Films en seriesFilms en series

zaterdag 1 juli 2023

Steenwijk

Of hij er al aan had gedacht om Jeroen Krabbé te vragen. Aardige man, maar nee, niet aan gedacht. Bovendien, gaat Martin Koolhoven verder: „We rijden wel terug, we rijden alleen niet heen. We zijn daar al in de buurt.” Geen probleem, geef ik aan, ik wel hem best ophalen. „Meen je dat?” In dat geval: „Check eerst of hij überhaupt wel kan.”


De laatste maanden heb ik regelmatig contact met Martin Koolhoven. De regisseur gaat vanaf september de Nederlandse bioscopen langs met James Bond-colleges. En als dat net zo leuk wordt als het voorproefje dat hij in april gaf met Goldfinger, wordt dat smullen. Een uur, anderhalf uur lullen over Bond, in interactie met het publiek en na een korte pauze de hoofdfilm; een Bond-klassieker. Waarna je Koolhoven na afloop ook nog aan de bioscoopbar kunt treffen om verder te kletsen. Want hij blijft er de hele voorstelling bijzitten om zo nu en dan door de film heen te roepen.

Op deze manier brengt het programma Koolhovens Keuze elf Bond-films eenmalig terug in de bioscoop. Bond blijft toch een cinema-ervaring, hoe vaak je de film thuis al hebt gezien. De mogelijkheid om je favoriete Bond-films op het witte doek te aanschouwen, is een must voor de liefhebber.

Onlangs vertoonde Koolhoven de film Karakter in bijzijn van hoofdrolspeler Fedja van Huêt; in september is filmproducent Dave Schram aanwezig bij het Vlaamse epos Daens. Zodoende dacht ik: dan mag Jeroen Krabbé niet ontbreken als Martin Koolhoven The Living Daylights vertoont.

Jeroen Krabbé is mijn held. Dat was hij al voordat ik hem in 2012 ontmoette. Iedereen die aan een James Bond-film heeft meegewerkt is een held, maar als Nederlander net iets meer. Het is niet veel Nederlanders gegeven in een Bond-film op te treden. We tellen er in totaal vier met een rol, twee daarvan een significante, en één daarvan als belangrijkste tegenstander, die dus samen met de Bond-acteur en diens verovering de pers te woord mag staan. Joe Don Baker was op die persbijeenkomsten nergens te bekennen (dit voor degenen die Brad Whitaker als hoofdboef van de film denken te zien).

In 2012 werkte ik als regisseur en redacteur aan een aantal radioprogramma’s van de NTR. Dat jaar markeerde 50 jaar James Bond en 25 jaar The Living Daylights, dus ja, ik moest maar eens een belletje naar Amsterdam plegen. Een belletje waar ik best tegenop zag, omdat ik zomaar oor aan oor met mijn held kon komen te staan.

Omdat ik vreesde te gaan hakkelen aan de telefoon, leek dit mij de beste oplossing: enkele dagen in de vooravond moest ik voor een ander programma in de AKN-studio zijn. Vanaf het NTR-paviljoen op het mediapark, met de auto het kippeneindje naar de AKN (omdat ik daarna altijd meteen naar huis ging), de parkeergarage in, trap op langs de receptie en gelijk door naar de redactieruimte waar ik de juiste muzieknummers en bumpers in het Avid-systeem moest slepen. Ik kwam daar toch altijd enigszins gehaast aan. Mooi. Dat leek mij de beste dekmantel om gelijk even te bellen.

En zo belde ik al hijgend naar het vaste nummer in Amsterdam en na een aantal keren overgaan werd de telefoon opgenomen. Geen naam, alleen een vriendelijk ‘Hallo’. Dat was hem. General Koskov in hoogst eigen persoon, zomaar op een dinsdagavond. Of ik hem even mocht storen. Dat mocht.


Na een kort gesprek had ik het e-mailadres van mijn held ontfutseld. „Waar slaat dat op?”, vroeg ik oprecht toen ik het noteerde. „Dat leg ik nog wel een keer uit”, was zijn respons. Ik zou hem een aantal beschikbare data toesturen en hij zou kijken of daar een geschikte tussen zat. Het hele gesprek had niet veel langer dan een paar minuten geduurd, maar ik had beet, ik had gewoon met mijn held gesproken! Ik glom van trots.

Mijn uitnodiging per e-mail volgde de dag erna. Daar moest ik echt even voor gaan zitten, ik moest immers tactisch te werk gaan. Natuurlijk mocht, nee móest hij weten van mijn jarenlange Bond-liefde en van mijn Bond Blog. De mail moest ook zakelijk zijn, want hij moest weten niet met een geobsedeerde fan te maken te hebben. Van mij hoefde hij niets anders te vrezen dan waardering.

En toen. Toen hoorde ik niets…

Zo stom, ik had natuurlijk een verkeerd e-mailadres genoteerd. Het klonk al zo vreemd. Dan moest ik hem na het weekend nogmaals schoorvoetend opbellen dat ik het fout had opgeschreven. Wat was ik toch een amateur.

Op zondagavond checkte ik nogmaals mijn werkmail. Ik durfde bijna niet te hopen. Stond daar toch zijn naam! Een alleraardigste reactie met een datum waarop hij kon komen. Hij zou mijn website eens bekijken.


Op de dag van de opname stierf ik van de zenuwen. Zo dadelijk zou ik mijn held ontmoeten. Je weet wat ze zeggen over het ontmoeten van helden: niet doen! Een telefoontje van de receptie: onze gast zat te wachten. Ik naar het Net 3-gebouw om hem op te halen.

Daar zat hij rustig op een bankje. Colbertje aan, wit overhemd. Een grote leren tas naast zich. De tas met plakboeken, daar had ik om gevraagd. Een glimlach, een stevige handdruk. Wat voor mij blijkbaar heel belangrijk was, is of hem mocht tutoyeren. Het was het eerste wat ik hem vroeg. Geen probleem!

Jeroen en ik liepen over het dak naar het paviljoen, waar we staande werden gehouden door Lex Uiting. Hij had een vraag over seks. Mijn held gaf mij vleugels; ik reageerde opmerkelijk ad rem, daar had de Limburger niet van terug. Ik probeerde te lopen zoals ik met iedere bekende Nederlander naar het paviljoen liep. Maar al die anderen, al waren zij Hans van Breukelen, Jan Zwartkruis, IJf Blokker, Penney de Jager, Jan Terlouw, Sjaak Swart of Reinier Paping, zij waren geen van allen Jeroen Krabbé.

Voor de opnamen verlekkerde ik mij aan zijn plakboeken. Zes stuks vol met unieke foto’s van de Bond-set. Jeroen zag mijn enthousiasme. Als hij er niet meer zou zijn, zouden de plakboeken mijn kant op gaan. Maar blijf alsjeblieft nog heel lang bij ons, ik heb je pas één keer ontmoet!

Het radiogesprek waarvoor hij was gekomen, liep als een zonnetje. Jeroen was welbespraakt, voelde zich zichtbaar op zijn gemak. Na de opname een fotosessie, een handtekening en de grootste troef: hij mocht beschermheer van mijn Bond Blog worden. Nou, dat wilde hij wel. Dat was hem nog nooit aangeboden!


Na een warm afscheid zie ik hem nog zwaaien vanaf de achterbank van de taxi. Wat een avontuur. Ik was in de wolken. Maar toen moest het mooiste nog komen. Nog geen uur later: pling! Een mailtje. Of Jeroen mijn thuisadres mocht hebben, hij had iets voor me. Ik had hem desnoods mijn pincode toevertrouwd!

De volgende dag: een dreun op de deurmat. Een vuistdikke enveloppe. In mijn handen hield ik het officiële script dat Jeroen Krabbé had gebruikt op de set van The Living Daylights On-ge-loof-lijk. Een relikwie. Vijfentwintig jaar lang had het boekwerk dode huidcellen verzameld in het huis van mijn held, en nu, zomaar, was het in mijn bezit. Mijn heilige graal! Er zat een briefje bij: ‘Beste Jasper, dit is voor jou omdat je zo’n Bond-allesweter bent! Ik ontdekte nu dat er op het titelblad staat: ‘this screenplay must be returned to the production office at the end of your involvement with the film’! Nooit geweten… Dus wees er maar zuinig op! Dag, Jeroen’

Sinds die tijd hebben we regelmatig contact, zwaaien we naar elkaar in het Vondelpark, houden we logeerpartijen, vieren we vakanties in Zuid-Frankrijk en krijg ik fanmail van hem als hij mij ergens heeft horen praten: ‘Wat leuk om je te horen op de radio met je ‘Heilige Graal’! Het is bij jou in goede handen!’

Met die man zou ik graag twee uur heen en terug in de auto naar Steenwijk zitten om hem bij Martin Koolhoven af te leveren. Wat een show moet dat worden. Een echte Hollywoodster in Overijssel! Alleen maar bewonderaars. Leuk uitje ook voor een acteur van bijna tachtig. Wat doe je anders op een zaterdagavond in september? Maar dan moet je net Jeroen Krabbé als held hebben… Hij heeft het te druk! ‘Mijn beste Jasper, een Bond-tournee! Goed idee, maar helaas kan ik niet (ben zó druk bezig met m’n nieuwe schilder-programma!) Maar neem vooral het script mee, ze zullen jaloers op je zijn!’

Het was het proberen waard en wie weet, als het straks september is, en die zaterdagavond nadert, dat hij toch zin heeft in een ritje naar Steenwijk. Ik zal, net als James Bond met zijn Walther, mijn autosleutel onder het kussen in de aanslag houden. Klaar om de motor te starten.

Maar waar dat e-mailadres van Jeroen Krabbé op slaat? Ik heb nog steeds geen flauw idee…

Deze column verschijnt ook bij James Bond Nederland.

Geen opmerkingen:


© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures