Films en seriesFilms en series

zondag 1 december 2024

Mierenneuken

Driewerf hoera voor La-La Land. De producent van soundtrack-cd’s bedient de James Bond-liefhebber op zijn wenken. Zeker met de aankondiging van Moonraker die binnenkort eindelijk in een opgepoetste en uitgebreide versie verschijnt. Een waar hoogtepunt uit John Barry’s rijke oeuvre. Alegris Miserere onder de Bond-soundtracks. Mijn persoonlijke favoriet, mede door de wens om deze voortreffelijke score eindelijk eens in zijn volle glorie te beluisteren.

Tot zover de veren voor het recordlabel. Er is namelijk ook een punt van kritiek. En dat betreft de covers van de albums.

Die Another Day (2002 - 2017)

La-La Land Records brengt in 2017 de eerste Bond-soundtrack uit: Die Another Day. De voorkant is nagenoeg gelijk aan die van het origineel. De naam van Madonna is verdwenen, simpelweg omdat de titelsong niet is overgenomen op de laatste versie. Een subtiel zwart kader gelijk aan de geremasterde soundtracks uit 2003 en ‘Music from the MGM Motion Picture’ nu geheel in kapitalen. Verder is deze cover trouw gebleven aan het origineel.

The World Is Not Enough (1999 - 2018)

De tweede Bond-score van La-La Land, in 2018, is The World Is Not Enough, alsof het label van boven naar beneden de Bond-muziek aan het afstoffen is. Een welkome aanvulling, zeker omdat op het origineel de gunbarrelmuziek ontbreekt. Deze keer is de cover rechtstreeks overgenomen van het origineel, enkel de witte rand is vervangen door eenzelfde zwarte als bij de voorganger.

Tomorrow Never Dies (1997 - 2022)

Dan duurt het even voordat de volgende score aan de beurt is. In 2022 wordt een doorstart gemaakt met David Arnolds eerste Bond-bijdrage Tomorrow Never Dies. Subtiele veranderingen ten opzichte van het origineel: de teksten boven en onder de titel hebben een zwart randje gekregen; het doorlopende 007-logo buiten de poster heeft een betere positie, zodat de 7 meer tot zijn recht komt; en het inmiddels vertrouwde zwarte kader met afgeronde hoeken.

Tot zover de Bond-soundtracks van David Arnold bij La-La Land. Prima werk allemaal, zowel qua inhoud (waar het in de eerste plaats om draait) als de vormgeving.

Recentelijk werd het pas echt sparen door de release van maar liefst vijf nieuwe oude Bond-scores. Te beginnen met de aankondiging van Live and Let Die en Octopussy in december vorig jaar, waarbij met name de laatste de grootste vangst is, aangezien van dit album nooit eerder extra tracks werden uitgebracht.

Octopussy (1983 - 2023)

Met de cover van Octopussy wordt iets gespeeld. Het blauwe balkje is vervangen door een jubileumtitel; de credits zijn van rechtsboven naar rechtsonder verplaatst, waarbij het lettertype nagenoeg hetzelfde is gebleven (alleen de J van ‘John’ en ‘James’ steekt iets naar beneden uit); de titel All Time High heeft ineens dubbele aanhalingstekens en, heel opmerkelijk, de omslag van het boekje heeft een vreemdkleurig kader met rechte hoeken.

Live and Let Die (1973 - 2023)

Ook Live and Let Die krijgt een anderskleurig kader. Waarschijnlijk om verwarring te voorkomen met de geremasterde versies uit 2003. De letters zijn iets compacter, maar verder is de opmaak trouw gebleven aan het origineel. Niet dat dat per se hoeft, maar La-La Land lijkt de originele omslagen op deze manier te waarderen. Want waarom zou je iets veranderen wat goed was?

Goldfinger (1964 - 2024)

Maar dan begint de onvrede, met de release van Goldfinger. De enige single-cd in deze serie, want meer muziek dan dit is niet voorhanden. Het album uit 1964 is eerder in verschillende edities verschenen, in mono en stereo.

Qua opmaak houdt de nieuwe versie zich redelijk aan die van de mono-versie. De titel is opvallend goudkleurig (overigens is de bolling van de R hoekig afgewerkt) en overbodige credits zijn verdwenen. Wal stoort, is het 007-logo dat hier wordt gebruikt. Dit is het huidige 007-logo, dat begin deze eeuw werd geïntroduceerd (die van GoldeneEye was net anders). Dit moderne logo past niet bij Goldfinger. Bij Live and Let Die en Octopussy gebruikten ze voor de nieuwe covers ook de originele 007-logo’s en niet een opgepimpte versie.

En waar is trouwens dat nieuwe kaderidee gebleven dat voor Live and Let Die en Octopussy werd bedacht? Niet dat dat uitzonderlijk mooi was, maar op deze manier lijkt het met terugwerkende kracht een mislukte poging.

The Man with the Golden Gun (1974 - 2024)

Gaan we door naar The Man with the Golden Gun, dan wordt het er niet beter op. Echt, ze hoeven de oude covers niet te gebruiken, maar als je dan een nieuwe maakt, doe het dan wel goed. Hier klopt werkelijk niets van.

Er is gekozen voor een lettertype dat ergens lijkt op het origineel, maar kijk eens naar de G (klik op het plaatje voor en vergroting), daar is het verschil het duidelijkst te zien. Opnieuw ook hier het gebruik van het huidige 007-logo, maar de onvrede zit hem met name in de lakse manier waarop deze veel te felle postertekening is gepakt, deze tegen een spierwitte achtergrond is geplakt, waarbij het wit van de poster wat gelig is en dus afsteekt tegen de hagelwitte nieuwe achtergrond. Bovendien is de beeltenis van Roger Moore niet gecentreerd, waardoor hij teveel naar links staat. Dat is gewoon slordig.

Producent Neil S. Bulk belooft op Bluesky dat hij de volgende keer beter zijn best zal doen. Maar deze cd komt nu op de markt, hij moet nú zijn best doen. Haal die cover terug en pas m aan. Gaat natuurlijk niet gebeuren, zou ook belachelijk zijn, maar laat hier niet de eerste de beste photoshopper op los. Als geheugensteuntje staat hier aan in de zijbalk de banner The Ultimate James Bond Poster Fonts. Download de extra bold-versie van lettertype Folio et voilà! Heb je in ieder geval een betere te pakken.

Zo kan het ook:

Moonraker (1979 - 2024)

En dan tot slot Moonraker, de heilige graag onder de Bond-soundtracks. Ook al hadden ze deze cd in een poepluier verpakt, dan nog zou ik ’m moeten hebben. Maar goed, het oog wil ook wat en dan komen ze hiermee. De onnodig uitgerekte titel daargelaten (afgekeken van een eerste aankondigingsposter), slaat het lettertype van de artiestencredits nergens op. Kijk, de plaat is prachtig natuurlijk, al had ik liever gehad dat ze mijn versie hadden gebruikt. En opnieuw dat moderne 007-logo dat gewoon niet bij het gevoel van Moonraker past. Het zou me trouwens niets verbazen als het gebruik van het huidige 007-logo een eis was van Eon Productions...

Bottom line: de creatieve uitspattingen van de nieuwste drie edities laat naar mijn smaak te wensen over. Al ben ik als een kind zo blij met The Man with the Golden Gun en zéker met Moonraker; ik blijf natuurlijk wel een mierenneuker eersteklas.

Opdat wij niet vergeten

Ik moest ophouden met al die doden op Instagram gooien. Daar komen de mensen niet voor, foeterde mijn partner die mijn posts blijkbaar goed in de smiezen houdt. Gooi er een paar tieten op, opperde ze. Nee, niet die van haar, van de Bond-girls, sukkel.


