50 jaar Thunderball
Waar begint een passie? In het geval van James Bond is dat niet honderd procent waterdicht. Het zijn de films geweest die mij als eerst hebben bereikt. En binnengekomen zijn ze zeker. Het was Sean Connery. Er was maar één James Bond en dat was hij. Maar met welke film van hem is het begonnen?
De tweede keer dat ik Thunderball zag, herinner ik mij nog
goed. Ik dacht namelijk dat dit een nieuw Bond-avontuur voor mij zou zijn. Maar
het kwam me allemaal zo bekend voor. Nu gebeurt dat met James Bond wel vaker,
maar ineens wist ik het weer: Thunderball moest jaren daarvoor mijn introductie tot
James Bond zijn geweest. Achteraf gezien had James Bond toch een uitwisbare indruk gemaakt...
De muziek. De onderwaterbeelden. Het paradijselijke strand.
De haaien. De muziek. Het avontuur. De man met het lapje. En die muziek. Dit is
James Bond. Dit is James Bond ten top.
De eerste James Bond-film. Voor velen blijft dit toch altijd een lieveling. Daar hadden we het drie jaar geleden al eens over. Het zien, en vooral het horen van die film, brengt je terug naar een periode zonder zorgen. Een tijd waarin je met open mond een avontuur ingezogen werd.
De liefde voor die eerste James Bond is nooit weggegaan. Kritiek
op Thunderball kan ik dan ook moeilijk vedragen. Volgens sommigen is de
climax onder water nogal langdradig. Maar wat voor prachtigs we daar allemaal
te zien krijgen! Naast het brute gevecht tussen de zwarte en oranje mannen,
zien we zoveel moois aan flora en fauna. Een lust voor het oog. En het oor.
Want daar komt het in Thunderball toch steeds op neer: de inbreng van John Barry. In 1965 inmiddels huiscomponist van de Bond-films. Zijn bijdrage aan Dr. No was al van groot belang: hij liet de James Bond Theme klinken zoals hij klinkt. Met From Russia with Love vond hij de James Bond Sound uit. En voor Goldfinger poetste hij het koper op tot goud.
Dat hij ook Thunderball van muziek zou voorzien, is niet
eens ter sprake gekomen, stel ik me zo voor. Zijn deelname was net zo
vanzelfsprekend als Sean Connery James Bond was.
De vierde Bond-film moest uitkomen rond de kerst. Voor die
tijd zou het wel handig zijn om de soundtrack in de winkel te hebben liggen.
Maar Barry was nog niet klaar. Met als resultaat dat we het meer dan 35 jaar
met een incomplete tracklist moesten doen. De muziek van de tweede helft van de
film was nergens te bekennen.
Daar kwam in 2002 verandering in met de komst van de
geremasterde cd’s. Thunderball stond hoog op mijn lijstje. Niet alleen was de
muziek compleet opgepoetst, er zat zo’n slordige 40 minuten aan extra materiaal bij. En wat
klonk het allemaal goed! Al luisterend voelde je Bond sluipen door de gangen
van Shrublands, zag je hem duiken door de helderblauwe oceaan, je hoorde de
grootsheid van deze film weerklinken in de muziek.
Met die titel kon John Barry trouwens niets. Wat is in godsnaam een ‘Thunderball’? Dus besloot de componist, om samen met tekstschrijver Leslie Bricusse, van Mr. Kiss Kiss Bang Bang de titelsong te maken. Mr. Kiss Kiss Bang Bang. Zo noemden de Italianen James Bond. Shirley Bassey werd gevraagd om de song in te zingen.
Er kwam nog een tweede versie, die van Dionne Warwick. Waarin
de intro langer is, zodat de zang pas begint op het moment dat de titel in
beeld is geweest.
Maar United Artists ging dwarsliggen. Om de film beter te promoten moest de titel van de song hetzelfde zijn als die van de film. Dus werd John Barry verplicht om binnen korte tijd nóg een
titelsong te maken.
Ditmaal vroeg hij Don Black om op stel en sprong een tekst te schrijven. Aanstormend talent Tom
Jones werd gevraagd het nummer in te zingen. Mr. Kiss Kiss Bang Bang zou dan gebruikt
worden voor de aftiteling. Maar toen Shirley Bassey ter oren kwam dat ze de
versie van Dionne Warwick verkozen boven die van haar, spande ze een rechtszaak
aan. Puntje bij paaltje: geen van de songs zou gebruikt worden in de
uiteindelijke film. We moesten het doen met instrumentale versies van Mr. Kiss
Kiss Bang Bang. Beide nummers zijn pas vele jaren later op cd uitgekomen. Tom
Jones streek met de eer en mocht een James Bond-titelsong op zijn cv
bijschrijven.
