinneren, bijvoorbeeld de drakentank uit Dr. No.

Op de middelbare school hadden wij een tekenleraar die ons, zogenaamd voor een opdracht, voor de video zette. De eerste film die ik helemaal zag was Goldfinger. Van die opdrachten kwam weinig terecht, het was meer een alibi voor de leraar omdat hij een enorm fan was. De Bond-films waren trouwens de enige films die de school had: Dr. No, From Russia with Love, Goldfinger en The Spy Who Loved Me. Na het zien van deze films is de vonk uiteindelijk overgesprongen en werd het een obsessie. Dat is het trouwens nog, maar wel een leuke.

Ik kan mij ook nog herinneren dat wij zelf een videorecorder kregen. Wij naar de videotheek, daar was een hele kast met Bond-films. Dat gevoel wat ik toen had, is niet te beschrijven zo geweldig. En zoals iedere jongen ga je dan ook met je vader naar de bioscoop voor Bond. Mijn eerste film daar was The Living Daylights. Inmiddels heb ik een verzameling die best wel groot is...


Jarno Hoogeboom
hoofdredacteur wijkkrant Oosterpark

Fan zonder film


Helemaal zeker ben ik niet meer welke film het exact was, maar ik weet wel dat ik zwaar teleurgesteld was toen mijn vader mijn twee oudere broers wel meenam naar The Spy Who Loved Me - of was het Moonraker? 'Je bent nog te jong.' Wat moet daar dan wel niet te zien zijn!? Zonder ooit een Bond-film gezien te hebben was ik al verkocht. Een paar jaar later heeft hij het alsnog goed gemaakt om me naar For Your Eyes Only mee te brengen. Toen moet het begonnen zijn.

Mijn eerste duidelijke Bond-ervaring was in 1983 toen iedereen (lees: Simon van Collem) het had over de twee James Bond-films die dat jaar gingen uitkomen en wat daar allemaal achter stak. Sean Connery in het ene kamp en Roger Moore in het andere. Ik was vijftien en vond Never Say Never Again veel cooler (of wat was het woord daarvoor in die tijd) dan Octopussy. Bond als een circusclown - het moest niet gekker worden! Maar wat ik vooral indrukwekkend vond was de hele marketingmachine eromheen die je niet vaak zag. Alle tv-programma's hadden het over de nieuwe James Bond-films, er waren flyers, posters, grote krantenadvertenties - dit moest wel groot zijn. Ik begon me meer te verdiepen in het hele Bond-fenomeen, las Steven Jay Rubins boek als ware het de bijbel en begon alle Ian Flemings te lezen.



Achteraf zijn Octopussy en Never Say Never Again natuurlijk geen hele sterke Bond-films en nog steeds heb ik kromme tenen als ik ze bekijk - maar het zijn wel James Bond-films! Wat een belevenis! Ik was verkocht!

Van harte, 007!
Berend Kwant
IT Consultant

Mijn eerste Bond: niet zo indrukwekkend


Mijn eerste Bond-ervaring moet eind jaren negentig zijn geweest. Met The World Is Not Enough in productie kwam er regelmatig nieuws over die film op de televisie. Naar aanleiding daarvan vertelde mijn vader over Bond, hij vond de vroegere films al van kinds af aan erg leuk. Ik wilde dus ook wel eens een Bond-film zien en dat werd Licence to Kill die toen op tv werd uitgezonden. Maar ik vond de film niet bijzonder indrukwekkend. Mijn passie voor James Bond is pas echt begonnen toen ik de VHS van The World Is Not Enough kocht. Deze film vond ik echt super!

Later heb de meeste Bond-films van tv opgenomen op VHS en die heb ik jarenlang bekeken. Als een kind zo blij was ik toen ik uiteindelijk de volledige dvd-box kocht. Eindelijk geen vervelende reclames tussendoor, geen groot zenderlogo in beeld en de juiste beeldverhouding van de film.

Tegenwoordig heb ik een uitgebreide Bond-verzameling met onder andere posters, kaarten, boeken, spellen, kleding, reclamemateriaal. Ik kan bijna niet wachten op Skyfall. Ik ben er van overtuigd dat het een topfilm wordt. Dat kan ook bijna niet anders met zo'n formidabele samenstelling van cast en crew.

Dion Janssen
student docent aardrijkskunde

Opletten om het verhaal te volgen


Mijn eerste Bond-film was The Man with the Golden Gun, ten tijde van de originele release. Ik was twaalf jaar en lang voor mijn leeftijd, dus ik wist de kassière van de plaatselijke bioscoop, die ervoor moest zorgen dat niemand beneden de veertien jaar de film zou zien, te passeren. Vol verwachting nam ik plaats, voor de zekerheid mijn jas op de zitting leggend, zodat ik écht veertien leek...

Ik heb genoten van die allereerste voorstelling. Mijn beide oudere zussen waren gemiddelde Bond-liefhebbers, ze hadden de boeken gelezen en ook wat singles met de titelsongs. Ik wist dus wel wat Bond was, toen ik een kaartje kocht. Wat ik niet verwachtte was het ingewikkelde verhaal. Ik keek redelijk veel televisie en ging regelmatig naar de bios, maar dit was de eerste keer dat ik écht moest opletten om het verhaal te volgen. Ik was met twee klasgenoten en die vertelden in de pauze (!) dat ze het spoor bijster waren, maar dat deerde hun niet. Er gebeurde genoeg. Hoogtepunt was natuurlijk die doolhofscène (spannend!) en die verwisseling tussen de pop en de echte Bond (geweldige actie!).




Dit was in de periode dat er nog geen videotheek was, dus tot The Spy Who Loved Me, had ik alle vorige Bond-films in de bioscoop kunnen zien. Commercieel had dat voor een bioscoopexploitant in die tijd nog zin om oude films te vertonen. Lange tijd bleef Golden Gun mijn favoriet, omdat het de eerste was. Ondertussen verzamelde ik alles wat los of vast zat over Bond, vooral krantenartikelen met achtergrondinformatie hadden mijn voorkeur.

Sinds die tijd heb ik me wel altijd voor Bond geïnteresseerd, niet obsessief, maar ik vond en vind het nog steeds een interessant fenomeen. Ik studeerde filmwetenschap in Utrecht en kreeg na mijn studie een kans om een collegereeks over James Bond voor een hogeschool op te zetten. Kern voor de studenten is om het fenomeen 'tijdgeest' te herkennen. En James Bond en de vele veranderingen van dat personage en zijn handelswijze bieden daarvoor een prima uitgangspunt. Die collegereeks geef ik nog steeds en elk jaar kijk ik vooraf een aantal films om mijn geheugen op te frissen. Elke keer weer is dat een groot plezier.


Adriaan Bijl
filmhistoricus

Een van de meest onverwachte filmmomenten


Mijn eerste Bond-film die ik in de bioscoop heb gezien is On Her Majesty's Secret Service. Gezien, zo rond 1970, in het City-Theater in Kampen.

Ik ging vooral kijken omdat ik in Diana Rigg was geïnteresseerd, die ik uit de serie The Avengers (De Wrekers) kende. Voor die tijd was zij een sekssymbool die ook nog wat in haar mars had als actrice. Dat zij in de film als mevrouw Bond werd neergeschoten is voor mij nog altijd een van de meest onverwachte filmmomenten die ik heb meegemaakt. Maar ja, een mevrouw Bond kon natuurlijk eigenlijk niet. Stel dat ze was blijven leven, dan had het huwelijk zeker niet lang geduurd.

George Lazenby vond ik als 007 niet zo slecht als iedereen denkt en beweert. Onlangs zag ik de film terug en ik had niet de neiging om de dvd met OHMSS voortijdig uit te zetten. Sterker nog: het is en blijft nu een van mijn favoriete Bond-films aller tijden.

Ab Zagt
filmredacteur Algemeen Dagblad

Bond moet je in de bioscoop zien


Mijn eerste herinnering aan James Bond stamt uit de zomer van 1985, ik was toen veertien jaar. Bij mijn broer zag ik toen op een videoband een documentaire van Veronica van twee jaar daarvoor met daarop stukjes van alle James Bond-films. In korte tijd heb ik deze band toen keer op keer bekeken en toen raakte ik verslaafd aan James Bond. Later mocht ik van mijn broer ook zijn lp lenen met daarop alle Bonds-songs tot en met For Your Eyes Only.

Een halfjaar later draaide er in de bioscoop verschillende oude Bond-films en ik ben toen samen met mijn vader naar The Spy Who Loved Me geweest. Achteraf een goede keuze. Die film maakte heel veel indruk op mij. Steeds als je dacht dat de film voorbij was, gebeurde er weer iets. In die tijd was je ook nog niet van zulke grote actiefilms gewend.

De paar jaar daarna heb ik bij de videotheek alle films geleend en bekeken. Doordat ik de films kriskras door elkaar zag, was het wel lastig om de ene film met de ander te vergelijken. Ik kan me nog herinneren op dezelfde avond eerst Octopussy bekeken te hebben en daarna On Her Majesty's Secret Service. Twee totaal verschillende films, met allebei hun eigen kwaliteiten.

The Living Daylights in 1987 was de eerste Bond-film die ik echt bewust heb meegekregen. Dus inclusief de spanning van de tijd daarvoor, over wat voor soort film het zou worden (het zou natuurlijk ook nog eens een nieuwe James Bond-vertolker zijn). Het staat mij nog bij dat ik toen al dacht dat je Bond gewoon in de bioscoop moet zien, dat maakt toch heel wat meer indruk dan thuis.

Nog steeds heb ik een groot zwak voor zowel The Spy Who Loved Me en The Living Daylights. Al blijft het voor mij een onmogelijke taak om een favoriete film uit te kiezen. Op hun eigen manier zijn ze allemaal goed. Er zitten een paar mindere films tussen, maar zelfs die hebben hun eigen specifieke kwaliteiten.

Rudi Roelse
medewerker Staatsbosbeheer


Pas op dat je het niet in je broek doet


Het moet in 1972 zijn geweest. De eerste Bond draaide opnieuw in Den Haag en wel in het nu verdwenen Passage Theater. Dat was een ruime bioscoop met balkon, die grensde aan de 'nieuwe' arm van de vermaarde Haagse Passage. De ingang lag aan de Hofweg, tegenover het Binnenhof. Met een paar vriendjes van de St. Paschalisschool toog ik naar de bioscoop, wetende dat Dr. No voor ons eigenlijk 'of limits' was, want alleen toegankelijk vanaf twaalf jaar. En we waren elf.

Een kaartje kopen was geen probleem. Maar de voetangels en klemmen dienden zich daarna aan in de vorm van een portier in een rode jas met tressen. Die was streng, wist iedereen. Met knikkende knieën schoven we de gang naar de zaal in en jawel, daar doemde hij op. 'En jullie zijn twaalf?', baste de man. We knikten van ja. 'Maar waarom kijken jullie dan naar de grond? Ik zou je eigenlijk naar je moeder terug moeten sturen. Maar vooruit, loop maar door. Pas op dat je het niet in je broek doet.' Zijn zware lach galmde door het portaal. Met rode hoofden, maar opgetogen bereikten we de zaal. Gelukt! Ik herinner me niet veel meer van de film dan Ursula Andress in haar witte bikini en de best wel enge Dr. No. Voor James Bond heb ik, na deze eerste spannende kennismaking, altijd een zwak gehouden.

Herman Rosenberg
journalist

Bond op Gran Canaria


Mijn eerste herinnering aan een James Bond was ongeveer negen jaar geleden op vakantie in Gran Canaria. Het was al laat en ik deed de tv aan. Op tv zag ik Roger Moore, ik wist wie het was omdat ik hem eerder had gezien in The Saint. Op dat moment stond hij op een rots in de vijver van een krokodillenboerderij in Live and Let Die. En een paar seconden later sprong hij over vier liggende krokodillen, dit maakte zoveel indruk op me. Ik vond dit zo vet, daarna ben ik gelijk de hele speedboatachtervolging gaan kijken.

Iets later ben ik alle films bij de videotheek gaan huren. Hierdoor is echt mijn passie voor James Bond en film gegroeid. Ik heb de films allemaal gekocht in verschillende collectors boxsets en heb ook de enyclopedie van James Bond bestudeerd. Hierdoor kon je goed onthouden uit welke jaartallen de films zijn en ook welke acteurs erin spelen.

Ik plaats Live and Let Die bij gemiddeld omdat Roger Moore de rol goed speelde. Alleen de schurk was wel een van de mindere uit de serie, verder waren de stunts en actie wel weer goed.
 
Sven Legters
5 Havo

Daar wil ik meer van zien


Mijn eerste Bond-film was The Living Daylights die ik destijds in de bioscoop gezien heb op elfjarige leeftijd. Toen dacht ik wow, daar wil ik er meer van zien! En zodoende groeide mijn enthousiasme voor James Bond. Ik struinde de rommelmarkten af voor de boeken (want die zijn ook erg leuk) en bezocht meermaals de videotheek voor de overige films.

In de loop der jaren heb ik zelf alle Bond-films gekocht op VHS, dvd en jawel ook weer op blu-ray. Kortom ik heb ze al vaak met veel plezier gezien.

The Living Daylights is overigens nog steeds een goede film, alhoewel ik de opvolger Licence to Kill nog net iets beter vind...

Matthijs Ruppert
James Bond Fansite

Een zwijgende man in tuxedo


Van een spel naar een film, en van een film naar een passie! Het was omstreeks december 1997 of januari 1998 en ik was met mijn vader in de Alto Palermo Shopping Mall in Buenos Aires, Argentinië, waar ik een speelgoedwinkel binnenging en kennismaakte met een zeer modieus spel, genaamd GoldenEye, voor de Nintendo 64 spelcomputer. Ik was erg onder de indruk van het spel, maar vooral omdat ik een paar dagen eerder in Buenos Aires een advertentie had zien staan, waar een zwijgende man in tuxedo op stond, met een pistool tegen een witte achtergrond. Ook daar stond GoldenEye, met daaronder het logo van Cinecanal, een kabelmaatschappij uit Zuid-Amerika.

In de tussentijd vertelde mijn vader wie James Bond was. Maar eigenlijk hoefde dat niet, het spel en de filmadvertentie zeiden genoeg. Toen was het zaterdag 31 januari 1998 om 14.45 uur (ik heb de advertentie uit de krant nog steeds) en moeder, vader en ik keken naar GoldenEye. Vanaf het moment waarop Bond elegant de gunbarrel inloopt en richting het scherm schiet, de tankachtervolging door Sint-Petersburg en de Cubaanse antenne, de confrontatie tussen 007 en 006 Alec Trevelyan en niet te vergeten de kneepjes van Xenia Onatopp en de spectaculaire infiltratie en ontsnapping bij de Archangel Facility: GoldenEye greep me en was de introductie voor de vorige Bond-films met Roger Moore en Sean Connery.

GoldenEye is de grootste terugkeer ooit voor James Bond. Het is dé Bond-film die ik mee zou nemen als mijn huis in vuur en vlam staat. Het is MIJN Bond-film en Pierce Brosnan was, is en zal altijd mijn Bond blijven...


Nicolás Suszczyk
The GoldenEye Dossier

Met dank aan John Barry


Blijkbaar ben ik al heel vroeg met Bond in aanraking gekomen, want herinner mij de eerste keer niet eens. Maar ik denk bijna zeker dat mijn eerste Bond Thunderball moet zijn geweest. Dat bleek pas later toen ik de film bewust zag: deze kende ik namelijk al.

Destijds, halverwege of eind jaren tachtig, zond de KRO de Bond-films uit*. Waarbij ik alleen Sean Connery accepteerde. En Thunderball is er op een of andere manier ingebakken, want nog steeds geeft deze vierde film mij het meest vertrouwde Bond-gevoel. Want zeker als kind gaat het natuurlijk niet om het verhaal. Het gaat om de sfeer. En Thunderball is bijzonder sfeervol. In de onderwateropnames, in de exotische locaties, de kleuren, de geluiden, maar bovenal in de muziek. Niet Sean Connery maar John Barry is de man die mij de Bond-films in gezogen heeft. Vandaar dat ik enkele jaren later ook lekker naar Roger Moore ging kijken. Het ging helemaal niet om Bond!