Het had geen zin er tegenin te gaan. Wat kan ik eraan doen dat in korte tijd medewerkers van James Bond-films doodgaan? Niet dat ik er op aas (al ben ik al lang blij dat er eindelijk weer eens wat te melden valt rond James Bond), maar ik houd de doden wel nauwlettend in de gaten. Het hele jaar door en in aanloop naar het jaareinde helemaal. Dan is het namelijk tijd voor de lijstjes. En een daarvan is de dodenlijst.

In mijn geval is dat een filmpje. Onder begeleiding van John Barry’s instrumentale versie van We Have All the Time in the World komen de overledenen van dit jaar nog één keer tot leven; opdat wij niet vergeten. Als eerbetoon wat zij in meer of mindere mate hebben betekend voor de Bond-films. Soms is dat een snipper als (edel)figurant, de andere keer is dat Sean Connery in hoogst eigen persoon.

De frustratie zit hem in de incompleetheid. Zo overleed vorig jaar september actrice Yvonne Shima, sister Lily uit Dr. No. Dat nieuws werd pas in maart dit jaar wereldkundig gemaakt. Bummer! Die had dus bij het lijstje van vorig jaar gemoeten, bij de overlijdens van 2024 kun je volgens mijn autistische brein geen dode uit 2023 plaatsen, hoe graag ik haar ook had geëerd.


De late bekendmaking van Shima’s dood heeft te maken met nalatigheid van haar nabestaanden, shame on them, niet met onoplettendheid van mijn kant. Zoals wel het geval bij Burt Metcalfe, agent Maxwell in Diamonds Are Forever. Hij overleed in 2022. Ik kwam daar echter pas in 2023 achter. Waarschijnlijk heb ik over zijn naam heen gelezen, want Metcalfe was als producent van de tv-serie M*A*S*H wereldberoemd. Toch deed zijn naam mij in relatie tot James Bond geen belletje rinkelen. Shame on me.

Antonio Salines

Dit jaar zal het mij niet gebeuren dat ik iemand als Antonio Salines over het hoofd zie; zoals dus gebeurde in 2021. Hij was het oude mannetje in de Fiat die in Spectre door Bond door de Via Plauto in Rome werd geduwd. Ik heb inmiddels heel IMDb van achter naar voren gedubbelcheckt en ben nog een aantal namen tegenkomen die ik dit jaar had gemist. De teller komt daarmee op dit moment op vijftien. En laat het maar zo blijven, want de video ziet er prachtig uit. De rest wacht maar even met doodgaan tot volgend jaar.

Wie nog lang niet mag gaan, viert deze maand zijn tachtigste verjaardag. Het zal niemand zijn ontgaan dat onze Jeroen, de beschermheer van mijn Bond Blog, een hele grote kaars mag uitblazen. Zo kwam hij aan het woord in talkshows op radio en tv en in een heus jubileuminterview door nationaal feestvarken Wilfried de Jong, die hetzelfde eerder deed met onze koning.

In de aankondiging naar deze Krabbé-tv-special gaf De Jong aan: „Door onze ontmoeting heb ik een andere Jeroen Krabbé ontdekt. Welke dat is, verklap ik niet. Dat mag de kijker zelf ontdekken.” Een quote waar ik me nogal over heb opgewonden. Wilfried de Jong is de zoveelste die Jeroen Krabbé een arrogante eikel vindt. Vond. Een charmante goedlachse allemansvriend wiens vocabulaire voornamelijk bestaat uit het woordje ‘ik’. Maar als íemand recht heeft om te pochen met zijn internationale roem, is het onze Jeroen wel. Want hij heeft het mooi wel allemaal voor elkaar gekregen.

De enige die hem een eikel mag vinden is zijn rots in de branding, zijn vrouw Herma. Die het mede mogelijk heeft gemaakt dat haar echtgenoot heeft kunnen stralen op de wereldpodia. Wat die vrouw heeft moeten doorstaan, getuige de biografie Krabbé dat recentelijk is uitgekomen; door storm en wind is ze naast hem blijven staan en zij is het die ondanks veelvuldige afwezigheid van de vader des huizes hun gezin heeft weten te managen.

Zoals die middag eind juni 1986 waarin Jeroen Krabbé te horen kreeg dat hij de rol van Koskov had bemachtigd. Vol ongeloof belde hij vanuit Loden naar huis om de blijde boodschap te verkondigen. Vrouwlief bleek weinig onder de indruk, het was op dat moment immers spitsuur in huize Krabbé en zij had op dat moment wel iets anders omhanden. Hartstikke leuk natuurlijk, voor haar man, maar praktisch gezien moest er ook gewoon voedsel in drie kindermonden worden gestopt.

De biografie van Krabbé is een prettig leeswerk, of luisterwerk zoals in mijn geval. Kort na publicatie heb ik het boek in één adem uitgeluisterd. Mijn weekend was om voordat ik er erg in had. James Bond wordt veelvuldig aangehaald in de biografie; het startsein van zijn internationale carrière. Ik heb kort daarop met mijn kinderen The Fugitive opnieuw bekeken. Een film die welhaast beter is dan de beste Bond-film. De sfeer die in hoge mate wordt bepaald door de muziek van James Newton Howard spreekt mij bijzonder aan. Hét voorbeeld van een lekkere Amerikaanse blockbuster. En het vervult mij altijd met trots als de naam ‘Jeroen Krabbe’ in de begintitels verschijnt. Inderdaad, ‘Krabbe’, tot grote hilariteit van de kinderen.


De dag daarop was Left Luggage aan de beurt. Bij de eerste beelden van het jongetje Simcha welden de tranen in mijn ogen al op, dit had ik nooit eerder zo ervaren. Wellicht dat dat kwam omdat ik de film voor het eerst met mijn eigen kroost bekeek. Al stoorde ik mij, met name aan het begin van de film, aan de semi-komische verhandelingen die naar mijn smaak te kolderiek worden gespeeld door hoofdrolspeelster Laura Fraser. Verder blijft deze film een pareltje met alleen maar prachtige koppen van Isabella Rossellini, Maximilian Schell, Chaim Topol en Jeroen Krabbé zelf. En Adam Monty als de vertederende Simcha. Ik heb het niet droog kunnen houden.

Omdat ik toch in de Krabbé-groef zat, ben ik zijn nieuwe schilderserie over René Matisse, nee, Henri Matisse maar eens gaan bekijken. Daar is Jeroen te zien als een kind in een snoepwinkel. Niet iedereen wil daarin mee, maar zijn aanstekelijke enthousiasme is oprecht, zo ís hij gewoon. Jeroen Krabbé is boven alles een lieve man die zich na tachtig jaar nog steeds kan verwonderen in een langlopende carrière waarin hij vooral leuke dingen heeft gedaan en er zelf nogal verbaasd over is dat híj dat heeft mogen meemaken. En dat is wat Wilfried de Jong zo verbaasde: Jeroen Krabbé speelt niet de rol van Jeroen Krabbé, hij is echt zo. Een goed mens. Een lieverd.


Kortom, je zult van mij geen doden meer zien op Instagram. Met plezier stuur ik berichten de wereld in over de nieuwe soundtrack-cd’s van Moonraker en The Man with the Golden Gun. Oppervlakkige meuk, maar o zo leuk. Want Moonraker is dé James Bond-soundtrack waar smachtend naar uit werd gekeken. En daar verscheen op een zonnige vrijdagochtend 29 november zomaar in mijn tijdlijn de aankondiging van La-La Land Records. Ik had de slapers nog maar amper uit mijn ogen gewreven of daar stond het echt. Ik kon het bijna niet geloven.

Blijft er één quizvraag over waarvan het antwoord rond 31 december wordt onthuld: welke vijftien namen staan er op mijn dodenlijst van 2024? Opdat wij niet vergeten.

Deze column verschijnt ook bij James Bond Nederland.


© Bond Blog 2009 — 2024
Alle fotorechten voorbehouden aan Danjaq LLC. / Eon Productions, United Artists Co., MGM Studios, Columbia Pictures, 20th Century Fox Home Entertainment, Sony Pictures Inc., Universal Pictures