Dan was er nog die hele geschiedenis over de rechten van Thunderball. De problemen begonnen eind jaren vijftig toen Ian Fleming samen met onder meer producent Kevin McClory en scenarioschrijver Jack Whittingham begon aan het script voor de eerste James Bond-film.
Die film is toen nooit van de grond gekomen. In alle
onnozelheid gebruikte Fleming echter wel het verhaal van het filmscenario voor
zijn nieuwste boek, zonder daarbij de namen van McClory en Whittingham te
vermelden. De heren zagen elkaar daarna enkel nog in de rechtszaal.
In 1963 won McClory de zaak. Thunderball was van
hem, net als SPECTRE en diens leider Blofeld. Fleming had het nakijken, en
begon zich steeds slechter te voelen. De aantijgingen waren hem niet in de
koude kleren gaan zitten. Niet lang daarna (12 augustus 1964) zou hij
overlijden op 56-jarige leeftijd. Het kan niet de hoofdreden zijn geweest voor zijn vroege overlijden, door overmatig nicotine- en alcoholgebruik was zijn gestel al zwak, maar de rechtszaken hadden hem zeker geen goed gedaan.
Eon Productions, onder leiding van Harry Saltzman en Albert
R. Broccoli, had inmiddels met veel succes de eerste Bond-films gelanceerd.
Aanvankelijk wilden ze Thunderball als eerste verfilmen, immers in 1961 het
meest recente boek van Fleming, maar de juridische rompslomp konden ze er niet
bij hebben. Dus besloten ze voor Dr. No te gaan.
Toen James Bond in de bioscoop na drie films inmiddels niet meer weg te denken was, en het producentenduo McClory in hun nek voelden ademen (die had namelijk op eigen houtje met de film Thunderball aan de haal kunnen gaan) besloten ze in zee te gaan met de Ierse zakenman. Ze maakten hem eenmalig producent van een James Bond-film. McClory die als een kind zo blij was, dacht op zijn beurt dat Eon Productions daarna wel als trio door kon gaan. Voor Saltzman en Broccoli was dit echter een noodgreep om daarna van hem af te zijn.
Het tweetal nam genoegen met een credit als ‘presenters’: Presented by Harry Saltzman and Albert R. Broccoli. Ze stelden een clausule op
dat Kevin McClory de komende tien jaar niets meer mocht doen met de filmrechten
van Thunderball. Over tien jaar zou James Bond toch niet meer bestaan.
Niets bleek minder waar. Bond bleef en McClory zag zijn kans
schoon. Toen Broccoli (vanaf dat moment solo-producer) in The Spy Who Loved Me
(1977) Blofeld wilde laten terugkeren, stak McClory daar een stokje voor.
Broccoli had geen zin in gezeur en liet Blofeld voor wat hij is. Blofeld werd
Stromberg en daarmee was de kous af.
Voor dat moment dan. In 1983 verscheen alsnog die McClory-film: Never Say Never Again. Met in de hoofdrol de favoriete Bond van velen: Sean Connery. Broccoli bracht dat jaar de favoriete Bond van dat moment, Roger Moore, in zijn zesde Bond-film, Octopussy. Het bioscooppubliek vond het allemaal wel best. In plaats van één film hadden ze er dat jaar twee. De twee Bond-films werden massaal bezocht, met slechts een kleine voorsprong voor de Bond van Broccoli.
McClory heeft daarna zijn leven lang geprobeerd een tweede Bond-film te maken. Tevergeefs. Never Say Never Again bleek eenmalig. McClory overleed in 2006, tamelijk berooid.
Vanaf dat moment lagen de rechten van Thunderball, Blofeld
en SPECTRE bij de erven-McClory. Wat moesten die er mee?
Eind 2013 kwamen de rechten, na vijftig jaar, dan eindelijk terug bij Eon Productions. Daar moeten ze een vreugdedansje gemaakt hebben, met veel champagne — de titel van de 24e Bond-film getuigt hoe blij ze waren.
Eind 2013 kwamen de rechten, na vijftig jaar, dan eindelijk terug bij Eon Productions. Daar moeten ze een vreugdedansje gemaakt hebben, met veel champagne — de titel van de 24e Bond-film getuigt hoe blij ze waren.
En zo strijdt Mr. Kiss Kiss Bang Bang vijftig jaar na dato nog
steeds tegen SPECTRE. Hoewel er daarvoor en daartussen prachtige films zijn
gemaakt — meer James Bond dan in Thunderball heb ik James Bond nooit meer
gezien. Met dank aan Sean Connery. Maar nog meer met eeuwige dank aan John Barry.
1 opmerking:
Thunderball is ook mijn favoriet! Connery is zó ongelofelijk cool in deze film.
De manier waarop hij loopt door Shrublands en zegt "see you later... Alligator" en het geven van de schoentjes aan Fiona Volpe. Classic.
Een reactie posten