Met Roger Moore ging er een heel nieuwe wereld open. Ik maakte kennis met de krokodillen van Kananga, met Nick Nack en met Jaws. Live and Let Die werd de beste Bond die ik ooit had gezien, maar dat gold vlak daarna ook voor The Man with the Golden Gun! Tot ik mij realiseerde dat ik best wel eens fan zou kunnen zijn, en fans zijn vaak weinig kritisch. Het boek van Steven J. Rubin deed vervolgens de rest. De Stadsbibliotheek Haarlem kent geen ander boek dat zo vaak aan dezelfde persoon is uitgeleend.

Thunderball is nog steeds een fijne film. On Her Majesty's Secret Service is beter. En From Russia with Love ook. En Casino Royale. En For Your Eyes Only. Maar dan denk ik dat Thunderball toch een heel goede kans maakt...

Jasper Hartog
Bond Blog

Hoe ik Bond niet leerde kennen



Als kleine jongen - zowat tien ten tijde van Goldfinger - kende ik wel de impact van James Bond maar had nog geen Bond-film achter de kiezen. De eerste films waren KNT en voor een Bond-film op tv was het zo'n dertig jaar te vroeg. Ik meen dat ik You Only Live Twice als eerste Bond-film mag markeren. Dr. No tot en met Thunderball heb ik later ingehaald.

Toch, op de speelplaats werd Bond een rage. Ik kan niet goed traceren hoe precies, maar vooral voor Oddjob en de gouden Shirley Eaton produceerden onze jongensharten een diepe roffel. Ik geloof dat er al kaartjes waren om uit te wisselen, misschien zelfs een speelgoedautootje, of anders zagen we dat wel in een etalage. James Bond begon langzaam maar zeker een rolletje te spelen in ons jonge leven. Naast Zorro, Winnetou en de verschrikkelijke sneeuwman uit Kuifje uiteraard. Ik denk dat het zelfs te vroeg was voor ons Vlaams oerfeuilleton: Kapitein Zeppos. Tuurlijk, Schipper naast Mathilde speelden ze wél, maar dat was voor de grote mensen. Kortom, ziedaar mijn universum als kleine pagadder. Mijn helden waren van karton. Veel verder ging dat niet. Ik moest nog uit de korte broek.

Eén keer werd daar een uitzondering op gemaakt: toen mijn ouders me meenamen naar de autocinema. In Antwerpen moet je weten, bestond er heel lang zo'n drive-in kinema, met k. Een heel eind weg, ik denk in Schoten of 's Gravenwezel, en het was uiteraard altijd goed donker. De juffrouw aan de kassa reikte mijn ouders zo'n primitief geluidkastje aan. Dan met je auto op het terrein, halve meter van je buren, en dan met z'n allen naar een groot scherm kijken. Het kastje hing je aan je autoraampje. Ik vond er geen bal aan, want het werkte vaak niet naar behoren, de klank klonk hol en weersomstandigheden speelden hun rol. Van op de achterbank was het bovendien niet comfortabel kijken. Jezus, waar was Sensurround als je dat nodig had? Het spannendste moment was ongetwijfeld de rondgang van de friskoman. Als het niet regende, wel te verstaan.


Maar, cut the nostalgics, die dag maakte mijn vader mij dus wijs dat we naar James Bond gingen kijken. Die dag aanschouwde ik voor het eerst Sean Connery. Uit de nevelen van mijn kindergeheugen herinner ik me een serieus kijkende vent, iemand die een constante dreiging uitstraalde. Dat stukje klopte alvast. Verder vond ik het maar niks dat James Bond nauwelijks in een auto stapte, geen revolver droeg, een ware kletskous was en op de koop toe door een roodharige vrouw in de doeken werd gedaan. Tot het eind zat ik te wachten op wat actie, die er uiteindelijk niet kwam. Als dit James Bond was, konden ze die voortaan voor mij wel inpakken. Mijn vader maakte me blij met een dode mus. De maandag daarop deed ik goede zaken met mijn Goldfinger-kaartjes.

Nu, jaren later vind ik Marnie nog steeds een van de zwakste Bond-films. Komt waarschijnlijk omdat die van Hitchcock is. Ha, den Hitch, maar dat is een ander verhaal.

Doch die blik, dat charisma van Sean Connery is me de rest van mijn leven bijgebleven. Ken je meteen mijn favoriete Bond-acteur.

Raymond Rombout
auteur De James Bond Saga

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Ontzettend leuk al die verhalen!

Roco zei

In 1968 begon ik met het verzamelen van foto's en informatie betreffende James Bond. In die tijd was er in het oosten van het land weinig materiaal te koop. Bovendien was het zakgeld snel op. Plakboeken vol informatie dateren uit die tijd. In 1969 was de leeftijd bereikt om naar de film te mogen. Dat werd "On Her Majestys Secret Service". Op de brommer van Westerbork naar Emmen. Voor het eerst een James Bond zien en ook nog Diana Rigg….Mijn geluk kon niet op, dacht ik…. De impact van die film was enorm. Na de film met dat vreselijke einde een half uur op de brommer van de bioscoop naar huis ( verschillende dorpen!) door vallende sneeuw met tranen in de ogen. Die momenten vergeet ik nooit meer. Daarom is OHMSS dan ook mijn meest dierbare film. En ik was “bitten by the bug” en zou en moest alles weten en hebben van 007. En zo werden de foto's en knipsels en andere materialen, zoals kledingartikelen, schaalmodellen van auto's en personen e.d. verzameld. In de loop der jaren breidde mijn verzameling zich meer en meer uit en rond 1987 maakte wijlen Simon Van Collem (die schitterende 007 reportages maakte) melding van het bestaan van de James Bond Collectors Club in Engeland. Na lid van deze club te zijn geworden, bood ik clubvoorzitter Dave Worrall aan om voor de club materiaal te verzamelen in Nederland en om redactionele stukken aan te leveren. Na een korte gewenningsperiode besloot Dave dat inderdaad te doen. Die status leverde direct meer materiaal en informatie op en ook mocht in die hoedanigheid de Galapremiëre van "Licence to Kill" in theater Tuschinsky bezocht worden. En dan sta je daar oog in oog met Timothy Dalton en Jeroen Krabbé, waarvan ik nog niet kon vermoeden die ook nog een keer te zien in een Bond film. Elke niet al te jonge Bond-fan zal weten, dat Simon van Collem daar toen helaas is overleden. Wat een geweldige avond had moeten worden met een Meet and Greet eindigde in een tragedie. Weer een enorme impact en weer met tranen in de ogen naar huis.
Tijdens bezoeken aan Dave Worrall in Engeland konden ook diverse locaties alsmede de Pinewood studio's bezocht worden. Daar bezochten we het kantoor van Roger Moore en struinden we rond in shed 12, waar allerlei Bond voorwerpen lagen opgeslagen. In 1997 mocht ik meedoen aan de Nationale Heineken James Bond Quiz in Planet Hollywood in Amsterdam (ong 250 deelnemers) , waar ik uiteindelijk als winnaar overbleef. Ik had alle films al zo vaak gezien, dat ik gewoon op alle vragen het antwoord wist.
Maarre….50 jaar 007? Ik dacht het niet. Jullie praten alleen over de Danjaq films en de eerste 007 film was al in 1954 en er zijn er dan ook meer dan 21 gemaakt. Voor mij heeft iedere Bond zijn charme en in mijn ogen is er nog geen ultieme combinatie geweest van uitstekend verhaal, mooie muziek en juiste acteur. Helaas voor sommigen doet mij de laatste acteur helemaal niets en de films ook niet. Ik mis het Bondgevoel aan alle kanten. Als ik mijzelf een plezier wil doen zet ik altijd de wat oudere films op. Ik heb genoten van al die mooie verhalen hier en vind het prachtig dat Jeroen Krabbé ook zijn verhaal heeft gedaan. Altijd een warm hart gehad voor 007, prachtig!


© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures